De schaatsenrijder kan op het water 'lopen'. Met de roeibewegingen die hij met zijn pootjes maakt, lijkt het net of hij over het water schaatst. Dit komt door de oppervlaktespanning van het water. Oppervlaktespanning is een natuurkundig verschijnsel waarbij het oppervlakte van het water zich gedraagt als een veerkrachtige laag. Dit kan alleen in schoon water.
Slootwater noemen we zoet water, maar het smaakt helemaal niet zoet. Het kan zelfs een beetje zurig zijn. Het tegengestelde van zuur is basisch, ook wel zepig genoemd. Ook dat kan slootwater zijn. Tussen zuur en basisch ligt ‘neutraal’, in dit soort water leven de meeste waterdiertjes het liefst.
Wil je weten hoe zuur of basisch jouw slootwater is? Je kunt dat testen met een lakmoespapiertje. Deze zijn bijvoorbeeld te koop bij dieren- of vissenspeciaalzaak. Maar je kan ook de proef met rode koolsap doen.
Dit heb je nodig:
Stap 1. Snijd de rode kool in stukjes en kook deze in het pannetje.
Stap 2. Neem het sap van de rode kool uit de pan waarin de rode kool gekookt is. Het is belangrijk dat hier nog geen appel of azijn bij is gedaan.
Stap 3. Vul vier glazen potjes
Stap 4. Laat de potjes een tijdje staan en kijk dan welke kleur de inhoud van het potje heeft gekregen. En… is de vloeistof zuur, neutraal of basisch?
Vul maar eens een glas met water. Helemaal tot aan de rand. Gooi er nu een muntje in. Zie je dat het water een beetje bol blijft staan en niet meteen over de rand loopt? Dat komt doordat de oppervlaktespanning het water 'vasthoudt'.
Met een eenvoudig proefje kun je de oppervlakte spanning zien en verbreken.
Dit heb je nodig:
Leg de droge punaise voorzichtig op het water.
Hij blijft drijven! Net als de schaatsenrijder. Dat komt door de oppervlaktespanning van het water. Wat gebeurt er als je een druppeltje afwasmiddel in het water doet? De punaise zinkt! Doordat de zeepdeeltjes tussen de waterdeeltjes komen wordt de verbinding tussen de waterdeeltjes zwakker en verliest het water zijn veerkrachtige laag.
Het water op aarde loopt in een kringloop. Dat betekent dat er eigenlijk geen begin of einde is. Het proces gaat altijd door. De waterkringloop zorgt ervoor dat via verdamping, wind, wolken en neerslag er telkens nieuw zoet water ontstaat en over de aarde verdeeld wordt.
Maak zelf een kringloop met slootwater, dan kun je zien dat het water aan het einde van de kringloop al veel schoner is!
Dit heb je nodig:
Stap 1. Doe het water en zand in de grote kom en meng dit door elkaar.
Stap 2. Plaats het glas in het midden van je kom. Zorg dat de rand van je glas niet onder water komt!
Stap 3. Sluit de kom helemaal af met huishoudfolie.
Stap 4. Leg in het midden van je folie een paar steentjes, zodat het folie naar beneden zakt tot net boven je glas.
Stap 5. Laat de bak een tijdje in de zon staan. Na een tijdje zit er een laagje water in je glas en het water in je glas is schoner dan het water in je kom. LET OP: je kunt het water nog niet drinken.