hermelijn Zoogdieren

Ode aan de hermelijn

Hermelijnen zijn kleine marterachtigen die heel goed kunnen jagen. Ze pakken met gemak een konijn dat twee keer zo groot is. Hermelijnen hebben een langgerekt lichaam met korte poten. Rennend kunnen ze daar niet snel mee vooruit komen. Daarom bewegen ze met golvende sprongen, de zogenaamde martersprong. 

De kleine roofdieren leven in natte, open en waterrijke gebieden. Ze vangen daar vooral woelratten, hun favoriete maaltje. Vroeger kwamen hermelijnen ook in de duinen voor, maar daar zie je ze nauwelijks meer omdat de konijnenstand terugloopt. Hermelijnen eten ook graag veldmuizen, ratten en hazen. En ze halen soms nesten leeg van vogels.  

De paartijd van hermelijnen begint in het voorjaar. Bevruchte eicellen ontwikkelen zich niet meteen tot embryo’s, dat gebeurt pas het volgende voorjaar. Een duidelijke verklaring daarvoor is er niet. Mogelijk geeft dit de vrouwtjes langer de kans om drachtig te worden, zo hebben ze nog tot de herfst de tijd om een partner te vinden. De voortplanting is fascinerend en vanuit onze menselijke blik enigszins bizar. Als de jongen in het voorjaar zijn geboren dan begint direct de paartijd. Het mannetje zoekt een vrouwtje op dat net jongen heeft gekregen. Hij bevrucht dan het vrouwtje én alle pas geboren vrouwtjeshermelijnen. Deze vorm van pedofilie is uniek in de dierenwereld en zorgt ervoor dat de soort kan voortbestaan.  

Ondanks die overlevingsstrategie gaat het niet goed met de hermelijnen. Sinds 2020 staan ze op de rode lijst als kwetsbare soort. Ze zijn vrij zeldzaam en je zal ze niet snel tegenomen. De meeste kans heb je rond de ochtend- of avondschemering, dan zijn ze actief.  

Een deel van de hermelijnen krijgt in de winter een witte vacht, een ander deel blijft bruin. Nederland ligt daarmee in een soort grensgebied; in Scandinavië zijn alle hermelijnen in de winter wit en in Frankrijk blijven ze juist allemaal bruin. Met een witte vacht vallen ze veel minder op in de sneeuw. Aan het uiteinde van hun staart hebben ze een zwart puntje. Dat leidt roofdieren af. Die duiken richting de opvallende staartpunt en missen dan de wegvluchtende hermelijn. Ook in Nederland, waar weinig sneeuw valt, heeft het voordelen voor de hermelijn om wit te zijn in de winter: met een witte vacht houden ze veel beter warmte vast. 

Bron: Bunzing, hermelijn en wezel – Edo van Uchelen (KNNV uitgeverij) 

Mens & Natuur magazine

mens_en_natuur_magazinesDit artikel verscheen eerder in de herfsteditie van Mens & Natuur magazine 2023. Wil je ook het Mens & Natuur Magazine ontvangen? Voor € 25 per jaar ben je al lid van IVN en ontvang je naast 4x per jaar ons magazine ook korting in onze webwinkel (geldt niet voor boeken) en kun je gratis of met korting deelnemen aan onze activiteiten, cursussen en workshops.

Ja, ik word lid

Ontdek meer over

Deel deze pagina