April 2023 – Hulde aan de regenworm
IVN Dronten is in de maand april met 6 basisschoolklassen van de Christiaan Huygensschool in het Wisentbos geweest om meer te leren over de kringloop in de natuur. Interessant zijn allerlei dieren die aan de kringloop meedoen.
Wat is er zoal te vinden in het Wisentbos aan bodemdieren.
Eerst gaan op zoek naar bodemdieren door takken om te draaien en bladafval te onderzoeken Daarna gaan we met kleine schopjes graven en gaan op zoek naar in de grond levende dieren. En ja, er is van alles te vinden: slakken, pissebedden, duizendpoten en miljoenpoten, zelfs een nest met kleine watersalamanders en de wormen natuurlijk.
En wormen hebben de kinderen gevonden. Kijk maar naar het potje vol pieren.
Wisten jullie dat het onder de grond drukker is dan in de drukste winkelstraat? Biologen hebben ooit een stukje wilde tuin heel precies uitgezocht. Een stukje van niet meer dan een meter lang en een meter breed. Ze zochten niet dieper dan tien centimeter. En wat kwam daar allemaal uit tevoorschijn? Tachtig regenwormen, zeshonderd insecten, duizendpoten en miljoenpoten, vijftigduizend springstaarten en honderdduizend mijten. Van al deze bodembewoners is de regenworm ongetwijfeld het bekendst. De regenworm verdient hulde.
De worm van dichtbij bekijken
De mond gebruikt de regenworm om zich door de aarde heen te eten. Ze kunnen er ook blaadjes mee naar beneden trekken.
De regenworm bestaat uit meer dan 100 ringetjes of segmenten.
Het hele lijf van de regenworm bestaat uit ringetjes die met borstelharen zijn bezet. Die haren heeft een regenworm hard nodig om vooruit te komen. Wie dat eens met eigen ogen wil zien, moet maar eens een regenworm op een stuk papier leggen. Dan hoor je de borstelharen op het papier ritselen.
De regenworm is hermafrodiet; het heeft zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen. Het heeft wel een andere regenworm nodig om mee te paren.
Het zadel scheidt slijm af waarin eicellen en zaadcellen samenkomen na de paring.
De regenworm heeft geen longen, maar haalt adem via de huid.
Tot slot de anus, het uiteinde van het spijsverteringskanaal waarmee de regenworm de uitwerpselen uitpoept.
Afvalopruimers
Regenwormen zijn slijmerig, met veel en dus niet altijd welkom, en toch houden we ze maar beter te vriend. Deze ongewervelden spelen een cruciale rol spelen in de natuur. Ook al lijken regenwormen volkomen nutteloos, hun bijdrage aan een gezonde bodem is belangrijker dan je denkt. Het klopt dat ze hoopjes uitwerpselen achterlaten op je gazon, maar dat is absoluut niet schadelijk voor je gras. Integendeel! Regenwormen zijn op en top afvalopruimers. Ze graven tunnels onder de grond. Dit tunnelnetwerk helpt de bodem en planten die erin groeien op tal van manieren: het verlucht de bodem, gras en andere planten kunnen beter wortelen en de grond kan water beter opnemen, vasthouden en afvoeren wanneer nodig. Naar schatting herbergt één kubieke meter grond tussen 50 en 150 regenwormen die zich uit de naad werken voor jou en je planten.
Drie typen regenwormen:
In Nederland onderscheiden we voor het gemak drie typen regenwormen:
- Strooiseleters leven in de strooisellaag op de grond, deze wormen eten verse blaadjes en hun kleur is rood/paars.
- Bodemeters leven in horizontale gangen net onder de grond, zij eten bodemdeeltjes en organisch materiaal dat al wat verteerd is, hun kleur is grijs/bleek.
- Pendelaars wonen in verticale gangen tot wel drie meter diep, zij eten blaadjes die ze vanaf de grond naar beneden trekken, hun kleur is rode/paarse kop en een grijze achterkant.
Paniek
Als de aarde trilt, ontstaat paniek in de regenwormenwereld, want trillen betekent gevaar. Dan is de mol, hun grootste vijand, in de buurt.
Of het is een merel die met trappelende pootjes de nadering van een mol imiteert. Dan probeert zo’n worm zich uit de voeten te maken door zich pijlsnel boven de grond te werken. Daar is hij veilig voor de mol, maar op de merel heeft hij niet gerekend. Zodra er een stukje regenworm boven de grond komt, grijpt de merel dat met zijn stevige snavel vast. Gevolgd door een partijtje ‘touwtrekken’. De regenworm zet zich met het achterste deel van zijn lijf schrap in zijn ondergrondse gang. Soms wint de merel, soms de regenworm. Ik ben voor de worm, hulde aan de regenworm!
Johan Bonsink