Plantenbloed: kleurnuances van de binnenkant van de natuur

Olijven aan boom, Pixabay: Angeles BalaguerOlijfgroen, kastanjebruin, citroengeel, dat zijn duidelijke namen. Ik zie de kleuren meteen voor me. Andere woorden zijn mysterieuzer en verwarrender: hemelsblauw, zeegroen. Want kan de zee niet tientallen tinten groen aannemen en de hemel ontelbare schakeringen blauw? In het kunstenaarsatelier van mijn vader lagen tubes en potjes met nog veel spannendere namen: kobalt, krablak, sepia, sienna en vermiljoen om er een paar te noemen. Die namen komen vaak uit de natuur: planten, dieren, mineralen. Kobaltblauw komt van de oxide van een metaal. Sienna van ijzerroest in aarde. Kraplak is een rood gewonnen uit de wortel  van de meekraplant. Sepiabruin komt van de inkt van sepia, een inktvis en vermiljoenrood van de luis Kermes vermilio.

Alinea 2: Lieveheersbeestje, Pixabay: Elina ElenaDe natuur is bont geschilderd. Camouflagekleuren vallen – als het goed is – niet op. Sommige planten en dieren maken daar een wedstrijdje van. Maar veel kleuren vallen juist wel op. Bijvoorbeeld om af te schrikken: ‘Ik ben giftig!’ roept een lieveheersbeestje met zijn signaalrode kleur. Of om te pronken: ‘trouw met mij!’ zegt het stralend blauwe petje van de pimpelmees. Een ander doel van kleur is aandacht trekken: ‘kom naar mij, kom naar mij’ schreeuwen de kleuren van een paarse bloem, want anders wordt hij niet bestoven. Een voorplantingsstrategie dus. Van bladgroen lijkt de kleur een toevallige bijkomstigheid: voor fotosynthese is nou eenmaal chlorofyl nodig en dat is groen. Tot zo ver de kleur van de búítenkant van de natuur. Nu de binnenkant.

Residue Amsterdam, Arja Hop en Peter SvensonIk sta voor een wand met 270 kleuren in een monumentaal pand op de Keizersgracht. Mijn ogen dwalen over de schakeringen rood, oranje, geel en groen. Dit zijn natuurlijke kleuren. De kleuren van Amsterdam. Sommige zijn intens, andere teer, tot bijna wit. Ik kan niet kiezen waar ik mijn blik zal laten rusten. Mijn buik vult zich met warmte, ik ruik gras en hoor zacht geroezemoes van de stad. Die geuren en geluiden vullen mijn hersenen spontaan aan bij het zien van zoveel kleurenpracht. Ik kijk naar ‘Residue Amsterdam’ van kunstenaarsduo Arja Hop en Peter Svenson. Voor dit werk onttrokken zij sappen aan wilde planten door de hele stad. Via een ingewikkeld – en enigszins mysterieus – proces maakten zij er vervolgens fotografische afdrukken van.

Detail van Residue Amsterdam, rja Hop en Peter SvensonHet gaat om gewone planten: klaver, koolzaad, hazelaar, vlier. Soms het blad, soms de bloem, soms de vrucht. Het sap, en dus de kleur komt van binnenuit. Het wonderlijke is, bij de meeste is de kleur totaal anders dan wij aan de buitenkant zien. De blauwe korenbloem blijkt groen, de knalroze springbalsemien beige, de lila watermunt oranje en de witte paardenkastanje diep rood. Ook sommige bladeren verwarren me. Varen, zuring en valse christusdoorn? De ware aard van hun blad is niet groen maar rood! Plantenbloed, dat door de vaten stroomt.

Residue Amsterdam’ is nog deze hele week te zien in Huis Marseille, Keizersgracht 401, Amsterdam. Voor elke plantenliefhebber én elke kleurenliefhebber een aanrader. Van de planten van ‘Residue Amsterdam’ is ook een zwartwit foto te zien, meestal vanuit een laag standpunt wat bij mij intiem contact met de plant oproept. Daarnaast presenteert de tentoonstelling ‘Florachromes’ de neerslag van een aantal andere plantprojecten van dit kunstenaarsduo. 

Marisa Stoffers

Foto’s
Header: Residue Amsterdam, Arja Hop en Peter Svenson, foto  ©Eddo Hartmann
Alinea 1: Olijven aan boom, Pixabay: Angeles Balaguer
Alinea 2: Lieveheersbeestje, Pixabay: Elina Elena
Alinea 3: Residue Amsterdam, Arja Hop en Peter Svenson
Alinea 4: Detail van Residue Amsterdam: van links naar rechts van boven naar beneden:
bijvoet, gewone haakmos, zwarte els, paardenbloem, ruig hertshooi,
groene amarant, kussentjesmos, hazelaar, springbalsemien, ruig hertshooi,
fluitenkruid, stokroos, kussentjesmos, hazenpootje, wilde peen.