Witte koraalzwam groeit op een vochtige, oude boomstam in een bosachtige omgeving. Paddenstoelen

De Natuurstudiegroep en paddenstoelentijd

Beekdaelen-Nuth 25 oktober 2024

Onze Natuurstudiegroep is de laatste weken weer enkele malen actief geweest in de Hellebroekerbeemden. En daar is nu veel te zien, vooral veel paddenstoelen.

Zoals de Gewone honingzwam, op sommige plaatsen staan er echt duizenden bij elkaar. Als ze tussen de Klimop zo gezellig bij elkaar groeien lijken het net afgevallen bladeren, je zou er (van een afstandje) overheen kunnen kijken. Maar als ze uit de bast van een boom ontspringen vallen ze al van ver op, niet te missen. De Honingzwam is een parasiet. Een levende boom die Honingzwam oploopt is ten dode opgeschreven. De schimmel vormt een zwamvlok vlak onder de schors en sluit de vaten van de boom af. Als de boom gestorven is kan de schimmel nog jaren leven van het dode hout, hij is dan een echte afbreker.

 

Een andere grote paddenstoel is de Reuzenchampignon. Dit zijn jonge exemplaren, ze moeten hun hoed nog ontplooien. Als dat gebeurt zijn ze tot maximaal 22 centimeter in doorsnede, een heel stuk groter dan de champignons uit de supermarkt. Maar ze worden ter plekke belaagd, er zijn al gaten in de hoed gegeten. Als gevolg van het veranderende klimaat zijn slakken veel langer actief in het najaar en die kunnen zo’n paddenstoel bijna tot de grond toe opeten. Maar daar krijgen ze de kans niet toe. Voor dat deze paddenstoelen hun hoed hadden kunnen ontplooien was de gemeentelijke maaimachine al langs geweest. Einde
paddenstoel. Maar paddenstoelen groeien snel, als je wat geduld hebt (enkele uren) kun je ze letterlijk de grond uit kijken. Je kunt in de Hellebroekerbeemden ook gewoon rondlopen.

In een paar uurtjes tijd krijg je heel wat (kleinere) paddenstoelen te zien, als je je ogen maar goed de kost geeft.
Wat bijvoorbeeld te denken van deze Kroontjesknotszwam. Geweldig mooi om eens van dichtbij te bekijken. Elk bekervormig takje van deze op een koraal lijkende zwam is voorzien van een vier- of vijftoppig kroontje. Deze soort is vlak voor de eeuwwisseling voor het eerst in Nederland gevonden. Nu is hij in het zuiden redelijk algemeen, maar in de noordelijke helft nog steeds zeldzaam. Het lijkt erop dat deze zwam profiteert van het warmer wordende klimaat en langzaam naar het noorden opschuift.

Nee, dan het kleinere spul. Het Fopdraadwatje is een slijmzwam. Slijmzwammen zijn schimmels, al lijken ze er wel op, ze kunnen zelfs iets maken dat lijkt op een zwamvlok. Het zijn eencellige organismen die lijken op amoeben, eencelligen die zich middels uitstulpingen kunnen voortbewegen. Deze doen dat dan gezamenlijk en samen vormen ze de voortplantingsorganen die we als felgekleurde bolletjes op het hout zien zitten. Als ze zich voortbewegen, zijn het dan dieren? Nee, dat zijn het ook niet, ze planten zich voort door middel van sporen.

Slijmzwammen zijn letterlijk een klasse apart. De gefotografeerde oranje ‘peertjes’ zijn maar enkele millimeters groot, maar vallen door hun kleur (en aantal) sterk op. Die vruchtlichamen bevatten de sporen en draden die bij rijpheid het geheel een pluizig uiterlijk geven. Die draden heten elateren. Als ze zich ontplooien kan de wind de sporen gemakkelijk meenemen. Wonderlijk, hoe eencellige organismen zo samen kunnen werken en een vruchtlichaam kunnen vormen dat vele malen groter is dan de individuele organismen. Om deze te bestuderen heb je een microscoop en veel geduld nodig, maar dan valt er nog veel meer te zien dan bij een gewone boswandeling.

Er valt zoveel moois te zien, van Wimperzwammetje tot Bloedmycena, je raakt niet uitgekeken.

Interesse?

Zo ja, ga dan eens een keer mee met de studiegroep. Kennis is niet nodig, die komt wel vanzelf. Maar het willen ontdekken van voor ons allen nieuwe dingen in de natuur, is noodzakelijk. Samen beleven we daar plezier aan, samen worden we steeds wijzer.

 

Ontdek meer over

Deel deze pagina