Vogels in de stad en omgeving
Vogelvriendelijk maken van tuinen in het Gooi
Wil je graag je tuin of balkon vogelvriendelijker maken? Hier vind je praktische tips die passen bij jouw type tuin of balkon en de vogels die in je omgeving voorkomen. In dit artikel kijken we naar een aantal soorten tuinen en balkons in het Gooi en welke vogels daar veel voorkomen. Per type plek geven we tips om een vogel die graag in deze omgeving voorkomt een handje te helpen met het vogelvriendelijk maken van een tuin. Zo wordt jouw buitenruimte een waardevol verlengstuk van de lokale natuur.
Het Gooi heeft een bijzonder rijke variatie aan landschappen en natuur. Vogels verblijven daarom graag in onze natuur. Het leefgebied van vogels stopt echter niet bij de randen van een natuurgebied. In de juiste omstandigheden settelen vogels zich graag in de bebouwde omgeving. Tuin- en balkoneigenaren in het Gooi kunnen daarom van grote waarde zijn om bij te dragen aan de gezondheid en verspreiding van vogels. We kijken naar de Gooise stadstuin in het algemeen, balkonbezitters, tuinen in de boomrijke omgevingen van het Gooi en mensen met oudere woningen en tot slot tuinen die in de buurt van heide liggen.
De gooise stadstuin: Huismus
De huismus is een veel voorkomend vogeltje en leeft vooral in steden en dorpen. De huismus is in 2024 uitgeroepen tot vogel van het jaar. Niet direct goed nieuws voor de huismus. Deze uitverkiezing betekent namelijk vaak dat de vogel onder druk staat en in aantal terugloopt. Dit kan verbeterd worden door tuinen huismusvriendelijk te maken. Gelukkig is het nog wel de meest getelde vogel in de jaarlijkse tuinvogeltelling.
Huismus, foto Martin van BerkelDe huismus is absoluut niet schuw en is dan ook graag in de buurt van mensen. Ben je een echte rommelkont? Dan is de huismus een vogel die dit enorm waardeert. Van losliggende takken, bladeren en zelf van dierenharen maakt de huismus namelijk zijn nest. Een helemaal aangeharkte tuin is dus minder fijn voor de huismus. Daarnaast is de huismus een dankbare gebruiker van nestkasten.

Uit onderzoek blijkt dat de huismus in alle stedelijke gebieden veel voorkomt, maar in Hoog Nederland nog algemener is. Dit is het gedeelte van Nederland dat boven de zeespiegel ligt. In het Gooi is het hoogst gelegen gebied grofweg een strook die ten zuiden van Hilversum, door Hilversum loopt en dan naar het noordoosten afbuigt richting Crailoo tot het zuiden van Huizen.
Ondanks dat de huismus vooral in de stad leeft, houdt hij ook van een stukjes groen. In struiken, klimplanten en in de heg kan hij zich bijvoorbeeld goed verstoppen voor zijn vijanden zoals de kat. Daarnaast zorgen deze schaduwplekken in de zomer voor verkoeling. Het beste kan je planten kopen die van nature in Nederland voorkomen, zoals de gewone taxus, klimop of de kardinaalsmuts.
Door de gewone taxus of planten zoals de wilde liguster te plaatsen zorg je naast verkoeling, ook voor voedsel. De huismussen zijn namelijk gek op de bessen uit deze bosjes. Daarnaast lust de mus broodkruimels, vetbollen, pinda’s, granen, insecten en zaden. Maar laat ook vooral de uitgebloeide bloemknoppen staan, want die ruimt de huismus graag voor je op.
Naast het neerzetten van planten is het misschien ook goed om nog iets anders te doen. De gemeente Hilversum heeft het project ‘Steenbreek’, dat als missie heeft om stenen weg te halen en in de plaats daarvoor een stukje groen te maken. Dit zorgt onder andere voor meer natuurlijk leven in de stad. Ook de huismus is blij met dit stukje grond. Voor dit vogeltje is namelijk het stukje zand wat vrijkomt een heerlijk zandbad. Schadelijke parasieten, luizen en mijten raakt hij hierdoor kwijt.
Het Gooise balkon: Mezen
Een balkon is vaak klein en hoog van de grond. Daardoor moet je af en toe wat creatiever zijn dan mensen met een tuin, maar vogels op het balkon krijgen is niet onmogelijk. De makkelijkste vogeltjes om op het balkon te krijgen zijn de koolmees en pimpelmees. Deze vogels verblijven het hele jaar in Nederland. Ook zijn ze niet verlegen om zich op je balkon te laten zien. Het is wel belangrijk dat je hier iets voor doet. Omdat ze zich het hele jaar in Nederland bevinden hebben ze afhankelijk van het seizoen ander voedsel nodig.
Vanaf eind april tot en met begin juni eet de koolmees voornamelijk rupsen, insecten, larven en spinnen. In deze periode broeden ze ook en kunnen dan wel 10 eieren leggen. Aangezien deze insecten in de wintermaanden niet of nauwelijks aanwezig zijn, eten koolmezen in de wintermaanden bessen en zaden, maar maken ze ook dankbaar gebruik van vetbollen en ander vogelvoer dat je ergens op je balkon kan ophangen. De pimpelmees broedt in een iets langere periode, van eind maart tot juli. In deze maanden legt de pimpelmees ongeveer 15 eieren, waardoor het zomaar erg druk kan worden op je balkon.
Qua voedsel heeft de pimpelmees een soortgelijk dieet als de koolmees. Vetbollen en het vogelvoer lusten de mezen graag, maar ze zijn ook gek op vruchten en bessen. Een goed boompje voor op het balkon is onder andere de krentenboom. Van deze boom kunnen zowel jij als de mezen het hele jaar genieten. In het voorjaar zit de boom namelijk vol bloesem en komen er insecten op af. In het najaar krijgen de bladeren prachtige gele en rode kleuren. Daarnaast groeien er besjes aan die graag gegeten worden door de kool-en pimpelmees. Ook de roodborst, merel en zanglijster lusten deze besjes graag en kunnen een bezoek brengen aan je balkon. Ook de winterjasmijn is een fijne boom voor op het balkon. De winterjasmijn is een winterharde klimplant die in de winter felgele bloemen geeft. In de zachte wintermaanden zijn er daarom nog insecten te vinden in de plant. Na de bloei is de plant vooral goed voor beschutting. Het blad wordt dan namelijk donkergroen.
Pimpelmees en koolmees zijn van nature holenbroeders. In de stedelijke omgeving betekent dit dat ze vaak gebruik maken van broedkasten. De broedkasten moeten echter niet te lang zon krijgen omdat het anders te warm kan worden voor hen. Degene die een balkon op het zuiden hebben kunnen daarom beter geen broedkast plaatsen. Op deze balkons zal het namelijk al snel te warm worden, tenzij het mogelijk is om goede beschutting te plaatsen. Een alternatief is om een nestkast aan een boom in de buurt te hangen. Tot slot is een schone badderplaats niet overbodig op een balkon. De mezen kunnen zich hierin namelijk wassen op warme dagen en er tegelijkertijd uit drinken.
Wonen in een boomrijke omgeving: de grote bonte specht
Als je door één van de vele boomrijke omgevingen in het Gooi loopt, zie je ze vast wel eens: spechten. De meest voorkomende spechtensoort is de grote bonte specht. Deze opvallende wit-zwart-rode verschijning is een relatief schuwe vogel, maar wist toch op plek 17 te komen in de jaarlijkse Nationale Tuinvogeltelling. De ‘grote bonte’ blijft dus niet beperkt tot het bos. Inwoners van het Gooi die in de buurt van een boomrijke omgeving wonen of in de tuin genoeg ruimte hebben voor veel bomen kunnen dus ook het vogeltje lokken.
In het Gooi komen relatief veel grote bonte spechten voor, zoals op deze kaart te zien is.
In het Gooi bevinden zich voldoende bosrijke plekken en veel mensen wonen hiervan in de buurt. Als dit zo is, is het de moeite om je tuin geschikt te maken voor deze boomroffelaars.
Een ideale tuin voor de grote bonte specht bevat bomen van verschillende leeftijden. Spechten gebruiken de bomen als nestelplek, maar ook als communicatiemiddel door er tegenaan te roffelen. Grote bonte spechten houden van zachtere bomen die makkelijker zijn uit te hakken en daarom is het goed om ook oudere en stervende bomen (gedeeltelijk) te laten staan. Spechten hebben een gevarieerd dieet, van zaden en bessen tot insecten. Een tuin met veel verschillende soorten planten zal daarom ook het beste werken om voldoende soorten voedsel te bieden.
Spechten staan erom bekend om in de voedselarme winter hun zoekgebied naar eten uit te breiden. Een tuin met veel bomen is natuurlijk niet zo snel is gerealiseerd. Een andere goede manier om spechten te helpen is daarom het plaatsen van een spechtenblok om bij te voeren. Deze blokken zijn op veel plekken te koop, maar ook makkelijk zelf te maken. Wat heb je hiervoor nodig? Een blok hout, boormachine met 10-12mm boor, touw, een haakje om in het blok te schroeven en vogelpindakaas. Om het stuk hout geschikt te maken als voederplaats voor spechten, boor je gaten van 4 á 5 cm diep die je volstopt met de pindakaas. Door middel van de haak en het touw kan je het spechtenblok ophangen, bij voorkeur op een rustige plek in de tuin op. Hang het blok minstens 1,5 meter van de grond zodat de specht overzicht behoudt. Eet smakelijk!
De stad als rotswand: Gierzwaluw
De gierzwaluw staat bekend als een vogel die tijdens het voorjaar plotseling verschijnt. Het spreekwoord luidt dat één zwaluw nog geen zomer maakt, maar de gierzwaluw komt vaak met duizenden tegelijk hierheen vliegen. De exacte aantallen zijn lastig te achterhalen. De gierzwaluw is namelijk een ontzettend goede vlieger. Hij doet eigenlijk ongeveer alles in de lucht: insecten vangen, paren en zelfs slapen (met één hersenhelft tegelijk).
Gierzwaluwkasten, bron
Ondanks dat de gierzwaluw door de vliegvaardigheden eigenlijk kan gaan en staan waar hij wil, is hij toch erg honkvast. Zo houden ze de plek waar ze nestelen het liefst elk jaar hetzelfde. De gierzwaluw komt naar Nederland om te broeden. Dit is een van de weinige keren dat hij zich niet in de lucht bevindt. De gierzwaluw maakt van nature simpele nesten in rotswanden of in holen in bomen. Ook gebruikt hij kieren en spleten van oudere huizen. De gierzwaluw is daarom vaak te zien in stedelijke gebieden. Ook in het Gooi is het een veel geziene gast en dan met name in oude stads- en dorpskernen en vooroorlogse wijken zoals die bijvoorbeeld in Hilversum veel te vinden zijn.
Woningen worden steeds vaker zonder kieren of spleten gemaakt. Isolatie is immers ook fijn. Daarom is het belangrijk de gierzwaluw te helpen. Zo is het bijvoorbeeld goed om oude schuurtjes te laten staan als gierzwaluwen hierin nestelen. Bij moderne woningen is de makkelijkste maatregel om een gierzwaluwkast te plaatsen. Deze nestkast kan aan de gevel worden bevestigd, bij voorkeur vlakbij een hoek. Ook hebben gierzwaluwen een voorkeur voor een nestkast op het noorden of oosten. Geduld wordt beloond, want soms weet een gierzwaluw zo’n kast pas na enkele jaren te vinden. Hopelijk blijven ze daarna terugkeren en krijg je daarmee de waardering die je verdient!
Tuin in de buurt van heide: roodborsttapuit
Op de heide komen over het algemeen andere vogels voor dan in tuinen. De heide is een uniek leefgebied, dat niet zomaar nagebootst kan worden. Het zijn grote, relatief open vlaktes met schrale, zanderige grond. Dit is niet een omgeving die je zomaar in een achtertuin kan namaken. Heidevogels hebben echter ook andere landschapstypes nodig om aan alle voorwaarden te voldoen om te overleven. Vaak zijn dit de omliggende overgangsgebieden zoals bos of struweel (laag tot middelhoog struikgewas). Hierin maken ze onder andere hun nesten. Een voorbeeld van zo’n vogel is de roodborsttapuit.
Uit een inventarisatie van de Vogelwerkgroep Gooi en omstreken uit 2009 blijkt dat de roodborsttapuit in alle onderzochte Gooise heidegebieden voorkomt. Deze tapuitsoort, met bij de mannetjes een opvallende oranje-rode borst, komt voor in open landschapstypes zoals duinen, halfopen agrarische gebieden en dus de heide. Roodborsttapuiten hebben echter niet alleen open vlaktes nodig. Op de heide bevinden ze zich vaak in het struweel. Vanaf hier jagen de roodborsttapuiten op insecten. Ook gebruiken ze de struiken voor hun nestgelegenheid. Roodborsttapuiten broeden op de grond of laag bij de grond in de dichte begroeiing van struiken. Wil je de roodborsttapuit helpen? Plaats dan een paar struiken in je tuin zoals struikheide (op zanderige plekken) of bijvoorbeeld de vlinderstruik (droge grond) in de buurt van open plekken. Deze planten bieden de nestvoordelen en trekken insecten aan. Hierdoor kan de roodborsttapuit een tuin als een uitbreiding van het leefgebied gaan zien.
Algemene tips voor het vogelvriendelijk maken van tuinen en balkons:
- Genoemde artikelen, zoals nestkasten, kunnen het beste gekocht worden bij winkels met expertise, zoals die van de Vogelbescherming
- Snoei bomen en en struiken buiten het broedseizoen zodat vogels niet worden verstoord. Elke vogel broedt tijdens een andere periode, maar in het najaar (november en december) is de meest veilige optie
- Bijvoeren van vogels: gebruik biologisch vogelvoer zonder bestrijdingsmiddelen. Tijdens het broedseizoen (voorjaar) kan je het beste insectenvoer gebruiken. Jonge vogels hebben namelijk eiwitten nodig om te broeden
- Een vogelbad is voor veel vogels fijn. Ze gebruiken het om zich te wassen, voor verkoeling tijdens warme dagen en als drinkplek. Bovendien trekt het insecten aan. Dit zorgt voor extra voedsel.
- Katten kunnen tijdens het broedseizoen het beste binnen gehouden worden, zeker als je weet dat er vogels in je tuin broeden. De kat kan er zelf niks aan doen, maar zal instinctief jonge vogels willen pakken.
Verder lezen en leren
Ben je benieuwd naar nog meer tips and tricks en informatie over het vogelvriendelijk maken van jouw buitenomgeving? De hierboven beschreven vogels bieden een basis, maar er zijn nog veel meer plekken om informatie te krijgen:
- IVN biedt regelmatig cursussen en activiteiten aan die in het teken staan van tuinvogels. Zo wordt regelmatig de interactieve online natuurcursus ‘De levende tuin’ georganiseerd: https://www.ivn.nl/aanbod/natuuracademie/ivn-natuurcursus-de-levende-tuin/
- In de IVN natuuracademie is een module te vinden over tuinvogels, waar zowel herkenning als het verbeteren van tuinen wordt behandeld: https://natuuracademieonline.ivn.nl/resources/dieren-tuinvogels
- De Vogelbescherming organiseert elk jaar de Nationale Tuinvogeltelling. Op de website van Vogelbescherming kan je de resultaten vinden. Door middel van de postcode check is te zien welke vogels er in jouw buurt veel voorkomen: https://www.vogelbescherming.nl/mijn-vogeltuin
- Een ander initiatief van de Vogelbescherming zijn de tuinvogelconsulenten. In ruil voor een donatie komen deze lokale expert bij je thuis om mee te denken en te adviseren over jouw specifieke tuinsituatie. https://www.vogelbescherming.nl/in-mijn-tuin/tuininrichting/persoonlijk-tuinadvies
- De website https://streektuinen.nl/ is een particulier initiatief om te bevorderen dat tuinen verlengstukken worden van de lokale natuur. Zij hebben Nederland opgedeeld in 25 streken en beschrijven de unieke eigenschappen van jouw eigen streek en de dingen die je in de tuin kan doen om aan de natuur bij te dragen
- Tot slot is veel informatie te vinden bij Vogelwerkgroep Gooi en omstreken. Zij doen onder andere onderzoek naar soorten die in onze regio voorkomen. De vogelwerkgroep publiceert meerdere rapporten per jaar over de verschillende tellingen die ze verspreid over het Gooi organiseren: https://www.vwggooi.nl/index.php/rapporten
Met dank aan Martin van Berkel (https://martinvanberkel.nl/) voor een gedeelte van de foto’s

