Juni 2024 – 50
Dit is het 50e stukje dat ik schrijf over de natuur in het Wisentbos. Het is tevens ook mijn laatste bijdrage. Mijn eerste stukje schreef ik in 2020 en dan nu de 50e in juni 2024. Het wordt een terugblik. Al die tijd heb ik bijgehouden hoe de verhaaltjes werden gewaardeerd door jullie lezers. Met een duimpje omhoog gaven jullie aan of je iets leuk vond. Dat levert een mooie top-5 op:
Op 5 met 29 duimpjes: april 2021 – Doodgewoon en Vreemd

In de Lage Vaart en de Wisenttocht zie je het hele jaar door de wilde eend. Zowel het mannetje (met de glanzende groene kop en de witte nek ring), als het vrouwtje (onopvallend bruin). En toch ….. is er sprake van een mysterieuze terugval van de wilde eend. Ons land telt weliswaar nog steeds zo’n 200.000 tot 300.000 broedparen, maar sinds de jaren ’90 is het aantal broedparen met zo’n 30% achteruitgegaan. Waterverontreiniging en gifstoffen hebben de hoeveelheid insecten enorm doen dalen. Een belangrijk gegeven; immers eendenkuikens groeien op waterinsecten. Een voorbeeld hoe het in een voedselketen fout gaat. Die wilde eend, die doodgewone wilde eend moet vooral doodgewoon blijven. Lekker in het voorjaarszonnetje met z’n allen (zie foto). Allesbehalve doodgewoon zijn deze vreemde kostgangers: exotisch ogende schildpadden midden in het Wisentbos. Deze drie exemplaren (zie foto) zag ik bij het houten bruggetje parallel aan de Lage Vaart. In Nederland komen van nature geen zoetwaterschildpadden voor. Ze zijn gedumpt door mensen die ze als huisdier hielden.
Op 4 met 30 duimpjes: februari 2023 – Natuurwandeling
O.l.v. natuurgids Dirk de Haan trekt een groep van negen enthousiaste natuurliefhebbers het Wisentbos in. We wandelen o.a. langs de ringslanghoop op een plek langs de Lage Vaart (zie foto). Vrijwilligers hebben de broeihoop van takken, paardenmest en maaisel op een bult gelegd. In deze bult kunnen de ringslangen in de lente hun eieren leggen.
Op 3 met 32 duimpjes: januari 2024 – De bever en zijn sporen
Ruim 150 jaar lang stond de bever in Nederland te boek als verdwenen diersoort. In 1928 werd de laatste bever gedood. Sinds 1988 zijn ze weer uitgezet in ons land. In Flevoland ontsnapte in de jaren negentig een aantal dieren uit Natuurpark Lelystad. Het aantal bevers in Flevoland blijft maar stijgen. In tien jaar tijd is het aantal meer dan verdubbeld tot ongeveer 250 exemplaren. Het dier laat zich steeds vaker zien. Buiten hun burchten en vraatsporen van vers gevelde bomen en geschilde takken (zie foto) en spaanders kun je langs de waterkant ook typische ‘beverglijbaantjes’ ontdekken, modderige plekken waar de dieren het water in- en uitkomen (zie foto). In het Wisentbos zijn deze sporen goed te zien in de omgeving van de laatste brug over de Wisenttocht. Kijk bij de omgevallen bomen richting de Lage Vaart.
Op 2 met 48 duimpjes: maart 2024 – Oog in oog met reeën
Vier grote zwarte ogen staren je aan. Even staan we stokstijf stil, gevangen in elkaars blik. Een krakend takje? Of bewoog ik teveel voor deze dieren? Wat het ook was, het moment is weg. Met grote sprongen vluchten de reeën weg terwijl ze mij als betoverd achterlaten. Een ontmoeting met een ree is en blijft een indrukwekkende gebeurtenis (zie foto). Helaas komt het steeds vaker voor dat reeën het bos, ook het Wisentbos, ontvluchten. Je ziet ze scharrelen op de akkers en richten daar schade aan. Ook jonge boompjes moeten het ontgelden. De dieren voelen zich blijkbaar steeds minder veilig in het bos. Kortom reeën zijn mooi maar kwetsbaar. Geniet van een ontmoeting met een ree, maar bescherm ze door hun rust te respecteren.
En de winnaar met 50 duimpjes op 1: september 2022 – zo kan het ook: bloeiende akkerranden
Aan de rand van het Wisentbos, wanneer je het fietspad langs de Lage Vaart neemt, richting Swifterbant, kom je een prachtige bloemrijke akkerrand tegen. Bloeiende akkerranden moeten insecten aantrekken zodat ze de vele vruchtgewassen kunnen bestuiven. Een insectenrijke omgeving zorgt voor gezonde gewassen, omdat insecten vaak als natuurlijke vijanden fungeren bij plagen met luizen en rupsen. Veel kleine zoogdieren en zelfs roodwild (o.a. reeën) vinden in de strook een veilige rustplaats. En voor vogels leveren de pitten en zaden, die gedurende de winter blijven staan, een welkome bron van voedsel. Voor wandelaars en fietsers levert het ook nog eens een prachtig plaatje op (zie foto).
Met veel plezier heb ik de afgelopen vier jaar de natuurstukjes geschreven over de natuur in het Wisentbos onder het motto van:
Ik observeer,
ik beschrijf de natuur,
in al haar verscheidenheid,
telkens weer.
Ik volg de natuur.
Ik hoop dat jullie lezers het ook de moeite waard vonden. Voor wie van mijn stukjes wil blijven genieten: maandelijks verschijnt er een rubriek in De Drontenaar van mijn hand onder de titel: Dronten Natuurlijk.
Met vriendelijke natuurgroeten,
Johan Bonsink