Vogels

Kemphaan

Calidris pugnax                                  vrouwtje 26 cm, man 32 cm

door Gerda Hos

Sinds een tijdje komt er een echte vogelaar, mijnheer X, als deelnemer naar de zorgboerderij waar ik vrijwilligerswerk doe. Het is een goede bekende van me en we hebben samen elke keer weer vreselijke lol tijdens onze wekelijkse tuinwerkzaamheden. Daar hij ook elke week vogels telt steekt hij mij met zijn waarnemingen de ogen uit. Als we elkaar zien begint hij al te glimmen en weet ik dat er weer iets heel bijzonders is gezien. Heel vaak zeearenden en deze keer dus ook kemphanen.
En laat ik die nou ook een keer gezien hebben. Jaren geleden was ik bij een schoolvriendin in Abbenbroek en daar liepen ze in het weiland achter het huis. Toen zag je ze nog regelmatig, tegenwoordig is dat een zeldzaamheid. Dus ik begreep het enthousiasme wel van X.

Mooie schubtekening
Kemphanen zijn hier helaas alleen nog te zien in de trektijd en de winter. Ze zijn zo groot als een tureluur, maar de snavel is korter. De kleur is van zowel man als vrouwtje zandkleurig met een donkere schubtekening. Mooi maar niet echt opvallend. Dat wordt het mannetje pas als rond mei – juni de hormonen op gaan spelen.. Dan krijgt hij een witte, bruine of zwarte halskraag en fraaie oorpluimen. In april zijn de mannetjes teruggekeerd uit hun overwinteringsgebied (Zuid-Afrika) en verzamelen ze zich op de baltsplaats, de “lek”. Deze baltsplaats wordt jaren achter elkaar bezocht. Dan verschijnt ook de prachtige kraag en oorpluimen en bezet elke haan een kleine verhoging, de “honk”. Ze proberen nu door schijngevechten de inmiddels gearriveerde hennen voor zich te winnen.

Twee soorten hanen
Er zijn 2 soorten hanen te onderscheiden. De haan met de zwart/roodbruine kraag en die met de witte kraag. Deze laatste is het satellietmannetje. Hij is helaas niet in trek bij de vrouwtjes. Maar de haan met de donkere kraag is het standmannetje, een echte macho. Hier kiezen de vrouwtjes voor, maar tijdens de gevechten verliest het standmannetje wel eens het vrouwtje uit het oog en grijpt de slimme satellietman zijn kans en paart met haar. Zo uitgekookt! De hen paart vaak meerdere keren voor ze wegvliegt van het strijdtoneel en een plek voor het nest zoekt. Vaak bij andere vrouwtjes. In vochtige graslanden of natte heide wordt een simpel kuiltje gemaakt en daar worden de 4 eieren in gelegd en 3 weken bebroed.

De jonge kemphaantjes
Als de jonge kemphaantjes uit het ei kruipen verlaten ze gelijk het nest , maar moeders vangt de eerste dagen nog wel  insecten voor ze. Daarna moeten ze zelf eten (insecten, slakjes, plantenzaden, wormen) gaan zoeken, maar ze blijven nog wel gezellig bij elkaar. Na 25-28 dagen zijn ze vliegvlug en gaan op eigen poten staan. Er is maar 1 broedsel per jaar en daardoor en door de klimaatverandering (gras al te hoog om te broeden als ze terugkeren uit Zuid-Afrika), verlaging van het grondwaterpeil, te zwaar bemesten van de weilanden en het vaak maaien, broeden er bijna geen kemphanen meer in Nederland. En dat is zo jammer! En het schijnt dat er in Spanje en Frankrijk nog op ze gejaagd mag worden. Niet te geloven zoiets.

“Faar”
Buiten de stand- en de satellietmannetjes komt er bij de kemphanen ook nog een “faar” voor. Deze iets grotere kemphaan heeft de geslachtsorganen van een man, maar het uiterlijk van een vrouwtje. Tijdens de schijngevechten houdt hij zich afzijdig en probeert met zowel een mannetje als een vrouwtje te paren.

Vrouwtje en mannetjes komen alleen maar bij elkaar voor de balts en de paring. Daarna gaan ze elk hun weegs. Aan het einde van de zomer verzamelen ze zich in groepen van alleen vrouwen of mannen. En dan beginnen ze aan de trek naar Afrika om te overwinteren. Er wordt overwegend ’s nachts gevlogen.

Geluksvogels
Nu we in Nederland geen echt strenge winters meer hebben zijn er vogels die het aandurven om hier te overwinteren. Scheelt ze weer een lange vlucht terug in het voorjaar. Ze zijn in de winter te herkennen aan de ovale vlek op beide staartzijden, die alleen in de vlucht te zien is. Het zijn echt vogels van het binnenland (Friesland en Noord-Holland), die niet vaak aan de kust zijn te zien. En waar heeft X kemphanen gezien, op Goeree-Overflakkee. Je hebt toch ook altijd “geluksvogels”. Nou het is hem gegund!

Ontdek meer over

Deel deze pagina