Uilenbescherming in het buitengebied van Son en Breugel

De Uilenwerkgroep Son en Breugel is in 2005 opgericht. De werkgroep houdt zich bezig met het beschermen van zowel de steen- als de kerkuil. Het zijn allebei vogels die in Nederland voorkomen in kleinschalig agrarisch cultuurlandschap. Om de teruggang van de uilen tot staan te brengen hangt de werkgroep speciaal daarvoor gemaakte kasten op. De kasten worden geleverd door Brabants Landschap.


Hier krijgt u live een kijkje in een van onze kerkuilenkasten. Zijn de uilen thuis of zijn ze misschien wel op jacht naar voedsel?

Als onze uilen er even niet zijn kun je hierboven een archiefbeeld bekijken.

Wat wij doen

Naast het ophangen van de kasten worden ieder jaar alle kasten een aantal keren geïnspecteerd en schoongemaakt en worden alle gegevens rondom de eventuele broedsels bijgehouden. De werkgroep is altijd op zoek naar goede locaties voor een kast en is daarbij behalve van de diversiteit van de biotoop, afhankelijk van de medewerking van de zogenaamde gastgevers.

De kleinste uil van Nederland

De steenuil, die nog kleiner is dan een merel, is de kleinste in ons land broedende uil en verblijft het hele jaar in een relatief klein territorium. Met zijn gele ogen kan hij overdag ook goed zien. Als je geluk hebt, zie je deze uil op de nok van het dak zitten of op een paaltje, klaar om zijn prooi te verschalken. Op de menulijst van de steenuil staan onder andere muizen, kevers, rupsen, larven en regenwormen. De steenuil is erg gehecht aan zijn broedplaats en aan zijn broedpartner. Het vrouwtje legt in april/mei ongeveer vier eieren. In het najaar moeten de jonge uilen zelf op zoek naar nestgelegenheid. Het liefst blijven ze in de buurt van hun ouders wonen. Helaas overleeft maar een klein percentage de eerste winter.

De belangrijkste redenen voor de afname van het aantal steenuilen zijn het verdwijnen van geschikt leefgebied door ruimtelijke ontwikkelingen zoals dorpsuitbreidingen en de aanleg van wegen en de intensivering van het agrarische gebruik. Een andere reden is dat veel erven hun kleinschalige agrarische functie hebben verloren. Moderne stalgebouwen van agrarische bedrijven zijn vaak ontoegankelijk en de voedselsituatie op het erf verslechtert daardoor ook. Het erf is hierdoor is in veel gevallen ongeschikt geworden voor de steenuil.

De krijsuil alias kerkuil

In het Engels wordt een kerkuil Barn owl genoemd. Die naam geeft al aan waar deze uil het liefst verblijft, in een schuur of stal. Bij voorkeur een open exemplaar waar hij zo in kan vliegen. Daar zoekt hij rustige, donkere schuilhoekjes als roestplaats voor overdag en als nestplaats. Kerkuilen leiden een teruggetrokken leven en worden als het donker is actief om in het open veld te jagen op vooral veldmuizen. Ze zijn heel herkenbaar door hun hartvormige gezicht maar vallen ook op door hun krijsend geroep.

Zowel het aantal eieren per legsel als het aantal legsels zelf is afhankelijk van de veldmuizenstand. In veldmuizenrijke jaren zijn de legsels groter en kan er zelfs een tweede broedsel volgen. In tijden van voedselschaarste beginnen kerkuilen niet eens aan een nest en ook dat is niet alleen afhankelijk van de weersomstandigheden maar zeker ook van de inrichting van hun leefgebied.

Live naar ‘onze eigen’ Son en Breugelse uilen kijken

Meer dan een miljoen unieke bezoekers volgen elk jaar het liefdes- en familieleven in vogelnesten via de webcams van de Vogelbescherming. Van familiedrama’s, net uitgekropen kuikens tot gepassioneerde strijd om een minnaar. Alles is live te zien voor de camera’s. Dat kan nu ook met ‘onze eigen Son en Breugelse kerkuilen. Áls ze thuis zijn tenminste. Veel kijkplezier!

Lonneke van Soest
Coördinator uilenwerkgroep Son en Breugel

Meer weten over de uilen in het buitengebied van Son en Breugel? Lees dan onze jaarverslagen.