Verslag thema-avond 12 oktober 2016

Thema-avond Dassen

Drieendertig bezoekers trok deze thema-avond over dassen in Winterswijk, een heel goede score. Van te voren meldde een aantal mensen mij al over het aanwezig zijn van dassenburchten in hun omgeving – geweldig! En ik neem aan dat zij dan ook aanwezig waren op deze bijzondere avond.

Onze spreker, Jeroen Kloppenburg uit Deventer vertelde met grote kennis van zaken en enthousiasme over de das: Energiek bewegend over de gehele breedte van de zaal gaf hij aan hoe groot een dassenburcht kan zijn. Soms verdacht ik hem ervan stiekem zelf een das te zijn, of te willen zijn.

Over Jeroen: was in zijn jeugd al geinteresseerd in de natuur. Daarom in 2008 de IVN-gidsencursus met goed gevolg afgelegd. De dassen trokken zijn aandacht, dus rond Deventer alle dassenburchten geinventariseerd. En momenteel is hij coördinator van de dassenwerkgroep Deventer. Ook otters trokken zijn aandacht, en vele andere dieren. Nu adviseert en interesseert hij mensen met diverse workshops.

Over de das zelf:

In principe is het een vleesetend dag-roofdier, maar door menselijke ingrijpen is hij een beetje verbannen naar de schemering. Zijn voedselinname past de das aan aan de seizoenen: regenwormen, insecten, een verlaten aasdier, maar ook mais en kruiden.

De das maakt een burcht die bestaat uit een aantal toegangs- en vluchtpijpen, met daarin diverse kamers: kraamkamer, speelkamers en voorraadkamers. Deze burcht kan zich, cirkelvormig, tientallen meters uitstrekken. Een enkele keer maakt een vos daar gebruik van en neemt een verlate pijp en kamer als nest.

Dat blijkt in de praktijk aardig goed samen te gaan, die twee buren. Maar een vos is een niet zo proper dier, en de das wel. De das zal dan ook de verbindingen naar de vossenhuis-kamer dichtmaken omdat die stinkt naar urine en prooi. De das maakt de ingang naar de burcht op een aparte manier: van boven rond – en aan de onderkant afgevlakt (denk aan een gekantelde hoofdletter D) Een vossepijp is ovaalvormig en hoog.

Een das is nogal eigenwijs en zit vast in zijn eigen patroon van voedselzoeken. Daardoor worden dassen regelmatig verkeersslachtoffer. Gelukkig nemen natuurorganisaties daarvoor maatregelen: Speciale daspijpen en dasovergangen bij wegen.

Agrariers klagen wel over de das, immers zij beschadigen landbouwgrond door hun gewroet naar regenwormen en het stelen van mais, maar de das is niet verantwoordelijk voor infectieziekten zoals rundertuberculose. Eerder andersom, want een besmette koeienvlaai blijft wekenlang liggen. De das – een heerlijk dier met race-strepen op zijn kop ( ja ik ben een rally-rijder).

Hans Berndsen