Zoogdieren

De wezel

Mustela nivalis              13 – 23 cm

Eind september 2023 kwam de begeleider van de plantsoenendienstploeg een praatje maken. Hij is een goede bekende van me en als ze in Tinte aan het schoffelen zijn komt hij altijd wel even langs om wat te babbelen. Dit keer geen vogelpraatje, want één van zijn mensen had tussen de rozen in het plantsoen tegenover ons huis een dode wezel gevonden. Hij zei: “ Nu heb je gelijk weer een onderwerp voor een nieuw stukje”. En daar had hij helemaal gelijk in. Ik mocht het wezeltje hebben om te fotograferen en daarna te begraven. Wat ik uiteraard gedaan heb. Maar hoe uniek was het om dit kleinste roofdier van Europa van zo dichtbij te mogen aanschouwen.

Lekker ding
Natuurlijk heb ik wel eens een wezeltje met zijn golvende beweging (martersprong) de weg over zien schieten. Maar dan zie je slechts een flits van zijn bruine, slanke en langgerekte lichaam met de korte poten en staart. De buik t/m keel is trouwens wit net als bij een hermelijn. Echt een look-alike! Al is de hermelijn groter en te herkennen aan de zwarte punt aan zijn staart. De wezel heeft een spitse neus met snorharen, felle zwarte ogen en kleine ronde oren. Echt een lekker ding om te zien, maar een geduchte vijand voor zijn prooidieren (hoofdzakelijk muizen, met een voorkeur voor woelmuizen, jonge konijnen, kleine vogels, eieren, kikkers, ratten, mollen). Hij heeft een hoge stofwisseling en moet daardoor dagelijks 25% van zijn lichaamsgewicht eten.

Omgeving
Hij is dag actief, maar jaagt vooral in de schemering en op geur. Zolang er muizen zijn stelt hij weinig eisen aan zijn omgeving. Maar het liefst woont hij in open, droog natuur- en cultuurlandschap. Bos, duin, wei, akkers, bosjes, houtstapels en heggen vindt hij vooral fijn om in te verblijven. Hij leeft lekker solitair tot de hormonen op gaan spelen. Dit kan het hele jaar door plaatsvinden, maar in februari–april wordt er het vaakst naar een partner gezocht (roltijd). Na de paring verdwijnt manlief weer en na een draagtijd van 35-40 dagen worden de 5-7 kale en blinde jongen geboren in een nest van bladeren en gras. Het nest bevindt zich meestal in een spleet of boomholte. Na 3 weken openen de kleintjes hun ogen en na 2-3 maanden zijn ze zelfstandig en geslachtsrijp. Dat is vrij snel, maar als je bedenkt dat ze vaak niet ouder worden dan 1 jaar is dit wel belangrijk om de soort in stand te houden. In een goed muizenjaar kan er nog wel eens een 2de worp volgen.

foto Wikipedia (British Wildlife)

Territorium
De jongen moeten dus na 2-3 maanden een eigen territorium gaan veroveren. Een mannetje heeft een sterk begrensd gebied van 1-25 ha (afhankelijk van het voedselaanbod) nodig, dat vaak het territorium van een vrouwtje overlapt. Vrouwtjes nemen genoegen met een gebied van 1-7 ha en dit wordt minder sterk begrensd als dat van een mannetje. Er wordt gewoond in een goed geïsoleerd nest. Dit bereiken ze door veren, stukjes vacht van een prooi, zwerfafval en droog plantenmateriaal te gebruiken. De wezel is de hele dag en ook wel ’s nachts op jacht om aan voldoende voedsel te komen. Tussendoor wordt er snel een hazenslaapje gedaan. Is hij weer actief dan gaat hij regelmatig op de achterpoten staan om de omgeving te verkennen (kegelen) en uit nieuwsgierigheid. Vangt hij een prooi, dan wordt die gebeten in de hals en in de houdgreep gehouden tot deze dood is. Hij is erg moedig en zeer woest. De spreuk: “ zo bang als een wezel” klopt dus niet echt.

Uitwerpselen
Klimmen en zwemmen gaat hem ook goed af. En aan winterslaap doet hij niet. Zijn uitwerpselen zijn kleine, langgerekte sterk gedraaide drollen met een puntig uiteinde. De kleur is zwart/grijs en de maat is 3-4 cm. Nu ik dit weet is het mysterie van de gekke lange drolletjes in ons kippenhok opgelost. Mijn man heeft laatst al een wildcamera bij het hok geplaatst, maar buiten een egel en een kat was daar verder niets op te zien. Kan ook niet want “ ons” wezeltje is waarschijnlijk het dode diertje dat de mannen van de plantsoenendienst gevonden hebben. En dat vind ik toch zo jammer! Een wezel is geen plaagdier, maar ruimt juist allerlei ongewenst dieren op. Bij zijn vaste schuilplaats heeft hij een latrine, dus netjes zijn ze ook nog. En hij maakt een schattig geluidje, een soort “ ki-ki-ki” en bij angst een schille piep.

Gevaren
Vroeger werd er op ze gejaagd omdat ze pluimvee en jachtwild zouden verschalken. Gelukkig mag dit niet meer, want ze hebben het al moeilijk genoeg door aantasting van het leefgebied, het toenemende verkeer en het grote aantal vijanden, zoals de kat, uil, bunzing, havik, en de vos. Ja, het leven van een wezel is niet eenvoudig. We kunnen dit “ muishondje” helpen door takkenbosjes in de tuin te laten liggen, houtwallen, steenhopen, oeverhoekjes te maken en struiken te poten. En door zeker geen muizengif te gebruiken. Daar worden ook nog heel veel andere dieren erg gelukkig van.

Maar hoe dan ook wij hebben dus helaas geen wezeltje meer in de tuin, maar ik ga er alles aan doen om er weer eentje zover te krijgen in onze tuin te komen wonen. En het geluk lachte me toe, want van de week sprong er op 1½ km van ons huis een wezeltje voor mijn fiets. Hij schrok, keerde om en rende het hoge gras weer in. Wat een pracht waarneming en zo dicht bij huis. Dus het vooruitzicht op een nieuwe wezel in onze tuin ziet er goed uit. Nu moet ik zelf alleen nog genoeg geduld zien te hebben! En dat is wel een dingetje!

Gerda Hos

Extra: Tijdens muizenonderzoek is wel eens een wezel gevangen. Kijk hier naar beeld van Nel Kuipers:

Ontdek meer over

Deel deze pagina