10. Griend en essenhakhout
Hakhoutbossen zijn ontstaan door de behoefte aan een voortdurende houtopbrengst. De bomen werden dicht bij de grond afgezet om de stronken opnieuw te laten ontspruiten. Om de paar jaar kon de opslag, het hakhout, worden geoogst. De keuze van de boomsoort hing af van de grondsoort waardoor het hakhout per regio kon verschillen. In de rivierkleigebieden was dat het essenhakhout en op de nattere gronden waren dat wilgengrienden. Het essenhakhout hebben we aangeplant in het nat hooiland, achter het insectenhotel en tegen het bosplantsoen aan. In het gebied van de Kromme Rijn bevindt zich 85% van het essenhakhout van Europa. Essen worden bedreigd door essentaksterfte. Universiteit van Wageningen is op zoek naar resistente soorten en wil daarmee verder kweken. Na 2020 zal het ons misschien weer lukken een stuk essenhakhout aan te planten. Meestal werden grienden aangelegd op plaatsen die niet geschikt waren voor andere vormen van landbouw, bijvoorbeeld vanwege de jaarlijkse overstromingen waarbij slib werd afgezet of vanwege de minder gunstige ligging. Het hakhout werd voor verschillende doeleinden gebruikt: als hoepelhout in de kuiperij, in de stoelenindustrie of voor gereedschap zoals zeisbomen, harken e.d.. Maar ook voor zinkstukken en oeverversteviging werd een uitgebreide sortering hakhout gebruikt. Door de veranderingen in de techniek en de toepassing van moderne materialen zijn de afzetmogelijkheden van hakhout sterk verminderd. De hakhoutbossen werden opgeruimd of verwaarloosd. Tegenwoordig is er gelukkig weer belangstelling voor hakhout. De reden daarvoor is niet het economisch nut, maar de waarde die het heeft voor het landschap en de natuur. Door het regelmatig hakken wisselen de omstandigheden op de grond van jaar tot jaar zeer sterk. Bij driejarigen houtopstanden kan weinig licht tot de bodem doordringen en het blijft vochtig op de bodem. Dit vormt een gunstig klimaat voor allerlei mossen en varens. Nadat het hout is gekapt krijgen de kruiden door de toename van licht op de bodem weer een kans om uit te groeien.
Het beheer is er op gericht om te komen tot een gevarieerde griend met een grote variatie in ondergroei. Daarvan is echter nauwelijks sprake. Toch is jaarlijks 1/3 van de griend gesnoeid; daar zouden dan de kruiden gestimuleerd moeten worden, terwijl elders de mossen kunnen floreren.
Waarschijnlijk bereik je dat toch niet op dit “poszegeltje” en moet u toch echt een wandeling in zo’n gebied gaan maken. De stobbe/ stoven zijn in een verband van 50 x 50 cm geplant en regelmatig moet een dode stobbe worden vervangen door een jonge eenjarige stek van ongeveer anderhalve meter. De grote snoeibeurt valt in de winter. Het essenhakhout kan om de 5 jaar worden teruggezet.
Links naar natuurgebieden met grienden of essenhakhout:
https://www.staatsbosbeheer.nl/Natuurgebieden/kromme-rijn/over-kromme-rijn
https://www.zuidhollandslandschap.nl/routes/groene-lint-langs-de-oude-maas
In de pers:
Wandeling door zo’n landschap:
https://klompenpaden.nl/klompenpad/overlangbroeksepad/
https://www.zuidhollandslandschap.nl/routes/groene-lint-langs-de-oude-maas