Ambitie en doelstellingen
De provincie Noord-Brabant, het waterschap Aa en Maas en de gemeenten Landerd, Bernheze, Uden, Boekel, Gemert-Bakel en Deurne hebben de ambitie om de Peelrandbreuk en alle daarmee verbonden uitingen meer onder de aandacht te brengen. Met als doel dit bijzondere gebied als Unesco Geopark Peelhorst erkend te krijgen. De initiatiefnemers hebben het volgende voor ogen:
Uniek in Europa
De Peelrandbreuk is een geologische breuklijn in de ondergrond en daardoor schijnbaar onzichtbaar. Niets is minder waar. De breuk beweegt nog altijd en is bepalend voor (de inrichting van) het landschap. Het veroorzaakt geen bergen, maar zorgt wel voor hoogteverschillen. Daar blijft het niet bij, De breuk is bepalend voor de ligging van wegen, waterlopen, bebouwing en het gebruik van het land. Als je de breuk eenmaal kent dan verbaas je je over hoe het onze streek van (grofweg) Heesch tot Roermond beïnvloed.
U heeft een bijzonder stukje Europa in uw achtertuin!
Bovendien zorgt de breuk voor nog een extra bijzonderheid.
Het “Wijst” verschijnsel maakt dit tot een uniek landschap in Europa.
Wijst vind je aan de hoge kant van de breuk. Het grondwater kan door de breuk niet meer horizontaal stromen in de ondergrond en wordt voor de breuk, omhoog gestuwd. Dit maakt dat hoger gelegen gronden nat, zelfs moerassig, zijn en de lager gelegen gronden droger. Een omgekeerd landschap dus!
Het water dat aan het oppervlakte verschijnt bevat veel ijzer. Wanneer dat in aanraking komt met zuurstof gaat het oxideren. Roestvorming treedt op en het water kleurt oranje!
Dit typische, zwaar ijzerhoudende kwelwater langs de Peelrandbreuk noemen we wijst. Wijst kan fosfaatfixatie veroorzaken en de goede waterkwaliteit maakt het tot leefgebied van bijzondere planten en dieren.
Omdat het wijstwater feitelijk grondwater is, soms vanuit de diepte, is de temperatuur van het water door het jaar heen constant. In de winter is het hoger dan die van normaal oppervlaktewater. Sloten met wijstwater bevriezen minder snel. Weilanden die onder water komen in de winter hebben minder last van vorstschade en leveren eerder in het jaar al opbrengst (een extra snee gras in het voorjaar).