Landschap
Verslag Lezing Herstel natuurlijke landschap in de Achterhoek
AUTEUR EN FOTOGRAFIE │ LODEWIJK CRIJNS
De zaal in het Stadhuus van Lochem is op dinsdag 25 maart 2025 wel heel goed gevuld met zo’n tachtig IVN-leden en belangstellenden. Om half acht introduceert Homme Siebenga de spreker van deze avond: Gilbert Maas. Hij is werkzaam als geomorfoloog, bodemdeskundige, aan de Universiteit van Wageningen.
In de aankondiging door Joke Regouw hadden we al het een en ander kunnen lezen: “Het wordt een interessante avond met als thema verstoring en herstel van ons landschap. De natuur staat zwaar onder druk, ook in de Achterhoek. Een belangrijke oorzaak is de verstoring van het natuurlijke landschap. Grondige kennis van het oorspronkelijke bodem- en watersysteem is daarom essentieel om de hap in de Achterhoekschade te kunnen herstellen. Hoe is het Achterhoeks landschap ooit ontstaan? Hoe functioneerden daarin de natuurlijke eigenschappen van de bodem en het waterstelsel? Om het onderwerp tastbaar te maken, zal de spreker monsters meenemen van verschillende grondsoorten. Verlies van biodiversiteit door klimaatverandering is een grootprobleem in onze tijd. Om dit concreet te maken, zal Gilbert Maas het natuurherstel aan de Baakse beek als voorbeeld nemen. ” Tot zover de aankondiging voor deze avond.
Gilbert laat een eerste dia zien met het programma voor deze avond:
- Kennismaking met veldbodemkunde
- Geologische ontstaansgeschiedenis van de Achterhoek
Pauze met bekijken en voelen van de grondmonsters - Onthechting van het landschap
- Systeemherstel van de Baakse Beek
Een korte les volgt over bodemkunde. Wat houdt dat in? De bodemkringloop bestaat uit opbouw (voeding, de plant als producent en dier, en mens als consument) en afbraak. Zo wordt de bodem gevormd. Er is sprake van organische stofophoping en afbraak, verwering, homogenisatie door het bodemleven, inspoeling en uitspoeling van organische stoffen. Bijvoorbeeld klei, oxidatie en reductie onder invloed van grondwater.
Geomorfologie gaat over hoogten en laagten in het landschap, zoals een geologische kaart ons toont. De ondiepe bodem is de bodem tot 1,2 meter diepte, daaronder ligt de diepe ondergrond van 1,2 – 50 meter.



Bodemkaarten zijn zeer gedetailleerd. Alleen voor deskundigen, zo merkt Gilbert op. Op hun beurt zijn geomorfologische kaarten gedetailleerder dan geologische kaarten. Een bodemkaart geeft de soorten grond aan en de bodemontwikkeling. Wat gebruikt de bodemonderzoeker bij zijn veldbodemkundig onderzoek? Dat is de Edelmanboor, een boor die tot zeven meter diep kan gaan. Heel Nederland is zo bodemkundig in kaart gebracht – vertelt de spreker – en in computers opgeslagen. Een volgende dia toont ons de bodemclassificatie. De grondtypen zijn: veen, podzolgrond, brikgronden en eerdgronden. De grondsoorten zijn: veen, kalkrijk zand, kalkloos zand, zeeklei, jonge en oude rivierklei, leem en stenen.

De factoren die de bodemontwikkeling beïnvloeden, worden besproken:
- het klimaat en het hoogtereliëf. De Lochemse berg wordt als voorbeeld gegeven met de meanderende Berkel. De Berkel was namelijk vroeger tien keer zo groot als nu;
- de hydrologie: dynamiek en samenstelling van de grond en het oppervlaktewater, de waterkwaliteit, chemische samenstelling, afvoer en droogval van beken en rivieren;
- moedermateriaal: kalkrijk of kalkarme grond, het ijzergehalte van de grond.
Zo kun je, wanneer je aan de rand van een beek onderzoek doet, wel drie verschillende grondsoorten vinden. Zand, klei en veen, en dan nog kalkarm of kalkrijk. Een nog niet genoemde invloed op de bodemontwikkeling is uiteraard de vierde factor: de soort vegetatie die erop groeit, zoals heide, broekbos, rijk grasland of Engels raaigras.
Gilbert bespreekt hierna het ecologische rolmodel. De bodem is daarbij het uitgangspunt, met alle eerdergenoemde invloeden daarop. De laatste twintig jaar beïnvloed de klimaatverandering niet alleen de hydrologie (het water) maar zelfs de topografie.
Deel twee van deze avond behandelt de geologische ontstaansgeschiedenis van de Achterhoek. Dat is grofweg het gebied Zutphen, Lochem, Winterswijk en Doetinchem. In vogelvlucht wordt – bij de meeste wel bekend – de ontwikkeling van de laatste IJstijd, 150.000 jaar geleden tot heden besproken, een wetenschap die paleogeografie wordt genoemd. De IJssel vormde in die tijd zich als een zijtak van de Rijn. De Drabbekaart wordt ons getoond: de heer Drabbe bracht voor heel Nederland alle droge en natte gebieden in kaart.

Na zoveel informatie, zijn we wel toe aan een kopje koffie, waarbij weer onderling geanimeerde gesprekken worden gevoerd. Ook kunnen de tien – in plastic dozen opgesteld – grondsoorten worden bekeken, betast en er kan zelfs aan worden geroken. Het zijn veen, oude en jonge rivierklei, leem, rivierzand, stuifzand, rivierduinzand, dekzand, stuwwalzand en esgrond.
Na de pauze is het tijd voor… de mens! De urgentie wat betreft het milieu komt aan bod. Zo zijn iepen en essenbossen vrijwel uitgestorven en is er een groot verlies aan biodiversiteit. Wie ziet nog wel eens een fazant of een leeuwerik? Allemaal zeer zorgelijk.
Gilbert gebruikt het gidsmodel: wat was er in het verleden? Waar gaan we heen? Hij heeft dit model gebruikt bij bodemonderzoek in Lichtenvoorde. In het verleden was dit een gebied met beekdalen, essen, weilanden, dekzandruggen, landbouw en broekbossen. Dan breidt het dorp zich uit met geheel ander landgebruik, input van fosfaat en stikstof, ontwatering en het grondwater zakt. Nu door de klimaatverandering lijkt juist dat oude landschap weer terug te komen, als het ware weer tevoorschijn te komen, maar dan als locaties waar de problemen optreden: overstromingen, droge beken, natuurbranden.
Waar gaat dat heen? Gilbert past daarbij de systeembenadering toe: een herstelstrategie van het landschap. Dit omvat: het watersysteem centraal stellen (geohydrologie), landgebruik daarop aanpassen, bodemprocessen en natuur volgen en het beheer hierop afstemmen.
Het laatste deel van deze avond, deel vier, wordt besteed aan het herstel van de Baakse beek. In het kort: dit speelt zich af bij de landgoederen de Wiersse, de Wildenborch, Medler en Hackfort. Eerst wordt de bodem en de grondwaterstand in kaart gebracht. (Soms staan beken een half jaar droog, daardoor sterft de vegetatie, bijvoorbeeld de beuken, af.) De zuurgraad van de bodem het grondwater wordt onderzocht en het voorkomen van ijzer. Tenslotte wordt de verspreiding van plantensoorten in beeld gebracht die op bijzondere milieuomstandigheden duiden. Er wordt dan een maatregelenkaart gemaakt, zoals het ondieper maken van sloten, beeklopen verlengen, afsluiten van rabatten, een beek langs de bosrand leiden (blijft koeler), gebruik maken van kwellen, sloten dempen. Kortom, de natuur wordt “gereanimeerd”.
Na nog enkele vragen bedankt Homme Siebenga namens ons allen de spreker voor deze boeiende avond. Homme heeft nog een mededeling: volgend jaar, op 25 januari 2026, wordt door IVN Noord-Midden Achterhoek samen met de makers van de film een avond georganiseerd in het Kulturhus in Vorden met de film ‘Bespiegelingen over de Achterhoek’. (Redactie: leden gratis toegang; niet-leden betalen €10). Ook kondigde hij een IVN-wandeling op 13 april op Beekvliet aan.
