Paddenstoelen
Lodewijk Crijns wandelde mee op de paddenstoelenwandeling op Ampsen
In de aankondiging voor deze middag lezen we: ‘Elfenschermpjes, franjehoeden of ridderzwammen, waar vindt je die beter dan bij een kasteel? Kasteel Ampsen ligt ten noorden van Lochem. Het is handig een klein spiegeltje mee te nemen om de paddenstoelen aan de onderkant te bekijken: zijn er lamellen of poriën? Kinderen zijn ook met name welkom.’
Op deze zondagmiddag hebben zich nu om twee uur zo’n vijftig deelnemers gemeld, waaronder een aantal kinderen. Er staat een aantal IVN natuurgidsen voor ons klaar: Emalia, Klaske, Monique, Alie, Thijs en Gerda Boschloo, de hoofdgids.

Gerda vertelt als inleiding, dat er zes groepen worden gevormd, met ieder een eigen onderwerp, zoals een beginners groep, een kindergroep, een groep met landgoed Ampsen als onderwerp en een fotogroep. Het voelt wat koud aan deze middag, de temperatuur is hooguit zes graden. De wind is aanwezig, maar houdt zich verder rustig. Bij handopsteking blijken velen lid zijn van IVN en een aantal zijn dan ook bekenden voor elkaar.
Ik sluit mij aan bij de groep fotografie van Gerda met zes deelnemers en we gaan op pad. Het eerste half uur leggen we maar vijftig meter af, zoveel is er te zien aan paddenstoelen. We wandelen over een fraaie brede beukenlaan, die richting kasteel Ampsen voert. Ook al is het half oktober, het blad aan de bomen is nog vrijwel groen. Voor de liefhebbers is de geschiedenis van kasteel Ampsen na te lezen op internet. Het wordt nog steeds particulier bewoond door één dame.
Gerda legt uit dat een paddenstoel de vrucht is van een schimmel eigenlijk een soort boomwortelstelsel is dat door water de paddenstoel tot ontwikkeling brengt, waarbij het rokje de sporen beschermd. De sporen zijn voor de voortplanting. Zwam is een ander woord voor schimmel. Als eerste zien we de gele aardappelbovist, een van de meest voorkomende paddenstoelen, vrijwel overal aanwezig. Ook de paarse russula wordt door ons bewonderd. Een spiegeltje aan de onderzijde is handig om te kijken of er lamellen of poriën zijn. Inmiddels begint het te druppelen en motregent het, gelukkig niet lang, want even later gaat de zon weer schijnen en zien we door het groene bladerdek mooie witte wolken tegen een helder lichtblauwe hemel. Een poederzwam is de volgende in onze observatie en een mooie paarse amathistzwam volgt. Gerda vertelt over het al of niet eetbaar zijn van paddenstoelen, waarvan natuurlijk de champignons in de winkel de bekendste zijn. Ze vertelt dat er in Nederland 5500 soorten paddenstoelen en korstmossen zijn, dus ze allemaal kennen is onmogelijk. Tegenwoordig is de indeling van de soorten veel nauwkeuriger dan vroeger, omdat gebruik gemaakt wordt van DNA onderzoek. IVN heeft een handige kaart met de 24 bekendste paddenstoelen. Een mooi naslagwerk is de Readers Digest veldgids paddenstoelen in west- en midden Europa. Gedetailleerd is de Grote Paddenstoelengids voor onderweg van Ewald Gerhard. Even enkele namen van de vele paddenstoelen die we vandaag onderzoeken: vlamhoed, de kleine zo charmante taailing, gele knolamonieten, een oranje aderzwam, de uit vele soorten bestaande mycena’s , een parelamaniet, een breedplaatstreephoed en een regenboogrussula. De russula’s is een grote onderklasse met paddenstoelen in vrijwel alle kleuren.

We vervolgen onze zoektocht en bewonderen een boomstronk vol met zwavelkopjes, een prachtig gezicht. Gerda laat ons witte oorzwammetjes zien op een takje, miniscuul klein, fraai wit. De naamgeving is vaak duidelijk te herleiden: zo groeit de eikelbekerzwam op een dode eikel, de berkenzwam op een berk, heeft de trechterzwam de vorm van een trechtertje, groeit het eikenbladzwammetje op een eikenblad, heeft het kleine bruine bekerzwammetje de vorm van een bekertje, lijkt de witte of oranje koraalzwam op koraal, de gewijzwam op een gewij,ziet de rodekoolzwam eruit als rode kool, ruikt de anijszwam naar anijs, lijkt de porseleinzwam op wit glanzend porselein, is de parelstuifzwam bedekt met “parels”, wordt de zwartwordende russula zwart, heeft de oranjedruppelzwam de vorm van een oranjedruppel en fopt de fopzwam ons.
Bij de bestudering van al dit moois, springen plots twee groene kikkers voor ons langs en maken zich uit de voeten in een droge sloot en verstoppen zich onder de bladeren.
We slaan nu rechtsaf een brede beukenlaan in met aan weerszijden droge sloten. Gerda vertelt over de samenwerking van bomen met schimmels waarbij suiker over en weer gaat. Uit stikstof maken de bomen hun bladeren. Deze bladeren worden in de herfst als ze op de grond zijn gevallen, opgeruimd door de schimmels. Echter als de bomen hun schimmels verwaarlozen, verminderd het bladopruimen door de schimmels.
We bewonderen een papierzwam op een takje, ook al weer zijn naam eer aandoend: een platte witte zwam.
Inmiddels zien we het kasteel in de verte, maar voor we daar zijn, slaan we rechtsaf een beukenlaantje in. Links een grote boerderij, met een bord erbij dat hier een homeopathische praktijk is gevestigd.
We passeren een wit hek waarop staat: landgoed Ampsen en ontwaren de zo bekende geschubde inktzwam. Fraai zijn ook de oorzwammetjes, op een tak te zien en de melkzwammen, ja inderdaad melkachtig van kleur. Als we rechtsaf een laantje zijn afgeslagen, krijgen we wel een heel bijzonder iets te zien: een zwam die een andere zwam opeet. De parasiet kostgangersboleet eet een aardappelboleet op!

Iets verderop hecht een grote bultzwam zich aan een boomstronk. Onze gids vertelt ons dat schimmeldraden- mycelium van de amathistzwam met de dikte van 1/30 ste van een haar- een beuk en de op de grond gevallen beukennootjes met elkaar verbind.
Sommige paddenstoelen zijn al op hun retour en worden dan moeilijker herkenbaar, soms zelfs helemaal zwart. We zien zo bijvoorbeeld een opengesprongen aardappelbovist.
Miniscuul kleine trechterzwammetjes hebben zich gehecht aan het mos van een beuk. Een kleine zakloep is daarbij handig en Gerda demonstreert ons hoe je met je IPhone, door voor de lens het loepje te houden, mooie vergrotingen kunt maken van delen van de paddenstoel.
En zo waar weer een paddenstoel die zijn naam eer aan doet: de grote sponszwam, gemakkelijk herkenbaar. En nog een: de biefstukzwam, je zou zo je tanden er in zetten.
We passeren enkele aangelegde vijvers en inmiddels zetten we onze paraplu’s op, omdat het begint te regenen. Op weg naar de koffie, passeren we nog enkele ook altijd zo herkenbare elfenbankjes. Wat een fraaie indrukken weer.

Tijd om dit alles te verwerken bij een heerlijk kopje koffie met speculaas door de IVN Engelen. Een IVN tafel staat erbij met o.a. de paddenstoelen kaarten in de verkoop.
We hebben nu zo’n twee kilometer gelopen in twee uur tijd. Hoewel de tijd eigenlijk om is, gaan de doorzetters nog even verder en dat wordt beloond: het eekhoorntjesbrood is ook wat je noemt een klassieker, die we tegen komen op onze verdere wandeling op een klinkerweg. De witte bultzwam wordt nog bestudeerd en een aantal trechterzwammen, maar dan zijn we ook wel verzadigd en beeïndigen we deze prachtige herfstmiddag met een woord van dank uiteraard aan onze zes IVN gidsen.