Kastanjebomen

We spreken over kastanjebomen, maar er staan in Nederland twee totaal verschillende bomen, uit twee heel verschillende families, die allebei kastanje heten: de Paardenkastanje en de Tamme kastanje.

Bloemen Paardenkastanje
Foto: Kees Merkestein

Paardenkastanje:
Deze boom behoort, net als de esdoorn die je al eerder op het Natuurpad tegenkwam, tot de zeepboomfamilie. Planten uit deze familie bevatten saponinen ofwel zeepstoffen. Uit de Paardenkastanje kan zeep gemaakt worden.
In het voorjaar bloeit de boom met prachtige witte of rozerode kaarsen, die bestaan uit veel bloemen die veel nectar maken. Na bestuiving groeien daaruit bolsters, dat is een omhulsel met korte stevige stekels, waarin de kastanje zit. Deze vallen in de herfst van de bomen.
De naam Paardenkastanje komt waarschijnlijk doordat de kastanjes vroeger aan paarden werden gegeven om ze van hoest te genezen. Ook is de voet van het blad, waarmee het blad aan de tak zit, hoefijzervormig. Voor mensen zijn deze kastanjes giftig.

Tamme kastanje:
Deze boom behoort tot een hele andere familie dan de Paardenkastanje, namelijk de familie van napjesdragers. Tot deze familie horen ook de beuken en eiken.
Deze boom komt van nature voor in het Middellandse Zeegebied en is door de Romeinen naar Noord-Europa gebracht. De kastanjes van deze boom zijn namelijk heel goed eetbaar met producten als kastanjepuree en gepofte kastanjes.
De bloeiwijze is niet zo opvallend als de paardenkastanje, het lijkt op een parelsnoer. Na de bestuiving groeien er bolsters uit met heel veel, scherpe stekels. In één bolster zitten meestal drie kastanjes.

Kastanjelaan
Aan de Kastanjelaan in Zeewolde zijn aanvankelijk alleen Paardenkastanjes aangeplant. Door een ziekte, die vanaf 2002 in heel Nederland en ook in de ons omgevende landen de Paardenkastanjes aantastte, moesten daar meerdere kastanjebomen worden verwijderd. Op die plaats kon geen nieuwe Paardenkastanje worden aangeplant. Nu staan langs de Kastanjelaan ook Tamme kastanjebomen.