Blog 21: Nevel- en andere zwammen in de mist

De laatste paar maanden wandel ik, meer nog dan voorheen, met mijn blik op de grond. Speurend naar paddenstoelen. Om tijdens excursies iets meer te kunnen vertellen over paddenstoelen volg ik de online cursus van de NMV (Nederlandse Mycologische Vereniging) over deze bijzondere vruchtlichamen van de schimmelnetwerken die in onze bodem zitten. Het is een pittige cursus met behoorlijk wat ‘huiswerk’. Voor dat huiswerk moet je meestal de natuur in, op zoek naar een speciale paddenstoel om die dan te determineren.

Maar hoe vind je een champignon (behalve dan in het groentevak van de plaatselijke supermarkt). Ik had geluk want tijdens het voorlopen voor de excursies tijdens de Paddenstoelendag bij de schaapskooi half oktober wees een expert me er een aan: “ik zeg niet welke soort het is!”. Met de tabel in het Basisboek Paddenstoelen van de KNNV kwam ik er wel uit: een schubbige boschampignon. Dat huiswerk lever je dan in en je krijgt een beoordeling. Volgens de deskundige beoordelaar van de NMV kon het ook een panterchampignon zijn. Dat zal wel waar zijn, maar de panterchampignon wordt in het Basisboek niet genoemd! Dus hoe had ik daar dan achter kunnen komen? Tja, er zijn meerdere determinatietabellen en zelfs determinatiewielen. De wereld van de paddenstoelen is tamelijk complex, daar ben ik wel achter gekomen tijdens deze dertien weken durende cursus.

Intussen ben ik toch wel iets wijzer geworden en loop dus speurend naar weer nieuwe soorten door bos en duin. Heksen- en elfenschermpjes, kaalkopmestzwammetjes, zwavelmelkzwammen, etc. trekken aan mijn oog voorbij. Sommige ‘determineer’ ik met ObsIdentify, maar dat is vaak erg onbetrouwbaar. Dus bij een aantal soorten gaat de paddenstoel mee naar huis en wordt hij aan nadere inspectie onderworpen. En er wordt een sporee gemaakt, een patroon van de sporen die na een dag vanuit de lamellen op een stuk papier te zien is. Met een van de determinatietabellen kom ik er dan wel uit!

Helaas, de cursus is al weer bijna voorbij! En de herfst ook: dat kun je zien aan het verschijnen van bepaalde soorten paddenstoelen. De nevelzwam (Clitocybe nebularis) verschijnt vaak wat later in de herfst en kondigt het einde van het seizoen aan. Deze veelal forse, grijs tot grijsbruine paddenstoel vormt vaak heksenkringen. Het is een saprotrofe soort die van een voedselrijke bodem houdt. Wellicht dat hij daarom in Nederland heel algemeen voorkomt en niet bepaald bedreigd is. Met die wetenschap durf ik er wel een mee te nemen.

Het volgen van deze cursus heeft me echt wel wat gebracht. Ik kijk met andere ogen naar de bijzondere wereld van de paddenstoelen, me tevens realiserend dat het belangrijkste deel van deze organismen onzichtbaar in de bodem zijn onmisbare werk doet.

Volgend jaar hopelijk weer een nieuwe cursus, dan over vogels? Dan kan ik mijn blik weer omhoog richten.

Henk Groenewegen

29 november 2023

Deel deze pagina