Verslag thema-avond: Houden planten echt van stikstof?
Thema bijeenkomst in de Zonnebrinkkerk in Winterswijk
op 11 september 2024
Spreker: Arnold van den Burg
“Houden planten echt van stikstof? De invloed van stikstof op ecosystemen”
Je zou toch denken: stikstof is een meststof en dus goed voor de natuur? In principe klopt dit, maar niet als alléén stikstof wordt gegeven, stikstof uit de lucht neerslaat en tegelijkertijd de bodem verzuurt. Er is dan sprake van een nutriëntenonbalans. Bovendien willen we nutriëntarme habitattypen behouden. Bij vermesting gedijen planten als bramen en brandnetels en verdringen deze de planten die niet van stikstof houden. Zoals bijv. de kalkminnende Arnica. Effecten van een teveel aan stikstof zijn behalve vermesting, ook verzuring van de bodem en toxiciteit. Toxiciteit, zien we aan bijv. korstmossen. Met de ene soort gaat het goed, de andere verdwijnt.
Na de oorlog werd de landbouwproductie, de grootste bron van stikstofdepositie, opgevoerd. Kunstmest wordt toegevoegd aan de gewassen, en ammoniak uit mest van boerderijdieren slaat neer in de omgeving Stikstofgas (N2 ) zelf is niet het probleem. Onze atmosfeer bestaat voor 78% uit stikstofgas. Maar stikstofgas gaat met andere moleculen een reactie aan en dan wordt reactief stikstof gevormd in de vorm van nitraat NO3 of ammoniak, NH3. Niet alleen de landbouw met ammoniak, maar ook verkeer en industrie zorgen door verbranding van fossiele brandstoffen en hout voor stikstof in de vorm van nitraat.
De stikstof die neerslaat en niet opgenomen wordt door de planten, komt terecht in het grondwater en verzuurt de bodem. En de bodem was al zuur door het de zure regen. De trend is wel dat de zure regen afneemt, maar het cumulatieve effect is een overschrijding van de zuurlast die de bodem kan hebben.
Er vinden allerlei processen in de bodem plaats. Door verzuring spoelen stoffen als calcium, kalium, fosfor en magnesium uit. De effecten zijn zichtbaar in de hele voedselketen. Planten wortels kunnen niet meer bij deze stoffen en de plant kan essentiële stoffen als aminozuren niet meer aanmaken. De plant verpietert of gaat dood. Ook voor bomen is een verzuurde bodem desastreus. Ze sterven af en de slakken die eikenbladeren eten krijgen te weinig kalk binnen, waardoor ze geen huisjes meer kunnen bouwen. Bodemdieren krijgen niet de voeding die ze nodig hebben.
Aminozuurproblemen resulteren bijvoorbeeld in de achterblijvende veergroei van vogels, embryonale afwijkingen of de slechte conditie van de borstspier van de sperwer. Het vrouwtje kan ontbrekende aminozuren aanvullen door haar spierweefsel van haar borstspier af te breken. Uiteindelijk worden haar vliegspieren zo drastisch uitgeput dat ze niet langer het tekort kunnen goedmaken.
In veel natuurgebieden is de KDW (Kritische Depositie Waarde) allang overschreden. De oplossing voor deze situatie is het drastisch verlagen van stikstofdepositie en het herstellen van de bodemkwaliteit.
Arnold van de Burg is als bestuurslid en onderzoeker van “Zoological Museum Netherlands” betrokken bij het herstellen van de verzuurde bodem van de Ginkelse Heide. Allereerst is er schelpgruis gestrooid op voederplankjes. In november 2020 zijn drastischer maatregelen genomen: grote stukken van de Ginkelse heide zijn vanuit de helikopter bekalkt met schelpgruis. Er zijn positieve effecten waargenomen van deze actie. Het onderzoek gaat verder.
Voor wie kennis had van (bio)chemie was de lezing waarschijnlijk makkelijker te volgen dan voor de volslagen leek. Maar al met genoeg voorbeelden uit de praktijk om de ongeveer 25 aanwezige natuurliefhebbers een avond lang te kunnen boeien. Een zeer bevlogen onderzoeker en enthousiaste spreker heeft ons meer inzicht gegeven in de stikstofproblematiek. Die is ernstiger dan velen, ook de bezoekers van deze avond misschien, dachten. Hopelijke draagt wetenschappelijk onderzoek, zoals ook Arnold van de Burg met “Zoological Museum Netherlands” doet, bij aan de dringend noodzakelijke maatregelen.
Neem maar eens een kijkje op hun site.
![]() |
![]() |
• De foto’s zijn van Lies Jacobs

