Merel in besdragende struik Vogels

Blog 22: De buurman en de merel

Het was de eerste dag van de meteorologische winter van het jaar 2022, 1 december dus. Ik had net wat erwtensoep opgewarmd, zette mij aan tafel en begon de groene brij, gelardeerd met stukjes worst, rustig op te lepelen.
Er werd op het raam geklopt. Hard geklopt, zacht geklopt, want daar was het al de tijd voor. De enige manier om mijn aandacht te trekken, want mijn bel is ooit door het zout in de zuidwestenwind stuk gegaan en vervolgens door mij voorgoed verwijderd. Ik had al door het raam gezien, dat het de buurman was. Ik naar de voordeur. “Ruud, er zit een merel in mijn tuin in het net, durf jij die eruit te halen?”, vroeg Marcel, want zo heet de buurman, bezorgd. “Ja hoor, geen probleem.”
Tijdens mijn opleiding tot IVN natuurgids werd ook een vogelringstation bezocht, waar de vogels en vogeltjes uit de netten werden gehaald om ze te wegen en te ringen. Ik heb toen nog een goudhaantje in mijn hand gehad. En bij Vroege Vogels was er een item met een vogelringstation, ergens in Zeeland. Mooie herhalingscursus. Maar het ging nu niet om een heel klein trekvogeltje, maar om een merel.
“Wacht effe, Marcel, ik pak een paar handschoenen uit de schuur.”

Even later stonden we in de tuin bij de merel, die op de kleine sierappeltjes van de aldaar aanwezige struik (Malus speciales) was afgekomen. Ze, want het was een vrouwtje, vond het blijkbaar makkelijker om in op de grond liggende appeltjes te pikken, want dat scheelde weer wat sloopwerk aan appeltjes aan de struik. Maar door die voorkeur raakte ze al meer in het dicht bij de grond liggende net verstrikt. Ze lag er voor dood bij. Ik pakte het beestje vast en tilde haar op, met net en al. “Nou, nou, die zit helemaal verstrengeld. Dat gaat niet lukken zonder het net stuk te knippen.” Voordat ik de zin had afgemaakt, was Marcel al naar binnen om een schaar te halen.
Mijn linkerhandschoen deed ik uit, zodat ik de stukjes net, die moesten worden doorgeknipt, beter kon vasthouden zonder dat de merel een knipbeurt zou krijgen. Aldus knipte Marcel een keer of zeven stukjes net door. Toen de toch wel wat gestresste merel bijna bevrijd was, kon zij haar kop al weer goed bewegen en pikte in mijn handschoen. Haar rechterpootje ging gelukkig los zonder te hoeven knippen.
Ik stond op, liep naar de ingang van de voortuin en wilde de merel op een paaltje zetten. Maar op het moment dat ik losliet, was de vogel al gevlogen.
“Dat hebben we goed gedaan, Marcel. Een blije merel.” Dit werd beaamd en Marcel had door dit voorval al besloten, dat hij het net ging weghalen. En aldus geschiedde.

De merel blij, de buurman blij, ik blij en mijn erwtensoep koud.

Ruud de Raadt

Ontdek meer over

Deel deze pagina