Vogels

Roerdomp

Botaurus stellaris,                        75 cm lang 

Voor de tweede keer in mijn 66 jarig bestaan heb ik een roerdomp gezien. De eerste keer was jaren terug tijdens een fietstocht met mijn vader langs de Bernisse tussen Zuidland en Abbenbroek. Deze reigerachtige moerrasvogel werd opgeschrikt door een hond, vloog zonder geluid te maken weg en werd zo door ons gespot. Hij lijkt op een kleine reiger, maar dan met een korte dikke hals, zwarte schedel, wittige keel, brede ronde vleugels en is bruinachtig (rietkleur) met veel strepen en vlekken. Verder vallen de geelgroene poten met opvallend lange tenen op. Door zijn goede camouflage zie je hem zelden.

Paalhouding
Wij waren dan ook helemaal van slag bij het zien van deze wegvliegende roerdomp. Hij vluchtte het riet weer in en was door ons niet meer te vinden. Hij kan zich super goed voordoen als een rietstengel. Hij neemt gewoon de zgn. “ paalhouding” aan en zie hem dan maar eens te vinden. Ik kan je verzekeren dat dat echt niet lukt. Hij (man en vrouw verschillen qua uiterlijk niet van elkaar, althans voor ons dan!) leeft goed verborgen in rietvelden en moerassen. Daar klautert hij met gemak tussen de rietstengels door op zoek naar voedsel (vissen, amfibieën, waterinsecten, wormen, bloedzuigers, muizen, woelratten, spitsmuizen).

Vlijmscherpe snavel
Hij jaagt als een reiger. Wandelt bedaard door het water of staat doodstil tot er een prooi in de buurt komt en pakt deze dan met de vlijmscherpe snavel. De prooi wordt in z’n geheel naar binnen gewerkt. Zelfs palingen en snoeken van meer dan 40 cm lengte. Tijdens het foerageren wordt de snavelpunt vaak in het water gehouden. Zo ziet hij de prooi waarschijnlijk beter of eerder. In de winter leeft de roerdomp hoofdzakelijk van muizen en in zeer strenge winters gaan er dan ook veel van deze geheimzinnige en mysterieuze vogels dood door voedselgebrek. Hij staat op de “Rode lijst”, maar in het westelijk deel van het “Groene Hart” doen ze het gelukkig erg goed. Dit komt vooral door de aanleg van waterbergingen. Zo zie je maar weer dat de klimaatverandering met de hevige regenbuien toch ook een voordeel heeft.

De tweede keer dat ik een roerdomp zag was op 10 juli jl. toen ik met ons hondje langs de Tintese Strypse Wetering (ook een waterberging) liep. De hond ging water drinken en de roerdomp vloog weg. Mij jubelend achterlatend. Ik had niet verwacht deze “bruine kluizenaar der rietvelden” nog een keer te zullen zien in mijn leven. Wat een geluk kan een mens toch hebben! Hij leeft solitair en is hoofdzakelijk in de schemering en ’s nachts actief, dus de kans dat je hem ziet is daardoor heel gering.

Hoempen
Toen ik een buurman enthousiast vertelde over deze bijzondere waarneming vroeg hij mij wat voor geluid deze vogel maakt. De merkwaardige roep van het mannetjes is vooral te horen in de broedtijd (februari tot juni) en klinkt als een zacht, maar ver dragend “hoe-oemp”. Het lijkt op het geluid dat je krijgt als je kort in een flesje blaast volgens Nico de Haan. Tijdens dit “hoempen” wordt de keelzak gebruikt als een soort blaasbalg.

Vroeger dacht men trouwens dat dit geheimzinnige geluid afkomstig was van de duivel. Of dat de roerdomp om dit geluid te produceren de snavel in het water stak en dan een luidruchtige boer liet. Hoe dan ook zelf heb ik het geluid alleen op cd gehoord en het klink wel een beetje angstaanjagend. Mijn buurman beaamde dit, want hij laat altijd tegen schemer zijn hond uit en heeft in het voorjaar inderdaad regelmatig dit geluid gehoord en tot nu toe dus niet thuis kunnen brengen. Weer een mysterie opgelost.

Onbereikbare plaats
Of de roerdomp ook in Tinte broedt is zeer onwaarschijnlijk, want de meest bekende broedgevallen vinden plaats in de Oostvaarders Plassen, Noordwest-Overijssel, Friesland en Noord-Holland. Maar vandaag hoorde ik van een heuse vogelaar dat er in de omgeving 2 broedgevallen bekend zijn van deze moerrasreiger. Geweldig toch! Als er gebroed wordt dan gebeurt dit tussen april en juni. Het nest wordt gebouwd op een onbereikbare plaats in het riet en gemaakt van stukjes riet, zegge en andere plantjes. Alles opgestapeld tot een soort platform boven het water. Hierin legt het vrouwtje 4-6 olijfgroene eieren met een interval van 2-3 dagen. Ze broedt 3 weken en als de jongen uit het ei gekropen zijn voedt moederlief ze met voedsel dat ze uit haar krop in het nest braakt. Eet smakelijk! Na 2-3 weken verlaten de jonge roerdompjes het nest, maar ze kunnen pas na 8 weken vliegen en een eigen territorium opzoeken. Manlief zorgt dus alleen voor de paring en meestal is er maar 1 legsel per jaar. Hij heeft dus niet echt een heel zwaar leven.

Al met al een groot cadeau om deze “rietreiger” al 2 keer te hebben mogen aanschouwen. Nu is het wachten nog op het horen van z’n “gehoemp”, want dat heb ik helaas tot nog toe nog niet gehoord. Ook niet in de waterberging (landgoed Stuyvesante) te Rockanje, want daar schijnt al een paar jaar een roerdomp gezien te worden. Dubbele kans voor mij, want ook daar fiets ik regelmatig. Dus ik blijf luisteren en kijken, want ooit moet het me toch lukken ook het geluid van deze schuwe moerrasvogel te horen te krijgen. Ik heb er in elk geval vertrouwen in.

Al met al een groot cadeau om deze “rietreiger” al 2 keer te hebben mogen aanschouwen. Nu is het wachten nog op het horen van z’n “gehoemp” , want dat heb ik helaas tot nog toe nog niet gehoord. Ook niet in de waterberging bij Rockanje, want daar schijnt er ook eentje te zitten. Dubbele kans dus voor mij, want ook daar fiets ik regelmatig. Dus ik blijf luisteren en kijken, want ooit moet het me toch lukken ook het geluid van deze schuwe vogel te horen te krijgen.

Gerda Hos

(foto’s Adri de Groot)

Ontdek meer over

Deel deze pagina