Natuurwandeling Wilhelminabos 27-11-2025

Het bos is vernoemd naar Koningin Wilhelmina. Bij haar 50- jarig regeringsjubileum ontving zij 2 miljoen gulden van de bevolking. Dit geld besteedde zij aan de oprichting van een stichting ter bestrijding van kanker. Wat later het KWF werd. Bij het 50 jarig bestaan van KWF hebben Staatsbosbeheer en Stichting Nationale Boomfeestdag dit bos aan KWF geschonken. In het jaar 2000 is men begonnen met het planten van de gedenkbomen. In 2020 was het bos vol. De dierbaren zijn bij geschreven op de gedenkplaten.

DE BOOM

De boom verbindt in weer en wind

De wereld met de wolken

Om met zijn takken onze groet

Naar boven te vertolken

Waar zij, door ons zo teer bemind,

Hemelrijk bevolken.

Peter de vos

Wij lopen vandaag een route door het Wilhelminabos en letten op wat de natuur deze tijd te bieden heeft. Nu Dirk er niet bij is, spreken we af dat we om de beurt een suggestie doen. Dat werkt!

We zien hier links en rechts veel pluis. Van welke plant? Het is koninginnekruid of ook wel leverkruid genoemd. Dit kruid werd vroeger veel gebruikt tegen allerlei leverkwalen.

Langs dit pad zien we de rode takken van de Japanse wijnbes. Volgens een wandelaar een heerlijke bes en lekker voor de jam. Deze struik, familie van de braam en framboos, is afkomstig uit Azië.

Ook hier wat verder het bos in: de kardinaalsmuts. De bloei in het voorjaar zal veel mensen ontgaan, maar nu duidelijk te herkennen aan de rood / oranje gekleurde vruchten in de vorm van een muts. De plant is in z’n geheel giftig; van stam tot de bladeren en van bloemen tot de vruchten. De vruchtjes worden wel gegeten door lijsters, mezen en roodborsten, de zaadjes worden weer uitgescheiden en zorgen voor de verspreiding.

In deze ruigte vinden we ook rozebottel en bitterzoet. Bitterzoet, een plant uit de nachtschade familie is de waardplant voor bruinrot; een gevreesde aardappelziekte.

We hebben de pas er goed in, toch wordt hier een mooi gekleurde houtzwam opgemerkt. Het is de roodporie houtzwam. Deze heeft z’n naam te danken aan de rode verkleuring van de poriën na beschadiging. Het is een zeer algemene zwam.

Verderop een plantje dat we toch even opzoeken met behulp van Obsidentify. En ja hoor het is de gewone agrimonie. Leuk feitje hierover : Het papieren clubblad van IVN is hier naar vernoemd: De Agrimone. Vraag me niet waarom.

We steken de tocht over en wanen ons hier in het buitenland. Bamboe, bamboe, bamboe, bamboe. Ik hoef je niet te vertellen dat dit een woekerende exoot is.

Wat vliegt daar in de lucht, wat krijst daar? Het is de gaai. Of liever gezegd de Vlaamse gaai. Wijze vogelmannen hebben het “Vlaamse” in Vlaamse gaai geschrapt, omdat ze het misleidend en verwarrend vonden; de vogel komt in heel Europa voor, niet alleen in Vlaanderen. De Latijnse naam voor Gaai is : Garrulus glandarius. Dit betekent vrij vertaald : “babbelzieke eikelzoeker”. Het is geen babbelen maar schreeuwen en eikels zoeken doet ie zeker, die verstoppen ze als voorraad voor de winter. Degene die hij vergeet op te graven, groeien uit tot een nieuwe eik. Leve de Vlaamse gaai!

We horen ook het Goudhaantje, met z’n zeer hoge tonen. Ze zijn te vinden in de toppen van naaldbomen maar in de winter wat minder kieskeurig. Ze overwinteren in grote delen van Z.- Europa. Toch zijn er hele groepen Goudhanen, afkomstig uit Scandinavië die het klimaat hier prima vinden en blijven hangen.

Het Boomkruipertje wordt ook gespot: hij hipt omhóóg tegen de stam op zoek naar insecten. Als hij boven is, vliegt ie naar de voet van de volgende boom en begint opnieuw van beneden naar boven. Als het koud is in de winter kruipen ze dicht tegen elkaar, soms wel met tientallen in een kluit. Lekker warm !

Op de parkeerplaats aangekomen, lopen we nog naar de gedenkplaten, we zoeken de namen van familie en bekenden en staan hierbij stil. Dan in stevige pas terug, want nu begint het toch echt door te regenen.

Het was weer een fijne wandeling met veel natuurweetjes.

Rian Stehouwer.