Waarom voelt klimaatverandering niet urgent?

Waarom voelt klimaatverandering niet urgent?

Veel mensen maken zich zorgen over klimaatverandering en verlies van biodiversiteit, maar nemen zelf niet zo snel zonnepanelen of verwijderen ze tegels uit hun tuin? Reint Jan Renes, lector Psychologie voor een Duurzame Stad bij de Hogeschool van Amsterdam, doet onderzoek naar de gedragspsychologie achter duurzaamheid.

Aan de keukentafel in zijn woning in het Amersfoortse Vermeerkwartier heeft Reint Jan Renes vanwege corona zijn werkplek ingericht. Hier volgt de ene digitale vergadering de andere op. Vergaderen doet hij staand, met de laptop rustend op een krukje dat op tafel staat. ‘Anders zit ik te veel, staand werken is gezonder.’

Om zijn pols draagt hij een stappenteller die hem motiveert om meer te lopen. ‘Mijn dochter heeft er ook een en samen doen we een fitbit-challenge. Dat competitieve helpt wel om je aan je goede voornemens te houden. Alleen vandaag schiet het nog niet op, ik zit nu op 1.900 stappen.’

Werken apps ook als het gaat om mensen aan te zetten tot duurzaam gedrag?

‘Feedback helpt om mensen tot gedragsverandering aan te zetten. Dat kan met een onderwerp als klimaatverandering lastig zijn, maar sommige apps of een online challenge als “52 weken duurzaam”, kunnen effect hebben. Daarbij krijg je iedere week een opdracht zoals “ga op avontuur in de Nederlandse natuur”, “maak een vogelparadijs” of “eet je vriezer en keukenkastjes leeg om voedselverspilling tegen te gaan”.

Het leuke aan deze challenge is dat het een positieve insteek heeft. Je krijgt tips, en mocht een opdracht niet bij je passen dan kun je met een opdracht van een andere week wel uit de voeten.’

Hoe belangrijk is natuur voor een duurzame stad?

‘Er is een enorme verstedelijking gaande. De Verenigde Naties verwachten dat in 2050 70 procent van de wereldbevolking in de stad woont. Het leefbaar houden van de stad is ongelofelijk belangrijk en de natuur is daar een wezenlijk onderdeel van. Meer natuurlijk groen en een andere omgang met water kunnen helpen om steden af te koelen.’

Onlangs heeft u uw inaugurele rede aan de Hogeschool van Amsterdam uitgesproken. Wat is het onderwerp?

‘De menselijke dimensie van de energietransitie. Het gaat vaak over technologie en economie, wat kost het om van fossiele brandstoffen over te stappen op hernieuwbare energie, terwijl die transitie uiteindelijk afhankelijk is van de keuzes die we maken en het draagvlak dat nodig is voor beleid. Steeds meer mensen maken zich druk om klimaatverandering, maar die zorgen vertalen zich minimaal in actie. Ik probeer met mijn onderzoeksgroep de psychologie daarachter te duiden.’

Reint Jan Renes 2 fotografie Janine Bekker

U was vanwege de coronacrisis tijdelijk gedetacheerd bij het RIVM. Zitten er parallellen tussen het verleiden tot duurzaam gedrag en mensen aanzetten om zich aan de coronamaatregelen te houden?

‘Net als klimaatverandering is de coronacrisis een complex probleem dat collectieve actie vergt. Ik kan in mijn eentje besluiten om korter te douchen of om de auto te laten staan, maar als ik de enige ben, schiet het niet op. Dat geldt ook voor het afstand houden om verspreiding van het virus te voorkomen.

Het verschil met Covid-19 is wel dat als ik als burger iets doe om klimaatverandering te voorkomen, de opbrengsten pas in de toekomst zie. Het directe effect ontbreekt. Bij Covid-19 zie je na een paar maanden al het effect van met zijn allen afstand houden.

Klimaatverandering is minder tastbaar dan corona waarbij de beelden van volle IC’s ons deden beseffen dat we iets heftigs meemaakten. Dat maakt het makkelijker om het probleem te negeren en noodzakelijke gedragsveranderingen uit te stellen. Het is ook lastig om dagelijkse routines te doorbreken.’

Hoe kunnen we het best omgaan met die psychologische barrières?

‘Het afgelopen jaar hebben wij gedragswetenschappers enorm bijgeleerd. Vaak wordt gezegd dat je gedragswijziging aantrekkelijk of gemakkelijk moet maken. Dat is allemaal waar, maar je ziet toch dat we pas massaal in actie komen als we ons daadwerkelijk zorgen maken over datgene wat speelt.

Uiteindelijk moet er bij dit soort collectieve vraagstukken een externe autoriteit zijn die zegt: we gaan handelen. Dat is toch de overheid, die moet zeggen: dit probleem is dermate groot dat wij de leiding gaan nemen en sommige maatregelen gaan afdwingen en regelen. Op andere terreinen die onze persoonlijke levenssfeer raken, zoals het verkeer en onze gezondheid, vinden we dat heel gewoon, dus waarom op dit onderwerp niet?’

Met welke middelen kun je dat bereiken?

‘Allereerst door het te beprijzen. Je zou mensen een jaarlijks CO₂-uitstootbudget kunnen geven. En natuurlijk door beter te communiceren over wat er nodig is om de klimaatdoelen te halen en dat aantrekkelijk te maken. Het gaat nu te vaak over de burger ontzorgen.

Je kunt er als overheid beter vol voor gaan en zeggen dat het behoud van de aarde geld gaat kosten, maar dat het tegengaan van klimaatverandering en behoud van biodiversiteit waardevol voor ons zijn. Het levert mooie natuur, voedsel en droge voeten op.’

Dus u bent voorstander van de tegeltaks, een geldboete voor tuinen die vol liggen met tegels?

‘Ja, net als de belasting op vleesconsumptie is dat een tastbaar voorbeeld waarbij je mensen ermee confronteert dat er iets aan de hand is, waar ze zelf iets aan kunnen doen. Net als bij het rookverbod moet je het als overheid aandurven om datgene wat niet duurzaam is aan te pakken, ook al creëert het misschien frictie.

Wij mensen vinden het niet fijn om vrijheden en verworven rechten te verliezen. Maar als de overheid dergelijke maatregelen neemt vanuit het idee dat het beter is voor het algemeen belang, is de weerstand snel weg. Nu kun je je niet meer voorstellen dat iemand in de kroeg een sigaret opsteekt.

Daarbij helpt het ook om aan bewustwording te doen. Er zijn bijvoorbeeld gemeenten waar teams met kruiwagens de wijk ingaan op het moment dat het hard regent, om het gesprek met eigenaars van betegelde tuinen aan te gaan. Dan kun je meteen laten zien dat het regenwater door al die tegels moeilijk weg kan lopen. Als we van de anderhalvemetersamenleving naar de anderhalvegradensamenleving willen, is bewustwording heel belangrijk.’

Helpt dat ook om de weerstand tegen windmolens en zonneparken te doorbreken?

‘Die windturbines zijn een interessant vraagstuk, want daarmee tast je ook het landschap aan. Mensen maken zich zorgen om de mogelijke gevolgen van slagschaduw en laagfrequent geluid voor hun gezondheid. De vragen die bewoners daarbij hebben, moeten serieus genomen worden.

Het gesprek wordt nog vaak te ver van de burgers af gevoerd. Ga het gesprek aan en dan zul je zien dat bewoners vaak ook andere zorgen hebben, bijvoorbeeld over veiligheid in de wijk. Pak die zorgen op, dan creëer je een gevoel van wederkerigheid.

Daarnaast zijn er interessante experimenten waarbij burgers verantwoordelijk worden gemaakt voor een plan om hun wijk klimaatneutraal te maken.’

IVN wil een natuurbewuste gedragsverandering bereiken door jong en oud actief te laten ervaren hoe leuk, leerzaam, gezond en belangrijk natuur is. Is dat een goede strategie?

‘Op zich is dat een prima gedachte. Het is de uitdaging om met die boodschap juist de mensen te bereiken die niet snel de natuur zullen opzoeken, zeker in deze tijd waarin mensen snel afgeleid worden door werk, Netflix, sociale media en winkelen. Zodra mensen die stap hebben gezet om de natuur te beleven, kan de IVN-strategie wel effect hebben.

Ik zou het heel mooi vinden als het IVN lukt om mensen ervan te doordringen dat ze onderdeel zijn van de natuur en er dus verantwoordelijk voor zijn.’

Heeft u nog tips?

‘Durf jezelf uit te dagen en te dwingen om je doelen hard te maken. Neem bijvoorbeeld de Tiny Forests. Een heel goed initiatief. Het creëert eigenaarschap en burgers werken er samen aan. Maar durf te kwalificeren welke spin-off je hiermee wilt creëren. Ga kijken hoe je dat idee van eigenaarschap nog groter kunt maken.’

Bent u zelf een natuurmens?

‘Ik ben een ontzettend stadsmens, terwijl ik wel op het platteland ben opgegroeid. Ik kom uit Stokkum, een buurtgemeenschap van Markelo. Daar woonde ik met mijn ouders en broers in een verbouwde boerderij. Waar mijn broers heel erg van het slootje springen en het rijden op de tractor waren, was ik meer van het lezen.

Bovendien hou ik heel erg van mensen, ik ben niet voor niets psycholoog geworden. Mijn stad Amersfoort is wel een zeer groene stad en heeft dorpse kanten, daar voel ik me prettig bij.’

CV Reint Jan Renes

 Gedragswetenschapper Reint Jan Renes (1970) promoveerde in 2005 in de sociale psychologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij werkte onder andere als universitair hoofddocent in Wageningen en als lector aan de Hogeschool Utrecht. Hij is mede-auteur van het ‘Draaiboek gedragsverandering: De psychologie van beïnvloeding begrijpen en gebruiken’. Sinds 2019 is hij lector Psychologie voor een Duurzame Stad. Het afgelopen jaar was hij vanwege de coronacrisis tijdelijk gedetacheerd bij het RIVM.

Favoriete natuurgebied? ‘Het strand bij IJmuiden.’
Met wie gaat u daar het liefst naartoe? ‘Mijn vriendin Emma.’
Favoriete seizoen? ‘Zomer’
Favoriete dier? ‘Mijn eerste kat Boggle.’
Favoriete plant/boom? ‘De baobab’ 

Tekst Marianne Wilschut
Foto’s Janine Bekker

Dit artikel verscheen eerder in de zomereditie van Mens & Natuur magazine. Wil je ook het Mens & Natuur Magzine ontvangen? Voor € 24 per jaar ben je al lid van IVN en ontvang je naast 4x per jaar ons magazine ook korting in onze webwinkel (geldt niet voor boeken) en kun je gratis of met korting deelnemen aan onze activiteiten, cursussen en workshops.

Ja, ik word lid

Deel deze pagina