Bloemen en planten

Stinzenplanten op Sandwijck

De Bilt e.o. 14 april 2024

Op zondagochtend 7 april verzamelden circa 30 mensen zich op de parkeerplaats van landgoed Sandwijck om onder begeleiding van een lekker zonnetje en drie IVN-gidsen de stinzenflora te bewonderen.

Toen om 11 uur het geluid van de klok van de Michaelkerk klonk, begon de wandeling met een korte inleiding en een verdeling van de de deelnemers in drie groepen met elk een gids.

Bij stinzenplanten gaat het om van elders komende bol/knolgewassen die rondom een stins (stenenhuis) geplant werden. In de loop der tijd zijn deze planten verwilderd en hebben ze een eigen functie gekregen in het ecosysteem. Door de opgeslagen voedingsstoffen in de bol, knol of wortelstok, zijn ze instaat om een snelle groeispurt te maken en vroeg in het voorjaar te bloeien. Soms geeft de naam van de plant dit al aan, zoals het sneeuwklokje en de winterakoniet. Deze waren dit jaar vanwege de hoge temperaturen al ruim voorbij hun bloei. Andere soorten stonden wel volop in bloei, zoals het zomerklokje (zie de foto bij dit bericht), boshyacint, sneeuwroem, de kievitsbloem, bosanemoon, hartbladzonnebloem, ossentong, salomonszegel, voorjaarshelmbloem etc.

Bij het narcissenveldje was goed te zien hoe mieren voor de verspreiding van de planten zorgen. Over het algemeen bevatten de zaden van stinzenplanten het zo genoemde mierenbroodje. Dit is een glucose of olierijk aanhangsel aan het zaad en mieren nemen dat deel mee naar hun nest, waarbij tijdens hun tocht het zaadje van broodje los laat. Zo ontspringen er enkele meters verder (bijvoorbeeld aan de overkant van het pad) ook narcissen of een andere soort waarop dit van toepassing is.

Een term die in de bollenteelt gebruikt wordt is bijgoed. De term staat voor soorten die niet tot de hoofdgewassen (tulp, hyacint, narcis) behoren en er bij werden gedaan. Bij stinzenflora spreken we liever van stinzenmilieu, waarin planten die zich van nature thuis voelen vaak in combinatie met stinzenplanten groeien, bijvoorbeeld speenkruid. Dit zijn de begeleiders. Tijdens de wandeling was er natuurlijk nog veel meer te zien en te horen dan alleen planten en dat is altijd een leuke bijvangst, zoals de paddenstoel met de toepasselijke naam:  voorjaarspronkridder.

(Jan Hoen, Natuurgids IVN)

Ontdek meer over

Deel deze pagina