Flora
Natuurveld Noorderwaard // Bloemenweide
Lees hier alles over natuurveld Noorderwaard, een kruidenrijk grasland in het Kromme Rijn park.
Voorheen kende de vereniging een werkgroep flora.
Deze werkgroep deed onderzoek naar de flora: leren determineren, inzicht in ecosystemen, floristische waarden en bedreigingen vaststellen. Vaste bermvlakken en natuurgebiedjes in onze gemeente werden jaarlijks geïnventariseerd en gevolgd in ecologische ontwikkeling. Deze gegevens leveren een input voor aanpassingen van het gemeentelijk groenbeheer en soortenbescherming. Een klein aantal belangstellenden zet deze activiteiten voort.
Nectarindex van enkele bermen in Wijk bij Duurstede
In 2025 is de floragroep gestart met de Nectarindex. Dit is een landelijk laagdrempelig meetproject geïnitieerd door Floron en de Vlinderstichting. De Nectarindex is een handige methode om te bepalen in welke mate de bermvegetatie bijdraagt aan het behoud van bloembezoekende insecten, vlinders en inheemse planten. Door de aanwezige bloemen te tellen en hun nectarwaarde te scoren zie je in een oogopslag welke waarde het stukje berm heeft voor bestuiving en biodiversiteit. Inmiddels wordt Nectarindex landelijk ingezet door organisaties om bermbeheer te monitoren en verbeteren.
Het berekenen van de nectarwaarde doen we overigens niet zelf. We tellen het aantal bloemen in een straal van 1 meter rond een punt en herhalen dat over een lengte van 100 meter 10 keer. De gegevens worden ingevoerd in de NDFF-Verspreidingsatlas, het getelde traject wordt ingetekend. Automatisch wordt de nectarindex berekend en volgt wat statistiek en een maaiadvies. De index wordt vastgesteld van 1 – weinig waarde voor insecten en vlinders tot 5 – veel waarde. Onze waarnemingen worden gevalideerd, dwz gecontroleerd.
Het afgelopen jaar hebben we zes bermen geregistreerd op Verspreidingsatlas.nl [NDFF] en er vijf ook daadwerkelijk geteld. Een aantal bermen hebben we gekozen in de verwachting dat daar wel een goede score uit zou kunnen komen. Bij andere bermen waren we nieuwsgierig. De biodiversiteit in de berm aan de Nieuwe weg vlak voor de Amerongenwetering en de Melkwegse Tiendweg vielen tegen. Een nectar score van drie. Hetzelfde gold voor de berm aan het Junopad. Deze is uiteindelijk niet geteld omdat in 2025 voornamelijk gras te zien was en we daarnaast toch een beetje in tijdgebrek kwamen. De andere bermen maakten hun belofte wel waar.
Van de 5 getelde bermen kregen er drie de maximale score van 5! Dit zijn bermen waar op een ecologische wijze wordt gemaaid. Deze manier van maaien lijkt dus vruchten af te werpen. Er zou ook sprake zijn van een lagere stikstofwaarde, dus minder voedselrijkdom. Op de Weegmaat vonden we bijorchissen in overvloed, knoopkruid, gele morgenster en kamgras. De Romeinenbaan had brunel, kraailook, vier klaversoorten en klein streepzaad.
zie NDFF overzicht en projecten bij verspreidingsatlas, nectarindex of kijk bij floraenfaunaverkenner.nl
* Melkse Tiendweg (31 srt) index 3 9 mei
* Romeinenbaan 33 srt (brunel) index 5 31 mei
* de Weegmaat (bijenorchis/ kamgras) 30 srt index 5 2 juni
* Nieuwe weg, na de brug over de kromme rijn, 17 srt index 3 19 aug
* berm bij Brandweer Hordenweg (28srt) index 5 15 mei
FLORON cursus leden floragroep
Drie leden van de floragroep hebben de gecertificeerde basiscursus flora hebben gevolgd die georganiseerd werd door FLORON, een stichting die in Nederland het onderzoek coördineert naar het voorkomen van wilde plantensoorten. Zij deden dit op eigen kosten. De cursus duurde 4 maanden met elke week huiswerkopdrachten.
Wat doet de floragroep nog meer?
In juni 2023 zijn Klaas Everards en Hans de Bruin op drie locaties het gebied van de Groene Grens (tussen Veenendaal en Ede) ingegaan om vooral de bijzondere soorten waar te nemen of nader te determineren. Het was niet de bedoeling om een totaaltelling van alle soorten te doen, omdat het terrein te groot is om meer dan gerichte steekproeven goed te bekijken. Maar we wisten al hoe bijzonder de vegetatie hier is.
In 2022 is onze floragroep hier verrast door de massale orchideeën rijke schraallanden. Dat verwacht je niet zo maar te midden van zwaar bemeste en ontwaterde cultuurgraslanden van de Gelderse Vallei, bovendien nabij de nieuwe bebouwing van Veenendaal en Ede. Toch is het niet onlogisch.
Op de foto: Bolderik en Grote Ratelaar
Er zijn o.a. de volgende bijzondere soorten aangetroffen: Op wegbermen en graanvelden met akker”onkruiden” vielen vooral de vele Grote klaprozen, korenbloemen en grote ratelaar op, naast bolderik en ogentroost. (zie foto’s)
In drasse laagtes veel moeraskartelblad, echte koekoeksbloem, lange ereprijs, blauwe knoop, ogentroost, veldrus, vele rietorchissen, gevlekte orchis, welriekende nachtorchis, hondskruid, gewone waterbies en watertorkruid.
Op vochtige plekken steenanjers, bonte wikke, rapunzelklokje, fraai duizendguldenkruid, tormentil
Op droge plekken Struikheide, zandblauwtje, brem, hazepootje.

Stijve Ogentroost en Steenanjers
Toelichting: Regen valt op de Veluwe en de Utrechtse heuvelrug en zijgt daar in de bodem. Ondergronds legt het in lange tijd een lange weg af tot onder het hart van de Gelderse vallei. Daarbij zijn bijzondere mineralen opgenomen die met het kwelwater omhoog kunnen komen, zoals ijzer dat fosfaat vastlegt. Daarop reageren dan weer plantensoorten (zoals waterviolier) die anders weggeconcurreerd worden door stikstof- en fosfaatminnaars, zoals kroossoorten, Grote brandnetel en vele ruigtkruiden.
Pas toen de bemeste bovengrond verwijderd was, het natuurlijke waterniveau hersteld en spontane plantengroei toegestaan werd, kwam de kracht van de diepe kwel weer tot leven. Bovendien zijn er ook plekken met lokale, ondiep kwel, dat een zuurder en voedselarmer karakter heeft. Daarop reageert dan bijvoorbeeld veenpluis, maar ook veldrus. Tenslotte zijn er ook droge, voedselarme opduikingen.
Het blijft voor menigeen verrassend dat in deze drie locaties in de Gelderse Vallei, waar zoveel piekbelasters onder de boeren schijnen te wonen, toch deze explosie van zeldzame plantensoorten zich gevestigd blijkt te hebben in de afgelopen jaren. Voorheen groeide hier immers vnl Engels raaigras of mais. Ik zie de verklaring in de enorme kracht van diepe kwel, die hier van nature aan de oppervlakte komt. Als je de zwaar bemeste bovenlaag verwijdert en het waterpeil natuurlijker maakt, komt de kwelstroom weer op gang, brengt zeldzame extra mineralen uit de diepte mee en dat blijkt hier belangrijker dan de extra stikstofbelasting in de lucht erboven. Dat is iets waarover ik in de brede maatschappelijke discussie over stikstof en boeren niemand hoor! Maar zonder de gedane ingrepen, bij het gangbare landbouwbeleid, ben ik er van overtuigd dat deze bloemenweelde niet meer teruggekomen zijn!
Hans de Bruin