Vogels

Ooievaar

Ciconia ciconia 100-115 cm, 90 cm hoog

Eind april moesten wij plotseling voor een begrafenis van een kennis op leeftijd naar Kloosterburen in het hoge Noorden van Nederland. We hadden een plekje op een kleine camping in Assen geboekt, omdat we daar na de uitvaart een paar dagen wilden kamperen en fietsen. Zo maak je van een treurig iets toch ook nog iets leuks. Nou is autorijden niet mijn ding en overleef ik de rijtijd door op zoek te gaan naar dieren. In Drenthe zag ik mijn eerste ooievaar en was gelijk alle reisleed vergeten. Deze prachtige grote witte loopvogel met zijn zwarte slagpennen, rode snavel en lange poten liep als een vorst door het natte grasland zoekend naar kikkers, muizen, insecten, regenwormen, slakken etc. Mijn dag kon niet meer stuk en ik had gelijk een onderwerp voor dit stukje.

Geluksbrenger
Zijn naam komt uit het ouddduits , “ode-bero” en betekend geluksbrenger, symbool voor geluk en nieuw leven. Nou, dat ging in dit geval zeker voor mij op, want we waren daarna voor mijn gevoel, en vele ooievaars later, zo op de camping in Assen gelegen achter het TT-circuit. Een heel leuke camping met maar 9 plaatsen in een pracht gebied en gelukkig voor ons waren er geen races. Tijdens onze fietstochten in de omgeving zagen we regelmatig ooievaars. Foeragerend in nat gebied en vaak ook staand op grote takkennesten, gebouwd op een door de mens neergezette hoge paal met wagenwiel, op een schoorsteen of op een hoge getopte boom. Meestal met meerdere nesten bij elkaar.

Uit het nest gekieperd
Als de ooievaars eind februari terugkeren van hun overwinteringsplek in Afrika/Zuid-Afrika zoeken ze meestal hun oude nest op en daar vinden de partners van voorgaande jaren elkaar weer. In april-mei volgt na een uitgebreide balts op het nest, waarbij ze hun kop in de nek gooien en veel klepperen, de paring. Er wordt nu eerst een nieuwe laag takken op het nest aangebracht en daarna legt het vrouwtje de 3-5 eieren met een tussenpose van 2 dagen. Als er 2 eieren zijn beginnen de aanstaande ouders al met broeden. En na 31-34 dagen kruipen de jongen uit het ei en begint er een drukke tijd voor pa en ma ooievaar. Het laatst geboren ooievaartje overleeft de voedselstrijd met zijn broertjes en zusjes meestal niet en wordt dan maar opgegeten door één van de ouders. Gaat er een groter jong dood dan wordt die gewoon uit het nest gekieperd. Ja, de natuur is wreed, maar zo weten deze vogels in elk geval dat er een paar jongen groot worden. Na 8-9 weken verlaten de kleintjes het nest, maar worden nog wel een aantal dagen gevoerd. Voor die tijd doen ze vliegoefeningen (springen omhoog en klapperen met de vleugels) op het nest en dan wagen ze de sprong het nest uit en gaan op eigen vleugels verder. Tot die tijd houden ze het nest redelijk schoon, want de jongen spuiten hun uitwerpselen over de rand van het nest. Zo kunnen wij ontdekken (poep onder het nest) of er kleintjes in het nest liggen, want die zijn vanaf de grond niet waar te nemen als ze nog erg klein zijn.

Afrika
Per jaar hebben ze maar één legsel en als deze taak volbracht is maken ze zich in september op voor vertrek naar Afrika. Hierbij maken ze veel gebruik van stijgwinden om al zwevend op de thermiek deze grote afstand te kunnen overbruggen. Bijzonder is dat ze zoveel mogelijk om de Middellandse Zee heen gaan. Zowel oostelijk als westelijk. Afhankelijk waar ze gebroed hebben. Maar er blijven ook aardig wat ooievaars door de steeds zachter wordende winters gewoon in Europa. Heel verstandig, want tijdens de wintertrek sneuvelen er nog al wat vogels. Vaak ook door het eten van vergiftigde sprinkhanen in Afrika of door afschot.

1200-1300 broedparen
In 1974 waren er helaas nog maar 8 broedparen in Nederland en daarom besloot de Vogelbescherming en een aantal vrijwilligers een reddingspoging te doen. Zo ontstond ooievaarsdorp “Het Liesveld”. Hier zijn toen ooievaars samengebracht en de daar geboren jongen vrijgelaten. Dat heeft zeker succes gehad, want in 2020 zijn er 1200-1300 broedparen geteld. En ze verspreiden zich ook steeds meer over Nederland. Veel mensen hopen op de komst van de stork of uiver, zoals de ooievaar ook wel genoemd wordt. Ik weet inmiddels al 3 nesten op palen, die hier op Voorne zijn neergezet. En laat ik nou op 14 mei jl. bij camping ’t Weergors te Hellevoetsluis een ooievaar in de lucht hebben zien zweven op de thermiek. Een prachtgezicht en ik hoop dan ook dat er meerdere exemplaren snel deze kant op komen om te broeden. Er zijn inmiddels genoeg opvanggebieden voor regenwater waar al heel veel vogels en andere dieren (kikkers!) van profiteren en waar de ooievaar zeker goed uit de voeten kan. Dus ooievaar kom maar op!

Gerda Hos

Ontdek meer over

Deel deze pagina