Illustratie boom: Marike Knaapen Overig

Andere verhalen voor een andere wereld 

Welk verhaal vertel je jezelf over de natuur en je plek daarin? Dat is bepalend voor hoe je de natuur beleeft en hoe je ermee omgaat. ‘Andere verhalen maken andere denksporen mogelijk.’ 

We zijn de verbinding met de natuur verloren. We hebben de natuur ondergeschikt gemaakt aan ons economisch eigenbelang en zijn gaan denken dat we buiten en boven de natuur staan, en er geen onderdeel meer van zijn. Natuurorganisaties dragen steeds meer uit dat deze verbroken verbinding de grondoorzaak is achter de vernietiging van de natuur, het uitsterven van soorten, degradatie van ecosystemen, klimaatverandering. Ook IVN heeft een toekomstvisie opgesteld die draait om het herstellen van de verbinding tussen mens en natuur. 

Maar hoe doe je dat? In de kern gaat het om niets minder dan een verschuiving van wereldbeeld. Een ander narratief, zoals dat heet, oftewel: een ander verhaal dat we onszelf vertellen over onze plek in de wereld en onze relatie met de natuur. Als je het gaat hebben over een ander verhaal, dan heb je het in eerste instantie over andere taal, andere woorden.  

Schrijver en filosoof Eva Meijer schreef vorig jaar in NRC over de betekenis van woorden, en de woorden die we missen om het verlies van de levende wereld mee uit te drukken: ‘“Bos” betekent voor grote bedrijven toekomstige winst, terwijl het bos voor de menselijke bewoners een levend organisme is, waarmee zij en talloze andere dieren verbonden zijn. Die verbindingen worden uitgedrukt in een houding van respect en in verhalen, verhalen die een alternatief bieden voor technische en economische taal.’ Ze draagt daarbij ook nieuwe woorden aan die we nodig hebben. Zo beschrijft ‘winterwee’ het gemis van winters met sneeuw en ijs. ‘Hittevrees’ staat voor de hittegolven die door klimaatverandering steeds vaker op ons afkomen.  

Illustratie zeemachine: Marike Knaapen

Praten met de zee 

Iemand die ook op zoek is naar andere woorden voor een andere wereld, is schrijver en ontdekkingsreiziger Arita Baaijens. Zeventien jaar op rij ging ze elk jaar naar de Sahara om daar met een eigen karavaan van kamelen in te ‘verdwijnen’. Ze ging te paard naar het Altaj-gebergte in Centraal-Azië waar de mensen zonder blikken of blozen het landschap als ‘bezield’ ervaren. ‘Terug in Nederland merkte ik dat ik nauwelijks de woorden kon vinden om een natuurverbondenheid uit te drukken die op andere plekken heel normaal is.’ 

In het project Taal voor de Toekomst ging ze met een ‘lerende taalmachine’ op zoek naar een ‘eco-poëtische’ taal die een andere relatie met de zee mogelijk maakt. ‘Onze taal met betrekking tot de zee is heel technocratisch en ons eigenbelang staat voorop. Het gaat over visvangst, vaarroutes, plekken voor windmolens. Dat is het typische ingenieursdenken van Nederland, waarin maakbaarheid bovenaan staat. Wij maken, controleren en reguleren de natuur.’  

  ‘We hebben verhalen en taal nodig waarin natuur de maat der dingen is’, is het credo van Taal voor de Toekomst, waar negen schrijvers aan meededen. Daarnaast liet Baaijens via de taalmachine, die bedacht is door een Amerikaanse kunstenaar, vragen stellen aan de zee. Het algoritme creëerde een taal met allerlei woordvondsten en mysterieuze zinnen die inspireerde om anders over de zee te gaan nadenken – bijvoorbeeld ‘onderwatersnood’ of ‘lotsgemelijk’. 

‘Natuurlijk is dit ook een ludieke act, maar met een serieuze ondertoon. Het verhaal dat je jezelf vertelt, is zo wezenlijk. Wij geloven in het verhaal van efficiency, van de markt, van productiviteit. Daarin is de natuur een grondstof die door ons in gebruik moet worden genomen, een warenhuis waarin we kunnen shoppen. Maar andere taal en andere woorden maken andere inzichten en andere denksporen mogelijk.’ 

Illustratie jungle: Marike Knaapen

Stemmen van het bos 

Hoe een ander verhaal leidt tot een ander wereldbeeld, maakte Baaijens mee tijdens een reis naar Papoea-Nieuw-Guinea. ‘Ik werd eerlijk gezegd gek van dat oerwoud daar. Snikheet, overal bomen, ik werd er claustrofobisch van. Ik was de woestijn en de bergen gewend waar ik ver voor me uit kon kijken. Totdat Albert, mijn gids, zei dat de vogels de stemmen van het bos waren, die tegen hem praatten. De néne (hawaiigans) laat hem weten wat hij die dag zal vangen bij de jacht, of dat de rivier zal overstromen. Weer een andere vogel zong zijn naam. Volgens Albert was dat zijn overleden vrouw. Natuurlijk dacht ik daar het mijne van. Maar er kwam wel een besef over me: Albert leeft in een wereld van geluid. Alles wat hij hoort in het bos heeft betekenis, hij kan het bos verstaan, hij is nooit alleen, hij is nooit verloren. Dat idee veranderde ook mijn beleving van het woud. Het gaat er niet om of het echt waar is wat hij beweert. Waar het om gaat, is dat andere verhalen leiden tot een andere werkelijkheidsbeleving.’ 

Baaijens verkondigt niet dat we nu allemaal het wereldbeeld van de Papoea’s moeten kopiëren om de natuur te redden. ‘Mijn reizen en projecten zijn pogingen om andere wegen te vinden. Ik heb het recept ook niet, ik ben dingen aan het proberen en stel zo nu en dan iets voor.’ 

Tot die ‘andere wegen’ rekent Baaijens bijvoorbeeld een kunstzinnige interpretatie van de natuur, de verhalen en kennis van inheemse volkeren en andere culturen, en benaderingen waarbij het niet alleen gaat om het denken over natuur, maar waarbij ervaringen en gevoelens serieus genomen mogen worden.  

Een andere kijk op de natuur is bij Baaijens dan ook niet alleen een filosofische exercitie, maar ook iets wat je kunt dóen, met je lichaam en je zintuigen. In haar boek Paradijs in de polder – ontdek wat landschap je vertelt noemt ze meerdere methoden en oefenvormen om contact te maken met natuur, met landschap – juist in Nederland. ‘Op een berg in de Altaj is het niet moeilijk om in vervoering gebracht te worden. De uitdaging is de verhalen van het landschap te herontdekken op de plek waar de vervreemding is ontstaan, in het Westen. In het aangeharkte Nederland.’  

Chaotische landkaart 

Een van de methoden die Baaijens noemt is deep mapping – ook al zo’n woord waar geen goede Nederlandse vertaling voor bestaat. ‘Het is een manier om een gesprek met het landschap op gang te brengen. Waar ruik je de aarde, waar voel je de wind in je haar, welke associaties, indrukken en herinneringen heb je daarbij. Dat wordt allemaal ingetekend op een landkaart: maar dan in de vorm van woorden, tekeningen, een gedichtje, en als je het digitaal doet kan het ook in de vorm van audio of video. Dat wordt natuurlijk een lekker chaotische kaart, met allerlei hoogstpersoonlijke verhalen. Precies zoals de werkelijkheid ook is.’ 

Een goede deep map staat ook stil bij hoe planten en dieren het landschap gebruiken. ‘Waar groeien de eiken, waar broeden de vogels, waar heb je wel eens een hert zien oversteken. Het is een oefening die duidelijk maakt dat er meerdere perspectieven zijn op dat stuk natuur, en niet alleen de menselijke. Als er dan iemand met het plan komt om daar huizen te bouwen, of een autoweg, dan pak je de kaart erbij, en dan kunnen we bespreken van welke elementen we vinden dat ze ertoe doen. En of dat een goed plan is. Daarmee voorkom je dat alleen het nut voor de mensen, of de economische waarde, een rol spelen in de discussie. Landschap is niet alleen maar bedoeld voor de ingenieur om mee te kleien.’ 

Cijfers en data 

Er wordt momenteel op allerlei manieren geëxperimenteerd om andere verhalen ten aanzien van de natuur te ontwikkelen. Kunstenaars en schrijvers proberen zich in te beelden hoe het is om een dier te zijn. Juristen pleiten voor het toekennen van rechten aan rivieren en bergen. En er wordt gewerkt aan en in zoöps: nieuwe organisatiemodellen waarin de belangen van niet-menselijke wezens worden meegewogen in de besluitvorming. 

Baaijens’ komende project en boek liggen in het verlengde hiervan: ze gaat solliciteren voor de functie van ‘Spreker voor al het leven in de zee’ bij de Noordzee. ‘Geen idee hoe dat moet’, lacht ze. ‘Kan een Aardbewoner de zee wel vertegenwoordigen? Kan ik de kloof met vissen en wieren overbruggen? Het gaat erom onze huidige bazige relatie met de zee te bevragen.’  

Het belangrijkste vindt Baaijens dat we gaan inzien dat de rationeel-wetenschappelijke benadering waarmee de westerse mens de natuur over het algemeen benadert, niet de enige methode is. ‘Die leidt vooral tot cijfers en data. Daar hebben we ontegenzeggelijk veel aan, maar ze blijken ons niet in beweging te brengen. Ondanks alle alarmerende statistieken en klimaatrapporten hebben we onze uitstoot nog steeds niet verminderd. Blijkbaar zijn we toch minder rationeel dan we dachten, en zijn er ook andere benaderingen nodig. Andere verhalen.’ 

Trektocht door verhalen 

IVN past de methode van storytelling ook toe in haar wandel- en fietsroutes. ‘In de IVN Routes app zitten bijvoorbeeld trektochten van Lauwersmeer naar Schiermonnikoog en van Steenwijk naar Hoogeveen die je ook als verhaal kunt beleven’, zegt projectleider Guido Lek. ‘Op bepaalde punten van de route kun je delen van het verhaal als audiofragment beluisteren, zodat je meer verbonden raakt met het landschap waar je doorheen trekt.’ Voor de verhalen werd schrijfster Karin de Graaff aangetrokken. Karin: ‘Ik dook in de geschiedenis en volksverhalen van het gebied en we kregen tips van de Gastheren van het Landschap, zoals van de Nationale Parken Lauwersmeer en Schiermonnikoog. In 1969 werd de Lauwerszee afgesloten van de Waddenzee en veranderde in het Lauwersmeer. Dat had enorme invloed op het landschap, de fauna, en de mensen. In mijn verhaal verdwijnt met het zoute water ook een beetje de ziel uit het dorp Zoutkamp. In Drenthe ging het over de hunebedden en een brutale roof.’ Wat is volgens Karin de meerwaarde van deze verhalende vorm? ‘Mensen krijgen zo ongemerkt heel veel kennis mee. Waar je een informatiebordje misschien wel overslaat, pakt een verhaal veel meer je aandacht.’ 

Download de IVN Routes app via Google Play of de Apple App Store of bekijk alle IVN Trektochten

Illustratie envelop: Marike Knaapen

Rugzak vol verhalen

Inwoners van Eindhoven en Valkenswaard kregen eind vorig jaar wel heel bijzondere post in de bus: een brief van de rivier. ‘Wil je mij weer zien?’, vroeg de Dommel. ‘Die bepaalde heel lang het landschap in delen van Noord-Brabant, maar was een beetje uit het zicht verdwenen’, zegt IVN-projectleider Wim Ruis. ‘Verdwenen achter muren, of door versteende kaden veranderd in een kanaal.’ Met de brief werden mensen opgeroepen om tegels in hun tuinen te vervangen door een ‘tuiny pool’ of groen om het stroomgebied van de Dommel weer in ere te herstellen. Het is een voorbeeld van hoe je met de inzet van verhalen mensen in actie kunt krijgen voor de natuur.  

‘Zo’n brief is toch anders binnenkomen’, zegt Wim, die een opleiding volgde tot chief storyteller. Hij geeft trainingen storytelling aan natuurgidsen, boswachters en het bedrijfsleven. ‘Bij veel gidsen voert kennis de boventoon, maar het is ook goed om je vaardigheden als verhalenverteller te ontwikkelen. Een goed verhaal is een soort flight simulator: het neemt je mee en tilt je op. Het geeft betekenis en richting en raakt je in het hart. Natuurgidsen kunnen aansluiten bij bestaande volksverhalen in hun gebied, maar ook een boom, zwerfkei of bever kun je als personages in de vertelling opnemen.’  

Daarnaast heeft Wim het stokje overgenomen van IVN Natuurgids Els Baars om de befaamde website www.natuurverhalen.nl te runnen. ‘Els heeft zoveel volksverhalen verzameld: waarom de leeuwerik zo hoog vliegt, waarom het blad van de esdoorn vijf punten heeft. Drie boekjes met verhalen zijn in druk verschenen. Ik ga ermee door, zodat die rugzak vol verhalen onze natuurgidsen blijft inspireren.’ 

Volgens Wim is storytelling een goede manier om een nieuw publiek zoals bijvoorbeeld jongeren te betrekken bij natuurbeleving. ‘IVN is toch best donkergroen; we zijn natuurliefhebbers in hart en nieren. Maar via verhalen, en vooral door te vragen en te luisteren naar verhalen van anderen, bereiken we ook mensen die niet uit zichzelf die affiniteit al hebben.’ 

Wil je ook meedoen aan een training storytelling? Mail naar w.ruis@ivn.nl 

Mens & Natuur magazine

magazine

Dit artikel verscheen eerder in de lente-editie van Mens & Natuur magazine 2023. Wil je ook het Mens & Natuur Magazine ontvangen?

Voor € 25 per jaar ben je al lid van IVN en ontvang je naast 4x per jaar ons magazine ook korting in onze webwinkel (geldt niet voor boeken) en kun je gratis of met korting deelnemen aan onze activiteiten, cursussen en workshops.

Ja, ik word lid

Tekst: Paul Q. de Vries
Illustraties: Marike Knaapen

Ontdek meer over

Deel deze pagina