Amberboom

Liquidambar styraciflua

De boom komt van oorsprong uit het oosten van Noord-Amerika. De amberboom wordt als sierboom sinds 1688 aangeplant in Europa. De geslachtsnaam is afgeleid van het Latijn liquidus (vloeibaar) en het Arabisch ambar (gom), een verwijzing naar de welriekende rode gom die de bladeren van de boom bij warmte afscheiden en die uit de stam kan worden afgetapt, Stuk gewreven bladeren geven een aangename zoete geur af. De oliehoudende hars in de bast werd en wordt in Amerika (‘Sweet Gum’) gebruikt als basis van kauwgom en als geurstof in voedingsmiddelen, tabak en parfum. De hars bevat ook geneeskrachtige stoffen en werd door indiaanstammen (Cherokee) gebruikt bij o.a. wonden, huidkwalen, problemen met de spijsvertering en verkoudheid. Het hout heet satijnnoten en glanst als zijde, splintert niet en wordt toegepast in de meubelmakerij, onder andere als fineer.