Pixabay (David Mark) Vogels

Pestvogel

Bombycilla garrulus        18-21 cm, 60 gram

De kans dat we in de winter pestvogels te zien krijgen is niet erg groot. Dus voel ik me super bevoordeeld omdat ik ze al verschillende keren heb mogen aanschouwen. De eerste keer was in 1965/1966. Ik zat in de 4ͤ klas lagere school te Brielle  en ineens zat de tuin naast ons klaslokaal vol met pestvogels. Alle klasgenoten werden stil bij het aanschouwen van de deze prachtige vogels. Onze leraar, die gelukkig gek was van de natuur, wist er de rest van de middag veel over te vertellen.

Opvallende kuif
Dat deze bijzonder fraaie rood bruine vogel met brede gele staartband, opvallende kuif, zwart oogmasker, zwarte bef en heel bijzonder gekleurde vleugels (bruin met zwart, toppen van de handpennen geel-zwart gestreept en voorzien van opvallende rode plaatjes) hier nu te zien was kwam omdat er te weinig voedsel in Rusland en Scandinavië (hun woongebied) was.
In 1964/1965 was het daar een zachte winter geweest met heel veel voedsel. Hierdoor overleefden veel pestvogels deze riskante periode en werden er in 1965 dus ook veel jongen geboren. In 1965/1966 was er heel weinig voedsel en had Europa ineens een invasie van pestvogels. Ze kwamen zelfs tot in Portugal, Griekenland en op Sicilië. Heel bijzonder!

Brenger van onheil
Gelukkig geloofden we inmiddels niet meer in het fabeltje dat ze “brenger van onheil” waren. Vroeger verschenen ze namelijk,  net als de dodelijke pest, zeer onverwachts en in de winter. Vandaar de naam! Broeden doen ze hier uiteraard niet, maar in hun leefgebied in het noorden van Rusland en Scandinavië. En dan vooral op plekken met veel voedsel (insecten, bessen, fruit, noten).

Komvormig nestje
Na de balts, waarbij het vrouwtje gevoerd wordt door het mannetje en waarna beide vogels hun veren (vooral van de stuit) overeind zetten, wordt er in het komvormige nestje van twijgen en bekleed met mos en gras zo rond de 5 eitjes gelegd. Dat is tussen eind mei en eind juli. Het vrouwtje neemt gedurende 14 dagen het broeden voor haar rekening en de man zorgt ervoor dat zij in deze tijd niet verhongerd. Als de jongen uit het ei zijn gekropen zorgen beide vogels voor het voeren. Na ongeveer 2 weken vliegen de kleintjes uit en kunnen pa en ma pestvogel even bijkomen. Soms hebben ze nog de energie om aan een tweede nestje te beginnen.  Ze houden er geen territorium op na, maar verdedigen uiteraard wel het nestgebied. Ze broeden solitair, maar de nesten kunnen wel dicht bij elkaar liggen. Wel zo veilig! In de zomertijd leven ze hoofdzakelijk van in de vlucht gevangen insecten. In de winter schakelen ze echter over op bessen.

Besdragende struiken
Deze fraaie zangvogel met z’n trillende hoge roep, verblijft graag hoog in bomen. Als ze in de winter bij ons te zien zijn, zijn ze zeker niet schuw en zijn ze op zoek naar besdragende struiken, zoals meidoorn, Gelderse ros, liguster, lijsterbes e.d. Dus wilt u de kans hebben deze prachtige wintergasten ooit in uw tuin te krijgen dan is het aanplanten van deze struiken een voorwaarde. En niet alleen voor de pestvogels. Want  ook heel veel andere vogels, dieren en uzelf doet u er een groot plezier mee. Een aantal jaren geleden heb ik de pestvogel nog in maart bij het Bezoekerscentrum mogen bewonderen. Daarna helaas niet meer, maar misschien worden we komende winter wel weer verrast met een invasie van deze buitengewoon mooie vogels. Je weet maar nooit!

Gerda Hos

 

foto David Mark (Pixabay)

Ontdek meer over

Deel deze pagina