Mei 2024 – Lentekriebels (2)

Vorige maand vertelde ik over de lentekriebels bij verschillende (water)vogels in het Wisentbos. Ik ben benieuwd wat er een maand later van die lentekriebels te zien is?
De meerkoeten hebben hun best gedaan. In de vijver tel ik naast de ouders vijf jonge koeten. Jonge meerkoeten hebben grappige koppies: een rode snavel en kale, rode huid met knobbeltjes, omgeven door een krans van oranje gele slierten.

Kan zo’n meerkoetjong eigenlijk direct zwemmen?
Ja, de jongen verlaten het nest zo gauw ze uit het ei zijn gekropen en zwemmen achter de ouders aan om gevoerd te worden. De kuikens worden 40 tot 60 dagen na de geboorte verzorgd door hun moeder. Zij bedelen constant met piepende geluidjes om voer en zijn al vanaf een grote afstand te horen. De ouders duiken plantaardig voedsel op maar ook een klein visje of slakje lusten ze wel.
Het is te hopen dat een aantal van deze jongen opgroeit tot een volwassen meerkoet. Die kansen zijn echter gering; menig jong valt ten prooi aan reigers, meeuwen, ratten en snoeken. Maar wat niet veel mensen weten, is dat de ouders ook wel hun jongen verdrinken door hun jong onder water te houden. Ze doen dat bij super brutale jongen en bij verzwakte exemplaren. De natuur is keihard. Maar als de meerkoet vroeg in het jaar broedt, kan het nog wel een tweede of zelfs derde legsel leggen. De kans dat er dan eentje overleeft, wordt zo groter.
De knobbelzwanen zijn ermee gestopt.
Wat is er gebeurd? Het kan zijn dat een rat onder het nest heeft gezeten en zo de eieren heeft opgevreten. Jammer, maar ook dat zijn de harde wetten van de natuur.
Ook van het krakeendenpaartje ontbreekt elk spoor.
Wel zie ik een vrouwtje van de wilde eend met haar jongen. Die begint vaak met zo’n twaalf jongen, een aantal dat zo hoog is omdat er veel van verloren gaan. Ze zijn nu nog    alle 12 in leven (zie foto). Vaak worden er ook maar een of twee van die eendjes volwassen.
De futen hebben inmiddels een nest gebouwd. De fuut legt maar drie of vier eieren en moet daar dus extra zuinig op zijn.
De jongen van de fuut komen uit het ei met een opvallend pyjamapatroon. Alhoewel ze na enkele dagen al kunnen zwemmen zitten de fuutjes vaak op de rug van hun ouders. Zelfs tijdens het duiken. Op de rug zijn de kuikens beter beschermd tegen roofvissen en reigers en blijven ze lekker warm. De jongeren worden tien weken gevoerd door de ouders, waarna zelf opzoek gaan naar voedsel.
Ik zie één van de jonge pyjamafuutjes van de rug afkukelen. Die kan zich prima redden in het water, maar toch klimt ie weer op de rug van de ouder, eerst onder de vleugel, dan omhoog. De andere ouder probeert halsstarrig een veertje aan een jong voeren, het lukt niet meteen, maar na enig volhouden uiteindelijk wel. Deze gewoonte dient ertoe om de ingewanden te beschermen tegen scherpe visgraten doordat de veren in de maag een bal vormen. Even later zwemmen de ouders met hun fuutjes in pyjama weer uit mijn zicht. Mijn dag kan niet meer stuk.

Vijf jaar geleden ben ik begonnen met het schrijven van stukjes over de natuur in het Wisentbos. Het was april 2020. Coranatijd, de anderhalve meter samenleving. In mijn eerste bijdrage schreef ik ook over de fuut:
Het is in zekere zin een van onze ‘gewone’ watervogels. Maar wie in deze tijd van het jaar goed kijkt ziet een prachtige vogel met een witgemaskerde kop met bruinrode krans overlopend in zwart en verlengde zwarte kopveren. De ogen zijn felrood. Mannetje en vrouwtje identiek. Zo gewoon – er zwemt altijd wel een fuut in de buurt – maar o zo mooi. Ivo de wijs schreef er dit kleine grappige gedichtje over:   

Hier is de fuut, zoals u ziet
zich van de nestbouw aan het kwijten
Met wier en eendenkroos en riet
en andere futiliteiten.

De cirkel is dus (bijna) rond. Dit is mijn 49e bijdrage. Volgende maand mijn laatste bijdrage over het Wisentbos. Dat wordt een terugblik van vijf jaar stukjes schrijven.

Johan Bonsink