Het magnolia mysterie
31 maart 2014
Ieder jaar is het weer spannend: voor mijn huis staat een rij met zeven magnolia’s, zo rond maart/april beginnen hun bloesemknoppen zich te openen. De bloeitijd is maar kort, slechts enkele weken. Altijd gaat het tot mijn verbazing in dezelfde volgorde: nummer vier begint als eerste, geleidelijk aan openen de knoppen zich en komt de witte bloesem te voorschijn. Wat later beginnen de andere bomen. Nummer één, die voor mijn huiskamerraam staat, is altijd de laatste. Hij blijft lang in knop staan. Op dit moment zie ik in deze boom enkele stippen wit. Een groot gevaar ligt op de loer. Het weer! Blijft de temperatuur zacht en is het windstil, dan kan ik van de witte weelde genieten. Maar o wee als het gaat vriezen of waaien. Bij vorst en sneeuw worden de witte blaadjes snel bruin. Bij stevige wind valt de bloesem op de grond. Zonde!
Naast het mysterie van het tijdverschil in bloei is er nog een ander mysterie. Ik kom er niet achter om welke soort magnolia het gaat. Al heel vaak heb ik gezocht op internet. Steeds zijn de bloemen net weer anders. Of ze lijken er precies op, zoals de denudata (zie de foto), maar de beschrijving klopt niet. Dit jaar ga ik weer op zoek. Is het wel een magnolia, vraag ik me af? Ik besluit een mail met foto’s te sturen aan alle natuurgidsen van IVN Amsterdam met mijn vraag. Gelukkig krijg ik snel antwoord van Arend Wakker. Hij denkt dat het gaat om de magnolia denudata of magnolia veitchii. Gauw op internet kijken. En ja! Magnolia veitchii moet het zijn. En dan begrijp ik waarom deze magnolia zoveel lijkt op de denudata. De magnolia veitchii is een kruising tussen de denudata en de campbelli.
Kwekers hebben kruisingen gemaakt met alle voorouders van de wilde magnolia. Daarom zijn er zoveel soorten, wel 220! Het levert schitterende kleuren op (hierbij de soulangeana) en eigenschappen zoals een latere bloeitijd. De veitchii bloeit juist vroeg en is daardoor gevoelig voor vorst. Hij wordt succesvol gekweekt op plaatsen waar het vrijwel nooit vriest, zoals Cornwall en de kust van Devon in Engeland. Waarom zouden ze dan juist deze variant in mijn straat hebben geplant? Ondanks de vorst van de laatste nachten zie ik gelukkig nog geen bruine blaadjes. Maar als straks nummer één in bloei staat, is de bloesem van de andere bomen al gedeeltelijk bruin. Na de witte metamorfose komt de volgende. Voor je het weet zijn de bomen voorzien van frisse lichtgroene bladeren. Ook prachtig.
Het geslacht magnolia is ongeveer 100 miljoen jaar geleden ontstaan. De bloembouw komt overeen met die van de oudst bekende fossiele bloemen. Kevers zorgden voor de bestuiving, bijen bestonden toen nog niet. Vandaar dat de bloembladen zo hard en dik zijn. De boom heeft zich aangepast aan het jaarlijks terugkerende bezoek van de kevers. Met hun scherpe kaken en krioelende poten gaan ze minder zachtzinnig te werk dan bijen. Maar magnolia’s kunnen zichzelf ook prima bestuiven. In de V.S. waar de magnolia inheems is, is het merendeel van het zaad een gevolg van zelfbestuiving. Waarschijnlijk vormen de magnolia’s hierdoor tegenwoordig in Nederland op gunstige warme plekken (zoals het Amstelpark) ook zaad. Je kunt nu bloeiende magnolia’s in het Amstelpark bewonderen!
Foto’s:
Alinea 1: Ellen Hageman
Alinea 2: Kenpei, CC BY-SA 3.0
Alinea 3: Zdeněk Pražák, CC BY-SA 3.0
Alinea 4: Beatriz Moisset, CC BY-SA 3.0