Natuurgebieden

Braakhuizensche heide

De Braakhuizensche Heide ligt ten zuiden van de A67 bij Geldrop in de gemeente Heeze-Leende. Samen met de Strabrechtse Heide is de Braakhuizensche Heide in 2013 aangewezen als Natura 2000-gebied.  In dit uitgestrekte wandel- en fietsgebied kun je nog dwalen over de ‘stille heide’. Het gebied is gevarieerd en bestaat behalve uit bos en heide uit meerdere vennen (o.a. het Slootjesven en het Rootven), kleine weiden, een beekdal en stuifzand.

Brabants Landschap beheert het gebied en probeert de heide open te houden door opkomende dennen en berken te verwijderen. Eén keer per jaar helpt de jeugdwerkgroep van IVN Geldrop daarbij en verzamelt er dan ook meteen zwerfafval . De afgelopen decennia is de structuur van het gebied weinig veranderd. Bij bezoek waan je je nog steeds op de padenstructuur zoals deze vroeger was.

Gijzenrooische Zeggen: ‘Ouderwets boerenland dat ontroert’

Gijzenrooi grenst aan de Stratumse Heide, ingeklemd tussen de woonwijk Gijzenrooi (gemeente Eindhoven) en Genoenhuis (gemeente Geldrop-Mierlo) en grotendeels eigendom van, en in beheer bij, het Brabants Landschap. Binnen Gijzenrooi ligt het buurtschap Riel, bestaande uit enkele (voormalige) boerderijen, woningen en een kapelletje rondom een brink. Het heeft de status van beschermd dorpsgezicht.

.

Gijzenrooi is een door mensen aangelegd cultuurlandschap, met een mix van kleinschalige landbouw op de hoger gelegen ‘bolle akkers’, met houtwallen en bosschages. Op de lagergelegen stukken zien we natte graslanden, een broekbos en poelen. Dit broekbos ‘de Zeggen’ is een moerasbos en is de kern van het gebied. Hier groei(d)en het moerasviooltje, gele lis, waterviolier en els. Het moeras wordt omgeven door vochtige graslanden met koekoeks- en pinksterbloemen. In het hele gebied liggen minuscule ondiepe waterloopjes, velen al eeuwenoud en gegraven door de boeren om hun land te kunnen bebouwen en de weides te bevloeien. Op meerdere plekken komt kwelwater naar boven. Kwelwater is water dat vanuit een hoger gelegen nat gebied ondergronds loopt en verderop weer naar boven komt. Deze plekken kun je herkennen aan de groei van klimplanten in bomen, bepaalde soorten varens en roestkleurig water.

Op de bolle akkers worden op biologische wijze, dus zonder chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest, granen en luzerne verbouwd. In plaats van kunstmest gebruikt men hier groenbemesters  zoals klaver- en mosterdzaad. De akkerranden worden extra ingezaaid met een bloemenmengsel van komkommerkruid, boekweit en phacelia (bijenbrood, ook een groenbemester), waar veel vlinders en insecten op af komen. Daaromheen zijn hagen geplant met meidoorn, gelderse roos, sleedoorn en hazelaar, die als schuil- en nestgelegenheid dienen voor de fazant, fitis, tjiftjaf, grasmus, geelgors, winterkoning en mezen. Ruilverkaveling heeft hier nooit plaatsgevonden. Daarom is deze groene long tussen de woongebieden van Geldrop en Eindhoven ook waardevol cultureel erfgoed.

Uniek is het aantal poelen (22) met 9 verschillende soorten amfibieën, waaronder de knoflookpad en de levendbarende hagedis.Ook voor Gijzenrooi is verdroging een bedreiging. Daarnaast worden sommige percelen toch nog bemest, waardoor de bodemuitputting, kringloopverstoring en stikstofuitstoot voortduren.

Brabants landschap wil de biodiversiteit vergroten en terug naar het gevarieerde landschap van vroeger. Daarvoor is vernatting van het gebied nodig . Dit vereist herstel van het oude waterlopensysteem en het stimuleren van verdere verschraling van graslanden, waardoor weer blauwgrasland kan ontstaan met een rijkere plantengroei.

‘We willen het oude landschap terug, met kleine ondiepe waterlopen die weides weer kunnen bevloeien. Eigenlijk zou de agrarische functie niet meer leidend moeten zijn. Hier zouden de schapen weer moeten weiden’, aldus onze natuurgids Bertie van den Boogaard

Meer informatie: Ontdek de natuur » Brabantslandschap.nl

De Meelakkers en het Waterwingebied (Groote Heide)

De Meelakkers liggen bij het vroegere gehucht ‘de Meel’. De verhoogde akkers zijn ontstaan doordat er jarenlang plaggen vermengd met schapenmest werden aangebracht op de zandgronden. De bodem bestaat uit een humuslaag van zeker één meter dik. Tot begin twintigste eeuw was de Meel bewoond. Het gebied maakt deel uit van de Groote Heide en bestaat nu uit akkers, bos, houtwallen, ven en weiden. Verderop ligt het Groot Huisven. Dit is al begin 20ste eeuw ontgonnen en is nu weiland.

Vlakbij ligt een belangrijk waterwingebied. Brabant Water wint hier op een paar honderd meter diepte grondwater van een uitstekende kwaliteit. Lang geleden was het regenwater en nu is het gezuiverd doordat het door verschillende grondlagen heen is gesijpeld. Nadat het grondwater is opgepompt wordt het verder gezuiverd en geschikt gemaakt als drinkwater. De grijze kastjes in het landschap verwijzen naar plekken waar het water opgepompt wordt.

In dit gebied ligt ook het Veeven. Hier vinden we een grote variatie aan planten, zoals wolfsklauw, zonnedauw (vleesetende plantjes), witte waterranonkel, waterpostelein en moerashertshooi. Het is het leefgebied van de heikikker, die bekend staat om zijn blauwe kleuring tijdens de paartijd. Ook de zwarte specht en de wilde zwijnen zijn vaste gasten. De verdroging in dit gebied is een grote bedreiging. Om dit tegen te gaan worden o.a. sloten ondieper gemaakt zodat water minder snel kan wegstromen.

‘In de herfst kun je hier veel paddenstoelen vinden en als je geluk hebt wilde zwijnen zien’

Molenheide

De Molenheide is een bos- en heidegebied tussen Geldrop en Mierlo en maakt deel uit van de groene verbindingszone tussen de Strabrechtse Heide en de Papenvoortse Heide in Nuenen. Tegenwoordig bestaat de Molenheide uit bos, een aantal vennen, waaronder het Galgenven, het Molenven en het Lisven, natte graslandjes en heide. Het is een afwisselend gebied, iets glooiend en soms zelfs wat heuvelachtig, met kriskraspaadjes.

Een gebied waar ik vaak verkeerd loop’, zegt Mariet Vissers. Het bos bestond voornamelijk uit naaldhout zoals dat van de Grove en de Corsicaanse den. De laatste jaren worden loofbomen aangeplant om meer diversiteit te krijgen. Ook slurpen loofbomen minder water dan naaldbomen, dit is gunstiger voor de grondwaterstand. Broedvogels die hier voorkomen zijn de sperwer, de groene specht en de geelgors.

Het bos bestond voornamelijk uit naaldhout zoals dat van de grove en de Corsicaanse den (sorry, ik had er ten onrechte een onderkastletter van gemaakt(. De laatste jaren worden loofbomen aangeplant om meer diversiteit te krijgen. Ook slurpen loofbomen minder water dan naaldbomen, dit is gunstiger voor de grondwaterstand. Broedvogels die hier voorkomen zijn de sperwer, de groene specht en de bonte vliegenvanger.

Een opmerkelijk plekje is het Oranjeveld: hier komt geel/oranje zand naar boven. De wijk vlakbij heet dan ook Oranjeveld.
Vroeger was het Galgenven publiek toegankelijk. Nu is het ven onderdeel van het landgoed Reigerslo en sinds midden 20e eeuw niet meer toegankelijk voor publiek.

Het Molenven en het Lisven waren door de ontwatering ten gevolge van de bosaanplant sterk in kwaliteit achteruitgegaan. Vanaf 1995 heeft hier natuurherstel plaatsgevonden. Er groeit weer klokjesgentiaan, bruine snavelbies, kleine zonnedauw en snavelzegge. Daardoor is het ook weer een leefgebied voor de levendbarende hagedis en de heikikker.
Helaas is de laatste jaren de Molenheide veel droger geworden en is de grond verder verzuurd. Er groeit veel Amerikaanse vogelkers (ook wel bospest genoemd, omdat deze sterk woekert). In opdracht van de gemeente wordt nu gewerkt aan de verjonging van het bos met veel meer open plekken en inlandse loofbomen.

De Molenheide wordt begrensd door de Rederijklaan, waar jaarlijks padden overgezet worden tijdens de paddentrek.

Strabrechtse Heide

De Strabrechtse Heide, ligt weliswaar op het grondgebied van Heeze, Someren en Lierop maar wel vlakbij Geldrop. Het is het grootste aaneengesloten open heidegebied op hogere zandgronden van Noord-Brabant en aangewezen als Natura 2000-gebied.

De Strabrechtse Heide is een bultig gebied doordat het vroeger stuifzand was. Op de schrale grond groeide heide, die men liet begrazen door schapen om te voorkomen dat het een berken- en dennenbos zou worden. Echter, een deel van de Strabrechtse Heide is in de jaren 30 door Staatsbosbeheer tot bos omgevormd door gestructureerde aanplant van grove dennen voor de mijnbouw.

Daarnaast vind je op de Strabrechtse Heide veel spontane opschot van bomen. Omdat de vorm van deze bomen door de wind bepaald is, zijn deze grilliger dan de aangeplante bomen. Je treft op cruciale kruispunten afwijkende dennen met grote dennenappels aan. Dit zijn zeedennen, vroeger belangrijke markeerpunten voor mensen die over de hei trokken.

Door de afwisseling tussen hoog en laag, droog en nat, wemelt het op de Strabrechtse Heide van de amfibieën, zoals de rugstreeppad en de heidekikker, die blauw wordt in de paartijd. Vrij door het gebied dwalen de ‘Schotse Hooglanders’. Door de begrazing van deze grote dieren ontstaat nog meer variatie in het gebied.

Het Beuven is het grootste ven en hier zie je vaak ook bijzonder waterwild en soms de visarend. Het trekt bijzondere vogels aan. Zelfs de zeearend wordt hier bij tijd en wijl gespot.

Speciale aandacht is er voor de roerdomp en de woudaap. Alle beheermaatregelen zijn erop gericht om de broedmogelijkheden van deze vogels in stand te houden. Voor o.a. overtrekkende kraanvogels is het een belangrijk slaap- en foeragegebied in de herfst en lente.

Urkhovense Zeggen of Collse Zeggen

De Urkhovense Zeggen of Collse Zeggen is een nat beekdallandschap tussen het Eindhovens Kanaal en de Collse watermolen in Nuenen. Het gebied ligt op gemeentegrond van Eindhoven, Nuenen en Geldrop en kenmerkt zicht door  een grote biodiversiteit. Er bevinden zich drie stromen in het gebied; de Kleine Dommel (soms Rul genoemd), de Herzenbroekloop en de Zeggenloop. Het is een natuurgebied met riet- en zeggenmoerassen, biologische akkers, broekbossen, wilgenstruwelen, natte schraallanden en een aantal poelen.

Wat opvalt is het grote aantal verschillende soorten zeggen in dit gebied. Zeggen zijn grasachtige planten die behoren tot de cypergrassenfamilie. Cypergrassen worden door runderen niet gewaardeerd omdat ze een hoog gehalte aan kiezelzuur bevatten. Veel soorten hebben ruwe en scherpe bladeren, dit vinden de dieren niet lekker. Het gebied ontleent waarschijnlijk zijn naam aan de rijkelijk aanwezige zeggensoorten.

In het gebied ligt ook het Vloweitje, dit is een van de best ontwikkelde blauwgraslanden in Brabant. Hier groeien zeldzame bloemen, zoals verschillende soorten orchideeën. Dit weitje ligt vrij geïsoleerd en voorkomt hiermee op natuurlijke wijze dat de orchideeën worden geplukt.

De waterstand in de Urkhovense Zeggen speelt een belangrijke rol. De stuwen zorgen ervoor dat het water op de juiste manier wordt afgevoerd. Er is een speciale vispassage aangelegd bij de klepstuw van de Collse watermolen. De molen neemt nog steeds een prominente plaats in. Het is een dubbele onderslagwatermolen waar olie wordt geslagen en graan gemalen. Hij is bekend geworden door een schilderij van Vincent van Gogh.

 ‘De Urkhovense Zeggen is een gevarieerd gebied en prachtig in ieder seizoen’ (aldus onze natuurgids Maria Schenkels).

Download de IVN Routes app

Wandel en fiets wanneer je wilt door de mooiste natuur in Nederland met onze IVN Routes app. Lees verder op https://www.ivn.nl/de-ivn-routes-app