Vogels in de omgeving van Vries

Welke vogels kun je waarnemen in de omgeving van Vries ? Het zou te ver voeren om een volledig overzicht te geven. Er wordt daarom gefocust op een aantal karakteristieke en/of bijzondere vogels die in deze omgeving zijn waar te nemen. De meest algemene vogels worden hier niet vermeld.
Voor een vollediger beeld is de website http://www.waarneming.nl aan te bevelen. Op deze site kan men zien welke vogels in een bepaald gebied zijn gemeld in een bepaalde periode. Ook kan een ieder zelf waarnemingen doorgeven.
Of ga naar de pagina Vogeltellingen voor een overzicht van broedvogels in de Holten ten westen van Vries.

Geelgors

De Geelgors is een vogel van vooral oost-Nederland. De kern van het verspreidingsgebied ligt hierbij in Drenthe. De Geelgors houdt van half-open landschap met houtwallen en kleine bosjes. De Geelgors is goed te herkennen aan de gele kleur en aan de karakteristieke zang, die doet denken aan het begin van de 5e symfonie van Beethoven. De Geelgors komt algemeen voor in de omgeving van Vries. Woont u aan de dorpsrand dan is het ook mogelijk deze vogel in de winter in de tuin zien.

Bonte Vliegenvanger

Als u de Bonte Vliegenvanger wilt waarnemen zit u in Drenthe goed. Een groot deel van de Nederlandse broedpopulatie zit hier namelijk. U hoeft ook niet ver de natuur in. De Bonte Vliegenvanger maakt namelijk graag gebruik van nestkasten en komt algemeen voor in de bebouwde kom in Drenthe. In dorpen zoals Vries is de zang van de Bonte Vliegenvanger in het voorjaar (vooral mei) dan ook veelvuldig te horen.

Matkop

De Matkop is door Vogelbescherming Nederland op de rode lijst geplaatst, vanwege een dalende trend. Hier in de omgeving komt deze mees echter nog vrij veel voor. In vele van de talloze kleine bosjes in de omgeving van Vries en Zeijen is wel een territorium van de Matkop te vinden. De Matkop lijkt vrij veel op de Glanskop en de Zwarte Mees en laat zich het gemakkelijkst waarnemen door de typische roep: zi-pèh pèh pèh (waarbij het ‘zi’ hoog klinkt en de rest lager, insektachtig).

Spechten

Van de spechten kunnen we zeggen dat het in Nederland in het algemeen goed gaat, wat mogelijk samenhangt met het ouder worden van de bossen. De talrijkste is de Grote Bonte Specht, die zich ook rond Vries het gemakkelijkst laat waarnemen.
De Groene Specht is met een opmars bezig en is nu ook rond Vries een vaste verschijning. Opvallend is vooral de zeer luide roep van de Groene Specht, die de een doet denken aan een hinnekend paard, terwijl de ander het gevoel heeft uitgelachen te worden.
Verder komt nog de Kleine Bonte Specht voor, amper groter dan een mus. Dit spechtje wordt niet ieder jaar waargenomen in het telgebied De Holten door de vogelwerkgroep. Maar mogelijk dat deze specht gemist wordt door het onopvallende gedrag. Ook elders in de omgeving van Vries zijn waarnemingen bekend.

Uilen

Hoort u het typische uilengeroep, dat vaak ook in films wordt gebruikt om een onheilspellende sfeer te creëren, dan gaat het om een zingende Bosuil. Je zou deze uil misschien alleen verwachten ergens diep in het bos, maar de Bosuil broedt gewoon aan de Brink in Vries. De Bosuil lijkt met een opmars bezig, want ook elders in en om het dorp is het geroep van deze uil veelvuldig te horen – zien is veel lastiger omdat de Bosuil gedurende de nacht actief is.
De Ransuil broedt op wisselende plaatsen in het westelijk deel van Vries. In 2011 haalde de Ransuil nog het plaatselijke nieuws, doordat jongen met hun zeer luide gepiep bewoners van de Soltstede uit hun slaap hielden.
Met de Steenuil ging het niet goed, echter met dank aan het nestkastenproject van IVN Eelde-Paterswolde is een stijgende lijn ingezet. Er broeden de laatste jaren meerdere paartjes in dorpen als Donderen en Bunne.


Ook komt in de omgeving de Kerkuil voor. Deze broedt in dorpen als Zeijen, Zeijerveld, Donderen, Rhee en Vries. Deze is hier waarschijnlijk de talrijkste uil.

Roofvogels

Ziet u in de omgeving van Vries een roofvogel, dan is de kans groot dat het een Buizerd betreft. De Buizerd is hier verreweg de talrijkste roofvogel. Verder is hier regelmatig de Sperwer waar te nemen en ook komen Torenvalk en Havik hier voor. In de winter komt daar nog de Blauwe Kiekendief bij.

Gekraagde Roodstaart

De Gekraagde Roodstaart is een vogel van vooral oost-Nederland. Deze kleurrijke vogel (mannetje) is ook rond Vries te zien. Vanuit diverse houtwallen en kleine bosjes is de zang van de Gekraagde Roodstaart te horen.

Koekoek

De Koekoek vertoont landelijk een dalende trend. Deze vogel is een vaste broedvogel in o.a. de Holten, ten westen van Vries.

Boompieper

De Boompieper is een vogel van vooral oost-Nederland, waarbij Drenthe een van de kerngebieden is. Vrijwel overal waar houtwallen, bosjes en bosranden zijn, daar zit de Boompieper. De Boompieper is haast niet te onderscheiden van de Graspieper. Maar zit deze in een boom, ga er maar van uit dat het een Boompieper is. De Graspieper is hier minder talrijk, het Noordsche Veld bij Zeijen is een goede locatie, maar ook wel het open agrarisch gebied.

Grasmus

De Grasmus is geen mus en zingt vooral vanuit struiken. Deze vogel komt in overal in Nederland in het landelijk gebied voor waar maar struikgewas is. In Drenthe zitten relatief hoge concentraties. Ook rond Vries is in het voorjaar de typische krassende zang van de Grasmus te horen, die met wat fantasie wel aan een zaag doet denken. De Grasmus is een ‘krasmus’, dit is een handig geheugensteuntje.

Roodborsttapuit

Nog maar enkele decennia geleden moest je naar de grotere heidegebieden om een Roodborsttapuit te zien. Deze vogelsoort heeft zich sindsdien behoorlijk uitgebreid. Ook in de omgeving van Vries is de Roodborsttapuit nu waar te nemen.

Boomklever

De Boomklever is net een klein spechtje en heeft net als de specht een voorkeur voor oude bomen. Enkele decennia geleden moest je nog naar een gebied als het Norgerholt om een Boomklever te zien. Sindsdien heeft de soort zich spectaculair uitgebreid. U kunt de Boomklever zelfs in de tuin op bezoek krijgen, mits u grote bomen in de tuin heeft.

Goudvink

De Goudvink is een zeer opvallend gekleurde grote Vink. Deze vogel komt vooral voor op de zandgronden van oost-Nederland. De Goudvink is o.a. dol op bloesem en heeft u in het voorjaar bomen in de tuin in bloei staan dan kunt u een bezoekje verwachten.

Appelvink

De Appelvink is een vink met een erg dikke snavel, waarmee deze harde pitten kan kraken. Deze vogel was hier vrij schaars, maar is de laatste 10 jaar behoorlijk toegenomen. Let vooral op een roodborstachtig ‘tic’, het kan zo maar een Appelvink zijn.

Kneu

De Kneu is een kleurrijke vogel (mannetje) van het open landelijk gebied. De aanwezigheid van kruidenrijke, lage begroeiing is hierbij belangrijk. Onder meer op het Noordsche Veld en in het gebied tussen Donderen en Yde voelt de Kneu zich goed thuis. En ook op de nieuwe landgoederen bij Zeijen en op bedrijventerreinen met braakliggende grond. De Kneu is vaak het gemakkelijkst waar te nemen door de typische knisperende roep.

Paapje en Grauwe Klauwier

Paapje en Grauwe Klauwier zijn 2 vogelsoorten die in Nederland vooral geconcentreerd zijn in Drenthe en daarom in deze opsomming ook nog even vermeld worden. Een goed gebied voor de Grauwe Klauwier is het Stroomdallandschap van de Drentsche Aa. Ook in talloze andere beekdalen in Noord-Drenthe is deze vogel waar te nemen. Het Paapje is ook te zien in het gebied van de Drentsche Aa, maar de beste locatie is toch wel het Fochteloërveen, waar zich een derde van de Nederlandse broedpopulatie bevindt.

Nachtegaal

De Nachtegaal doet het in Nederland alleen goed in de duingebieden en enkele grote natuurgebieden. Daar buiten is het een vrij schaarse vogel geworden.  Deze vogel is lastig om te zien, maar het mannetje is des te gemakkelijker te horen. Hoort u een luide, gevarieerde zang, vol trillers, dan gaat het waarschijnlijk om een Nachtegaal. En dat kan ook ‘s nachts zijn, dat verklaart meteen de naam. Na 2013 zijn er bij de vogelwerkgroep helaas geen waarnemingen bekend in de omgeving van Vries.

Zwaluwen

Er zijn in de omgeving van Vries 3 soorten zwaluwen waar te nemen. Heeft de zwaluw een opvallend witte stuit dan gaat het om de Huiszwaluw. Ontbreekt de witte stuit dan betreft het de Boerenzwaluw, tenzij er zich vlak in de buurt een steile zandige wand bevindt, dan kan het ook een Oeverzwaluw zijn. In het zandgat te Ubbena zit al vele jaren een kolonie Oeverzwaluwen. Dit gebied is echter niet openbaar toegankelijk. Voor de Boerenzwaluw en de Huiszwaluw is het van belang dat ze bij schuren e.d. naar binnen kunnen vliegen, zodat ze daar kunnen nestelen. De vogelwerkgroep inventariseert al jaren de broedende Huiszwaluwen in de omgeving van Zeegse, Oudemolen en Taarlo. 

Dodaars

De Dodaars is een kleine fuut. Diverse vennen in de buurt van Vries herbergen wel een broedpaartje Dodaars.

Eenden

Behalve de algemeen bekende Wilde Eend, broedt in de omgeving van Vries ook de Kuifeend. In bijvoorbeeld het Holtveen is de Kuifeend een vaste broedvogel. Ook de Wintertaling broedt in Drenthe. Buiten de broedperiode komen daar in de omgeving nog diverse andere soorten bij. Het aantal Wintertalingen neemt dan sterk toe en dat geldt ook voor de Smient. Verder kunnen dan in lagere aantallen Krakeend, Tafeleend, Slobeend en Grote Zaagbek worden waargenomen. Het Bongeveen bij Bunne is een van de beste plaatsen in de nabije omgeving voor het waarnemen van eenden.

Zwanen

Behalve de algemeen bekende Knobbelzwaan is er in de omgeving van Vries in de winter nog een zwaan waar te nemen, namelijk de Wilde Zwaan. Deze onderscheidt zich onder meer door een gele snavel. De Wilde Zwaan is o.a. te zien in het agrarisch gebied tussen Vries, Zeijen en Donderen. Het moet dan echter wel echt winter zijn. In een kwakkelwinter blijft de Wilde Zwaan massaal hangen ten oosten van Nederland en zit dan in Drenthe alleen op de toplocaties.
Ook is hier in de winter soms de Kleine Zwaan te zien. Deze heeft een kortere hals dan de Wilde Zwaan en heeft ook minder geel op de snavel. Met de Kleine Zwaan gaat het de laatste jaren niet goed in Nederland. En dat is extra zorgelijk omdat Nederland internationaal een zeer belangrijk land is voor de Kleine Zwaan.

Ganzen

Drenthe mag dan binnen Nederland niet echt een ganzenprovincie zijn, dat gaat echter niet op voor de Toendrarietgans. Deze gans komt in de herfst/winter vanuit de toendragebieden naar Nederland. Relatief veel belanden in Drenthe en de Toendrarietgans is in deze periode dan ook de meest voorkomende gans in Drenthe. Rietganzen zijn vaak te zien in grote groepen van honderden tot wel duizenden exemplaren. Bijvoorbeeld in het agrarisch gebied nabij Zeijen, maar af en toe ook wel dichter bij Vries. In grote groepen Rietganzen zitten bovendien ook vaak Kolganzen.
Ook zijn er een aantal ganzen die de omgeving als broedgebied hebben ontdekt. Het gaat om Canadese Gans, Brandgans en Nijlgans. De laatste komt oorspronkelijk uit de omgeving van Egypte en het betreft nazaten van uit gevangenschap ontsnapte exemplaren.

Reigers

Van oudsher komt hier de Blauwe Reiger voor. Indien u een vijver heeft kunt u deze zelfs in de tuin op bezoek krijgen. De Grote Zilverreiger was daarentegen niet zo lang geleden nog een zeldzaamheid. Inmiddels is deze reiger een bekende verschijning in de herfst/winter in waterrijke gebieden en beekdalen. De Grote Zilverreiger is nu een vaste wintergast in bijv. het beekdal van de Grote Masloot tussen Vries, Zeijen en Donderen.

Ooievaar

Ook in de omgeving van Vries zijn ooievaarsnesten geplaatst en deels ook met succes. Er broeden al jaren Ooievaars in Rhee en Taarlo en inmiddels ook in Vries. Ook elders in de omgeving kunnen wel Ooievaars worden waargenomen.

Kwartel

De Kwartel is een van de weinige broedvogels van het agrarisch gebied waarmee het de laatste jaren wel goed gaat. Ook in de omgeving van Vries en Zeijen kan in het voorjaar het geroep van de Kwartel worden gehoord. Zien is erg lastig doordat de Kwartel nogal klein is en zich gemakkelijk tussen het hoge gras of landbouwgewas kan verstoppen.

Weidevogels

De omgeving van Vries heeft zich helaas niet onttrokken aan het landelijke beeld van grote afname van de aantallen weidevogels. Grutto, Tureluur en Wulp komen nog voor, het gaat echter om zeer lage dichtheden. De afname van de Grutto is dramatisch te noemen en dat geldt inmiddels ook voor de Wulp. Voor het waarnemen van de Grutto kan men tegenwoordig beter naar de Peizermaden of de Onnerpolder. Voor de Watersnip is het Stroomdallandschap van de Drentsche Aa een goede locatie en voor de Kemphaan kan men in Noord-Drenthe het beste naar het Leekstermeergebied.