Berken
Berken (Betula) horen tot de berkenfamilie (Betulaceae). In deze familie horen o.a. ook de els, haagbeuk en hazelaar. In Nederland staan vooral de ruwe berk en zachte berk. Deze berken zijn te herkennen aan hun lichtgekleurde tot witte bast. De bast bladdert af. Op die manier vernieuwt de bast continu.
Katjes
De bomen hebben zowel mannelijke als vrouwelijke katjes. Een groot deel van het jaar kun je de mannelijke katjes zien, deze verschijnen al in de zomer voorafgaand aan het jaar van de bloei. De vrouwelijke katjes verschijnen in het voorjaar. Het stuifmeel van de mannelijke katjes wordt door de wind verspreid en moet dan op een vrouwelijk katje landen om de bevruchting tot stand te brengen. Het vrouwelijke katje wordt een soort gevleugeld nootje, die in de vroege herfst rijp is. Met de wind kunnen de berkenzaadjes worden verspreid. Zij worden makkelijk door de wind meegevoerd, omdat ze klein en licht zijn en twee vleugeltjes hebben. Heb je berkenbomen in de buurt van je huis, dan kunnen de berkenzaadjes in de herfst je huis binnenwaaien.
Pioniersbomen
Deze bomen behoren, samen met wilgen, tot de pioniersbomen. In het open nieuwe land verschijnen ze snel en groeien snel. Ze hebben veel licht nodig. Als in de loop van de tijd ook andere soorten zich in de buurt vestigen, die zorgen voor schaduw, dan verdwijnen de berken en verschijnen de eiken en beuken.
De bomen langs dit natuurpad zijn aangeplant.
Vliegenzwam
Een bekende paddenstoel, die je bij berken en ook wel bij eiken, beuken en tamme kastanje kunt vinden, is de vliegenzwam: ’rood met witten stippen’. Deze paddenstoel leeft in symbiose met deze bomen. Dat betekent dat zowel de boom als de paddenstoel voordeel van elkaar hebben.
De paddenstoel, die we zien is eigenlijk de ‘bloem’ van de schimmeldraden. Deze schimmeldraden kunnen diep onder de grond komen. Ze kunnen water en voedingsstoffen naar de boomwortels brengen en de boom zorgt voor suikers voor deze paddenstoel.
