Vogels

Stadsnatuur vergt samenwerken

Voormalig stadsecoloog Remco Daalder besteedt nu al zijn tijd aan het schrijven over de natuur. De mens en de samenleving spelen in zijn werk altijd een centrale rol. ‘Alleen als je de verbinding tussen de natuur en economie weet te leggen, kun je iets bereiken.’

Dat de natuur in de stad veelzijdig is, valt vanaf het balkon van Remco Daalders huis in Amsterdam-Noord goed te merken. In de kruinen van de essen in zijn straat laten de halsband- en grote alexanderparkiet luid van zich horen, net als een groepje staartmezen. ‘Alleen al in onze portiek hebben we zo’n vijftig soorten nachtvlinders gevonden’, wijst Daalder naar beneden. De sperwer die regelmatig zangvogels in Daalders tuin vangt, laat zich even niet zien, evenals de jonge merel die graag snoept van de druiven die langs de balkonrand hangen.

Daalder: ‘Tijdens de lockdown kon ik hier uren naar de vogels kijken. Ik maakte er een sport van om tijdens één kop koffie zoveel mogelijk soorten te tellen. Mijn record staat op 31.’ Zo waren Daalder en zijn partner Marieke getuige van de eerste onhandige paringspogingen van het houtduivenpaartje dat in hun tuin nestelde. ‘Het duurde even voordat het mannetje doorhad wat hij moest doen, maar daarna kon hij er geen genoeg van krijgen. Ik haal er veel voldoening uit dat ik de vogels herken waarmee ik mijn buurt deel. Ik heb ook het idee dat zij ons kennen. Wij mensen observeren niet alleen vogels, maar omgekeerd observeren zij ons ook.’ Mensen die vogels observeren staan centraal in Daalders jongste boek ‘De Soortenjager’.

Een fascinerende soort die soortenjager, zeldzame vogels brengen een hoop teweeg bij mensen. Hoe verklaar je dat?

‘Onderzoekers als Charles Darwin, Alfred Russell Wallace en Alexander von Humboldt jaagden nog letterlijk op vogels, maar dat deden ze vanuit wetenschappelijk oogpunt. De fascinatie van de huidige generatie vogelspotters met het zien van zoveel mogelijk soorten kan ik minder goed begrijpen. Sommige mensen gaan zelfs zo ver dat ze liegen en bedriegen over het aantal vogels dat ze hebben gezien. Ik denk dat het nog het best te vergelijken is met topsport. Fanatieke vogelaars krijgen vaak een wazige blik in hun ogen en deinzen er niet voor terug om een ander opzij te duwen. Ik was laatst op Texel en daar zag ik ineens zo’n hele klont auto’s geparkeerd op de dijk waardoor de hele grasstrook aan gort was. Allemaal vogelaars die voor een foto van de oostelijke gele kwikstaart kwamen. Sommigen reden meteen weer naar huis zodra ze die foto hadden. Dat heeft in mijn ogen weinig met natuurbeleving te maken. Ik moet wel een kanttekening maken voor de mensen achter de Dutch Birding Association. Die leveren een belangrijke wetenschappelijke bijdrage in het onderzoek naar trek- en broedvogels en naar de systematiek van vogelsoorten.’

Vanaf Daalders balkon zijn behalve vogels ook heimachines te horen die bezig zijn met de fundering van de nieuwe wijk Elzenhagen die rond metrostation Noord komt. ‘Een goede zaak’, vindt Daalder. ‘Een metrostation is een enorme investering, die kun je er maar het beste uithalen door zoveel mogelijk woningen eromheen te bouwen. Bovendien stimuleer je zo het gebruik van het ov.’ Als stadsecoloog was Daalder jarenlang projectleider van de Structuurvisie Amsterdam 2040 waarbij zijn team moest woekeren met de beschikbare ruimte. ‘Amsterdam staat voor een enorme woningbouwopgave. Naast al die woningen moet er ook oppervlak komen voor wegen, bedrijven, groen en duurzame energie. Dat is een ongelofelijke puzzel. Gelukkig heeft Amsterdam de hoofdgroenstructuur, daarin is vastgelegd dat groen groen moet blijven. Zo worden nu in het Schinkelkwartier 10.000 woningen neergezet. Nog voordat die woningen er staan, is al geïnvesteerd in de oeverlanden, een groengebied rondom die wijk.’

In welke delen van Amsterdam kunnen we jouw hand als stadsecoloog terugzien?

‘Ik ben in 1993 begonnen als beheerder van het Amsterdamse Bos. Onze opdracht was om de natuurwaarde van het bos te vergroten zonder dat de beheerkosten toenamen. We hebben toen onder andere Schotse hooglanders geïntroduceerd en zijn begonnen met natuurlijk bosbeheer waarbij je dood hout laat liggen. Bij iedere ingreep zorgden we ervoor dat we de bezoekers meenamen, onder andere door excursies te organiseren en de lokale omroep AT5 uit te nodigen voor het maken van een reportage. Door voortdurend te vertellen wat je doet en waarom, krijg je de mensen mee in jouw verhaal.

Voor die aanpak koos ik ook als stadsecoloog. Je moet stedenbouwers niet als vijand zien, je moet ze juist helpen. Dan krijg je het meeste voor elkaar. Vroeger leefde bij de planologen en ontwikkelaars het idee dat ecologen vervelende zeurpieten waren die je verplicht moest raadplegen, maar waar je zo snel mogelijk vanaf wilde. Ik heb altijd geïnvesteerd in goede contacten. Als projectleider van de Structuurvisie Amsterdam 2040 hadden ze vaak niet eens door dat ik ecoloog was en zo kon ik juist veel voor elkaar krijgen. Zo komen er twee nieuwe eilanden bij IJburg, een strandeiland, dat dicht

bebouwd wordt en een natuureiland dat juist groen blijft. Ook konden we de aanleg van de Kinseldam bij Durgerdam realiseren door dat project bij de begroting van IJburg onder te brengen. Daar broeden nu lepelaars. Op een begroting van miljarden is zo’n project peanuts, terwijl als je het als natuurproject apart indient worden de wenkbrauwen opgetrokken van ‘is dat wel nodig?’. Dat oude vijandbeeld tussen groen en rood is inmiddels gelukkig verdwenen. Ecologen hebben tegenwoordig veel meer oog voor planologie, en architecten en bouwkundigen hebben meer oog voor ecologie en duurzaam bouwen. Architecten beginnen tegenwoordig zelf over vleermuizen en andere soorten.’

Groen is dus gebaat bij meer samenwerking?

‘Ja. Ik zat ooit een keer aangeschoten in een kroeg op de Zeedijk en raakte aan de praat met een CEO van Shell die ook in kennelijke toestand was. Hij zei tegen mij: “We hebben alle technologie in huis om de wereld te redden, maar dat gaan we natuurlijk pas doen als we eraan kunnen verdienen.” Het is cynisch, maar zo werkt het wel. De enige manier waarop we iets kunnen bereiken om biodiversiteitsverlies en klimaatverandering tegen te gaan is door de koppeling met economie te leggen. Een goed voorbeeld is het LOFAR-project bij het Drentse Borger. Rond de grote radiotelescoop die daar stond, zijn de voormalige maïsakkers omgevormd tot ruige moeras- en weidenatuur waar grutto’s en leeuweriken zich thuis voelen. En ook belangrijk, maak het leuk en word vooral niet belerend. Zorg dat je de mensen meekrijgt in jouw verhaal. Dat geldt ook voor het natuurinclusiever maken van de landbouw. Zie de boeren niet als vijand, maar als bondgenoten, er zitten zoveel kansen voor de natuur in de kleinschalige landbouw.’

Toch ben je gestopt met je werk als stadsecoloog

‘Het is de mooiste baan ter wereld, ik zou er zelfs voor betalen om dat werk te doen. Maar op een gegeven moment is het goed om als oude, witte man plaats te maken voor een nieuwe generatie. Ik hoorde mezelf net iets te vaak dezelfde mantra’s herhalen en dan wordt het tijd voor wat nieuws. Bovendien wilde ik graag meer tijd hebben voor het schrijven van mijn columns voor de Amsterdam-bijlage van NRC en mijn boeken. Het is heerlijk om de hele dag te kunnen schrijven.’

Wat kunnen stadsbewoners doen voor de natuur in hun stad?

‘Genoeg. Ga bijvoorbeeld tegels wippen zodat er in je tuin of buurt meer ruimte komt voor groen en water beter in de grond kan zakken. Of maak een voedselbos van je tuin. In onze tuin hebben we behalve druiven ook een vijg, een stoofperenboom en een appelboom. Dat is lekker voor jezelf en voor de vogels. Of begin een voedselbos of moestuin met je buurtgenoten. Je zult versteld staan hoeveel opbrengst zo’n voedselbos heeft, het is echt een alternatief voor grootschalige landbouw. Ook op bedrijventerreinen zie ik wat dat betreft kansen. Verder is de natuur in de stad toch grotendeels afhankelijk van het beheer. Amsterdam had ooit een plantsoenendienst, nu worden er aannemers ingehuurd die met groot materieel uitrukken en de boel overhoop rauzen. Hierachter is een parkje met veel water en vroeger hoorde je hier in de zomer constant kikkers, nu helemaal niets meer.’

5 favorieten van…Remco Daalder

Favoriete natuurgebied?

‘Het strand en de zee bij Zandvoort, daar hadden mijn ouders vroeger een huisje en ben ik deels opgegroeid.’

Met wie ga je daar het liefst naartoe?

‘Met mijn vrouw Marieke natuurlijk! Zij is veldbioloog, haar hoef ik niet uit te leggen waarom het mooi is om naar het roodborstje te kijken dat in onze tuin baddert.’

Favoriete dier?

‘De mens, ondanks dat er wat merkwaardige exemplaren rondlopen, is 90 procent heel oké. Mensen zijn in staat tot mooie dingen als kunst en literatuur.’

Bestudeerde als kind?

“Alles wat ik in mijn schepnetje ving.”

Meest bijzondere natuurervaring?

“Ooit kwam ik in Schotland op een bootje in de zee bij de Hebriden in een storm terecht. Daar kon ik zien hoe stormvogels en pijlstaartstormvogels in die ruwe omstandigheden juist helemaal in hun element waren.”

 

Over Remco Daalder

Bioloog en schrijver Remco Daalder (1960) studeerde ooit af op het thema biologie en samenleving. Hij deed elf jaar onderzoek naar waterplanten. In 1993 werd hij beheerder van het Amsterdamse Bos. In 2000 ging hij aan de slag als stadsecoloog van Amsterdam. In die hoedanigheid was hij onder andere projectleider van de Structuurvisie Amsterdam 2040. Daalder schreef verschillende natuurboeken waaronder recent ‘De soortenjager’. In 2014 won hij met ‘De Gierzwaluw’ de Jan Wolkersprijs voor het beste natuurboek. Volgend jaar verschijnt van hem ‘Amsterdamse beestjes’, een verzameling van de columns over stadsdieren die hij voor NRC schrijft.

Tekst: Marianne Wilschut
Foto’s: Liesbeth Dingemans

Mens & Natuur magazine

magazine

Dit artikel verscheen eerder in de winter-editie van Mens & Natuur magazine 2022. Wil je ook het Mens & Natuur Magazine ontvangen?

Voor € 25 per jaar ben je al lid van IVN en ontvang je naast 4x per jaar ons magazine ook korting in onze webwinkel (geldt niet voor boeken) en kun je gratis of met korting deelnemen aan onze activiteiten, cursussen en workshops.

Ja, ik word lid

Ontdek meer over

Deel deze pagina