Zoete kers
Zoete kers is een inheemse boom die zo’n 20 meter hoog kan worden. Deze boom is veel aangeplant in het Horsterwold en vaak te vinden op hoeken van bospercelen. De stam is rood- of grijsbruin en licht glanzend. Zoete kers bloeit in april – mei met witte bloesem. De bloemen hebben 5 kroon en kelkbladen en veel meeldraden. In de zomer ontstaan de kleine, rode tot bijna zwarte kersen.
Verspreiding
Veel vogels zijn dol op de kersen. Grote groepen spreeuwen komen op de smakelijke vruchten af. De kersen die op de grond vallen, worden onder andere gegeten door de vos. Op deze manier zorgen de dieren voor de verspreiding van de boom.
Lenticellen
Zoete kers is ook in de winter goed te herkennen aan de horizontale lijnen op de stam, de lenticellen. Een lenticel is een porie of gaatje in de bast dat gevuld is met een krukachtige substantie. Een lenticel is te vergelijken met een huidmondje waardoor verschillende gassen uitgewisseld kunnen worden tussen de buitenlucht en het weefsel onder de bast.
Kersengom
Wanner een kersenboom beschadigd raakt, bijvoorbeeld doordat er door storm een tak uitbreekt, kan de boom gaan bloeden of gommen. Er stroomt dan een soort hars uit de wond die later stolt tot een doorzichtige, plakkerige substantie. Deze gom zorgt voor het afdichten van de wond en beschermt de boom tegen indringers. Als een kersenboom gomt zonder dat er uiterlijke beschadigingen zijn en als de hars blijft stromen, dan kan de boom ook lijden aan de gomziekte. De ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie die binnen in de boom beschadigingen maakt waardoor de boom gaat gommen.
