Vogels

De bosuil

Strix aluco     38 cm lang

Sinds kort ben ik erachter waar mijn liefde voor uilen vandaan komt. Zo ver als mijn geheugen terug gaat in mijn jeugdjaren (en dat is inmiddels heel ver!) kan ik mij herinneren dat er bij mijn ouders een opgezette bosuil (legaal met een ring) op de schoorsteenmantel stond.

En daar ben ik altijd erg van onder de indruk geweest. Dus daar moet mijn liefde voor uilen uit het ei zijn gekropen. Deze forse, grijs bruin gestreepte en gevlekte vogel met zijn intens zwarte ogen vond ik zo mysterieus dat ik er naar bleef kijken. Ik was er toen zelfs van overtuigd dat hij terugkeek tot in mijn ziel. Wat een pracht beest. Heel af en toe mocht ik hem voorzichtig aaien. Geweldig! En dan die ronde kop met haakvormige snavel en zijn reusachtige klauwen.

Oh, om zo’n prachtige verschijning eens in het echt te mogen zien rondvliegen is een jarenlange wens van mij geweest. Maar dat vond pas vele jaren later plaats tijdens een verregende kampeervakantie in België. Zittend in onze tent en somber naar buiten kijkend ontwaarden we aan het eind van de middag ineens pa en ma bosuil met twee jongen vliegend boven het bos. En dat terwijl het nachtdieren zijn! Onze vakantie was opslag veranderd van verregend naar heel erg geslaagd. Daarna is het me nooit meer gelukt ze te spotten. Maar op deze ene keer kan ik wel de rest van mijn leven teren. Dat dan weer wel!

Zoals de naam al doet vermoeden leven ze in bosrijk gebied. Maar ook in parken en grote tuinen kun je ze tegenkomen. Als er maar oude bomen staan. Eind van de winter tot februari begint de balts en horen we ze naar elkaar roepen. Het mannetje met zijn beverige “oe-hoe hoe oe oe” (inderdaad het angstaanjagende geluid uit griezelfilms) en het vrouwtje antwoordt met “ ku-wik”. Na de paring worden rond begin april 2-5 witte ronde eieren met een tussenpoos van 48 uur gelegd in een holle boom, nestkast, gat in de muur of een rotsspleet.

Takkelingen
Het vrouwtje stort zich na het tweede of derde gelegde ei op het broeden en verlaat alleen het nest voor een poepje en het uitbraken van een braakbal. Manlief zorgt er gelukkig voor dat ze niet omkomt van de honger en beschermt fanatiek het nest en hun territorium. Na 28-30 dagen verschijnt het eerste uilskuiken en krijgt pa het drukker totdat alle eieren uit zijn. Dan gaat ma meehelpen met prooien (kleine zoogdieren – vooral muizen, vogels, amfibieën, regenwormen en soms zelfs een visje) vangen en de jongen voeren. Na 30-35 dagen verlaten de jongen het nest en worden nu “takkelingen” genoemd. Ze kunnen nog niet vliegen maar klauteren wel door/over de takken. En soms vallen ze dan op de grond. Meestal lukt het ze wel om weer naar boven te klauteren en zo niet, dan blijven ze bij de stam van de boom zitten en worden aldaar gevoerd door de ouders. Zelfs als ze uitgevlogen zijn blijven de ouders dit nog lang doen.

Eigen territorium
Maar na 3 maanden (in de herfst) zijn pa en ma het echt zat en worden de kleintjes met zachte drang en geroep aangespoord een eigen territorium te gaan zoeken in de buurt. Dit is een super linke tijd voor ze omdat ze nog niet goed weten hoe ze een prooi moeten vangen en vaak sterven van de honger of zelf prooi worden van een buizerd, havik, sperwer of zelfs van andere uilen. Ja, het leven van een bosuil is niet zonder risico’s. Maar als ze dan eindelijk een eigen territorium hebben gevonden en goed weten hoe ze een prooi moeten vangen blijven ze solitair leven tot in februari de hormonen op gaan spelen en ze een partner gaan verleiden met hun geroep. Daarna begint het hele spektakel weer van voor af aan.

In tegenstelling tot de kerkuil is de bosuil geen actieve jager. Hij wacht op een tak tot er een prooi langs komt om die dan met zijn sterke klauwen te grijpen. Ze hebben een heel goede herinnering en weten in hun jachtgebied precies waar een boom ed. staat zodat ze daar niet tegenaan vliegen. Is het weer te slecht voor de jacht dan eten ze gewoon kikkers, wormen of wat langs komt. Ja, ze doen niet zo moeilijk.

Onheil
Al met al een schitterend beest. Al dachten ze daar vroeger anders over. Toen vonden ze deze nachtvogels de voorbode van de dood of ander onheil. Met hun nachtelijk gekrijs kan ik me daar wel iets bij voorstellen. En toen allebei mijn ouders er niet meer waren en hun huis leeggehaald moest worden is de opgezette bosuil in de grijze kliko beland en daar heb ik nu nog steeds ontzettend veel spijt van. Maar ja, gedane zaken nemen geen keer, dus ik zal ermee moeten leren leven. En dat lukt gelukkig heel goed.

Geraadpleegde lectuur: Magie van uilen door Miriam Darlington

Gerda Hos
juli 2023

Ontdek meer over

Deel deze pagina