Landschap
VERSLAG wandeling Kiefstkamp
AUTEUR EN FOTOGRAFIE │ LODEWIJK CRIJNS
Het is weer een mooie zonnige zondagmiddag als wij ons op 9 februari tegen twee uur verzamelen bij de Lieferinkweg in Vorden. Het is windstil en zo’n zes graden boven nul. Onze drie gidsen van deze middag staan al klaar: Homme Siebenga, Wim van den Brink en Rebecca Planteijdt, de hoofdgids.
In de aankondiging hadden we al iets gelezen: de naam Kiefstkamp is afgeleid van de kievieten die hier veel voorkwamen. Het landgoed is ontstaan in de 17e eeuw en het landhuis dateert van 1776. Het is gebouwd in Louis Seize stijl. Na diverse eigenaren kwam het in 1919 in handen van de familie Van den Wall Bake. In 1975 verwierf de Stichting Het Geldersch Landschap het geheel, inclusief een aantal boerderijen. Het landgoed is ongeveer 100 hectare groot en kent lanen, loof-en naaldbos, weilanden en akkerbouwlanden. In de directe omgeving van het huis bij de vijver kan men genieten van een weelde aan Stinzeplanten, zo vertelt de aankondiging.
Er zijn zo’n zestig deelnemers en na een inleiding van Rebecca, worden we in drie groepen verdeeld. Mijn vrouw en ik sluiten ons aan bij de groep van Homme. We slaan links af de Lieferinkweg , waar Homme ons bij een eerste stop een aantal kaartjes laat zien van het gebied, waarop vloeiweides zijn aangegeven en dekzandruggen uit de IJstijd (opgewaaid zand), waarop de boerderijen zijn gebouwd. Water uit de Hallerlaak werd naar een vloeiweide geleid, waar het als een soort bemesting diende. We bewonderen een onbekende plant: schuurbies of schaafstro, dat behoort tot de familie van de paardenstaarten. We passeren, als we onze wandeling vervolgen, boerderij de Nijenkamp met Angus- en Jerseyrunderen. Het hele gebied is onderdeel van het Geldersch Landschap. We komen over een asfaltweg, met aan weerszijden berken en zomereiken, uit bij de Lindense Laak. Doordat hier geen ruilverkaveling is geweest, zijn er nog coulissen met onder meer hazelaars. De vele braamstruiken duiden op veel stikstof.
Bij een volgende stop vertelt Homme de geschiedenis van de Kieftskamp, zoals al beschreven. Een laak is een gegraven afwateringssloot. Een kamp is een kleine akker behorend bij één boerderij, een enk is een grote akker gedeeld door meerdere boerderijen. Fraai is een rij knotwilgen langs de Lindense Laak. Ook hier weer, zoals vaak, een uitgestrekte vlakte van Engels raaigras. We bereiken na een boerderij met mooie witte kippen en een maisveld ernaast, de Lindenseweg. We staan stil bij de Kapellebult. In 1563 is hier op een plek waar ooit een heilige linde stond, een kapel gebouwd, zelfs later een schooltje, maar dat alles is weer afgebroken. Nu resteert er een gedenksteen met een kort citaat van Staring: “Verheft zich hier geen bidplaats meer, ’t Heelal is tempel voor den Heer.“
Vanaf deze plek lopen we ook een stukje van het zo bekende Pieterpad. We passeren over een zandpad een weiland met een grote kudde Poll Dorset schapen, echte vleesschapen. Op een dode berk bewonderen we een honingzwam, een echte parasiet. De drie V’s van de zwammen worden nog eens verteld: de Vijanden, namelijk de parasieten, de Vrienden, die een symbiose aangaan en de Vuilnismannen, de saprofyten, de opruimers.
Bij de brug over de Veengoot vertelt Homme het verhaal over de waterhuishouding door het Waterschap. Door de toenemend droogte wordt nu juist geprobeerd het afwateren te vertragen.
We lopen terug naar de Kapellebultweg met veel berken aan weerszijde. De berk is een typische pionier in het landschap, bij toename daarna van andere bomen sterft hij af door gebrek aan licht. De uitdrukking “trillen als een espenblad” is afkomstig van de ratelpopulier, die wij bekijken. Vroeger was dit hele gebied woeste grond met veel heide en schapen daarop. Eenmaal rechts afgeslagen, komen we bij een rij beuken, die aan de zonzijde “verbrand” zijn door de zon. We ruiken daarna aan een Douglasspar, die inderdaad heerlijk ruikt. Bij een heidevlakte iets verderop, waar naast struikheide ook dopheide groeit, is een boerderij van de Kiefstkamp: Waarle. Uiteindelijk bereiken we dan het huis van Kiefstkamp zelf, met links ervan een mooie eikenlaan. De eerste sneeuwklokjes laten zich zien en ook de daslook. We hebben inmiddels zes kilometer gewandeld en zijn aan het einde van onze tocht wel toe aan koffie, die al geurend op ons staat te wachten. Met weer dank aan de gidsen voor deze mooie middag, keren wij geheel tevreden huiswaarts.

