Locatie |
Het Quackgors is een voormalig getijdengebied en grenst in het zuiden aan het water van Haringvliet en noordelijk aan de Zuiddijk van de gemeente Hellevoetsluis. De oostkant wordt gevormd door het dijkje van de Heliushaven en de westkant door de Schenkeldijk, die een verbinding is tussen de Zuiddijk en een smalle duinenrij van het Haringvliet. |
Beheerder |
Eigenaar van het gors is de Vereniging Natuurmonumenten die het ook beheert, het is niet vrij toegankelijk. |
Historie |
Iets noordoostelijk van de duinenrij was omstreeks 1470 polder De Quack ontstaan. |
Bijzondere kenmerken |
Het bijzondere van het gors is dat het, los van de beweiding, een redelijk natuurlijke ontwikkeling doormaakt. Er ontstaat nogal wat struweel, wat diverse flora en fauna de kans geeft zich te vestigen. Het Quackgors zelf is nu grofweg 2 km lang en 400m breed, in totaal 75 ha. Voor het gereed komen van de Haringvlietdam en sluizen in 1970 was er nog beïnvloeding van de zoute zee. Het eb- en vloedverschil was toen ongeveer 2 meter (van NAP -0,50 tot +1,50 m). Tegenwoordig is dat 0,25-0,75 m en wordt voornamelijk bepaald door de waterafvoer van Rijn en Maas. Ook het Spui zo’n 7 km oostelijker (met nog wat eb en vloed) heeft enige invloed op de waterstand. De 17 sluizen regelen uiteindelijk de hoogte van het water (de kraan van Nederland). ![]() (Quackgors - westelijk deel) |
Flora |
Wat betreft de planten worden via de site www.waarneming.nl 86 soorten genoemd , waarvan 12 zeldzaam. Rode lijstsoorten zijn o.a. geelhartje, kleine ratelaar en rode ogentroost. In de zomer zijn de grote oppervlaktes gele guldenroede en paarse kattenstaart een streling voor het oog. |
Fauna |
Reeën kan je er regelmatig rustig zien grazen. Tijdens een muizenonderzoek werden o.a. de dwergmuis en de rosse woelmuis waargenomen. Onder de zoogdieren zijn er de laatste jaren twee grote nieuwkomers, nl. de bever en de vos. Eerstgenoemde profiteert van het zoete water en wilgen- en andere opschot, terwijl de vos op de Zuid-Hollandse eilanden blijkt op te rukken. Beiden hebben er vaste verblijfplaatsen. |
Overige bijzonderheden |
Last but not least: het ‘Kierbesluit’ van 2018, dat vanwege de droogte pas echt in 2019 in werking ging. Om zeevissen weer stroomopwaarts te kunnen laten paaien zoals de zeeforel, haring, elft, houting, zalm en hopelijk ook de steur worden de sluizen ook tijdens vloed vaker en wijder opengezet. ![]() De zogenaamde zouttong mag niet tot het Spui en Middelharnis komen omdat het zoete water met de diverse inlaten voor de landbouw daar gewaarborgd moet blijven. Metingen hebben aangegeven dat er zich voorlopig pas bij een diepte van meer dan ongeveer 10m enig brak tot zout water bevindt. Ook de flora en fauna (met name de bever) zijn nog niet veranderd. Wel zijn meer paaivissen (met name de elft) al bij de sluisinlaten gesignaleerd. Ook is bijvoorbeeld de houting al tot in de Biesbosch waargenomen. Nu maar wachten op een paar zonnende zeehonden aan de oevers van het Quackgors! |
Okt. 2020 Gerrit Hijbeek |