Commissiedebat Natuur

Commissiedebat Natuur

IVN 3 februari 2022

Geachte commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

10 februari debatteert u over de natuur. Vaak betekent dat een debat over stikstof. Dat voor de stikstofcrisis spoedig een oplossing nodig is die recht doet aan de natuur en de biodiversiteitscrisis waar we ons in bevinden, hoeven wij u niet te vertellen. Maar we doen de natuur tekort als we haar decimeren tot een randvoorwaardelijke zaak die vooral andere economische ontwikkelingen in de weg zit. De natuur is geen hobbel die we even moeten nemen, de natuur is de basis van ons bestaan. Een basis waar we in de afgelopen twee jaar vaak houvast bij vonden, toen we in coronatijd massaal onze mooie Nederlandse natuur in trokken. Fijn dat het kon, maar niet vanzelfsprekend: het is aan het nieuwe kabinet en uw Kamer om die betrokkenheid van de Nederlandse samenleving bij de natuur te vertalen in stevige ambities niet alleen in een regeerakkoord, maar juist ook in wet- en regelgeving. Duidelijkheid biedt eenieder houvast. Namens Natuurmonumenten, Vogelbescherming Nederland, Greenpeace, LandschappenNL, Natuur&Milieu, het Wereld Natuur Fonds, IUCN NL, IVN, SoortenNL, de Waddenvereniging en Stichting de Noordzee neem ik u graag mee in de kansen die er liggen voor onze natuur en de vele bedreigingen die we moeten adresseren.

Nationaal Programma, gebiedsgerichte aanpak: kaders en ruimte

De afgelopen kabinetsperiode is met de stikstofcrisis in politiek Den Haag duidelijk geworden dat onvoldoende zorg voor de natuur ons veel kost. Met dit coalitieakkoord wordt daar iets aan gedaan en ook voor betaald: 25 miljard tot 2035 om de natuur richting een gunstigere staat van
instandhouding te brengen. Dat geld moet daar landen waar maatregelen genomen kunnen worden die duurzaam het verschil maken: een bronaanpak. Dus niet enkel in natuurgebieden, maar juist ook daarbuiten. Door op die manier natuur te versterken profiteren boer, natuur en klimaat. Dat met deze majeure operatie er zorgen zijn over de uitvoering hiervan en de grote ‘’hoe dan’’ vraag, is geen nieuws. De ‘’hoe dan’’ verschillen wij als natuur- en milieuorganisaties ook over van mening. Maar om dit te laten slagen en op korte termijn onzekerheid weg te nemen voor boeren, bedrijven en de natuur zijn we eensgezind dat we tenminste:

1. Snelheid moeten maken

Door snel stikstof uit de markt te halen ontstaat er perspectief voor boeren die duurzamer verder willen boeren, en krijgt de natuur een klein beetje lucht. Daarmee ontstaat ook ruimte voor gebiedsprocessen die nu eenmaal tijd zullen kosten: om dat maatwerk en draagvlak mogelijk te maken, moet eerst de hoogste nood geledigd worden.

2.  Wettelijke borging nodig hebben

Gedogen en een hypotheek op de toekomst hebben zowel de natuur als sectoren enkel onzekerheid gebracht. Dit regeerakkoord stuurt aan op integrale, ecologisch onderbouwde doelen. Het wettelijk borgen van zowel het landelijke stikstofdoel in de stikstofwet als de doelen op gebiedsniveau, geeft ruimte te werken aan oplossingen met elkaar, en voorkomt dat we lokaal gaan terug onderhandelen en zo weer tegenover elkaar komen te staan. Daarmee is de wettelijke verankering een randvoorwaarde voor succes.

Basiskwaliteit natuur

Biodiversiteitsverlies is voelbaar dichtbij huis: steeds meer plant- en diersoorten belandden op de Rode Lijst en algemene soorten zijn niet langer algemeen: denk aan Haas, konijn en huismus. De natuur begint en eindigt niet bij het bordje ‘’natuurgebied’’. Met reservaten alleen redden soorten het niet: daarvoor is de natuur te versnipperd in ons land. Natuur hoort bij huis, in de stad, in het boerenland: in onze leefomgeving. We moeten functies vervlechten in de beperkte ruimte die ons land heeft.

Er is in het natuurbeleid ook een spoor nodig dat zich richt op algemene soorten in het landschap. Dat spoor noemen we basiskwaliteit. Het richt zich niet op vooraf vastgestelde wettelijke doelsoorten maar op milieucondities, de inrichting en het beheer van het landschap die samen de kwaliteit bepalen. Als de condities in orde zijn, dan volgen de soorten vanzelf. In het spoor basiskwaliteit is ruimte om – bijvoorbeeld in het kader van gemeentelijke en provinciale biodiversiteitsplannen – met elkaar te bepalen wat je nastreeft uitgaande van de huidige kwaliteit. Uit het verschil tussen streven en een nulmeting zal blijken welke maatregelen nodig zijn. Zo kunnen economische activiteiten, zoals landbouw, recreatie en wonen, hand in hand gaan met ontwikkeling van de natuur. Het resultaat is vaak een fijnere leefomgeving voor mens, natuur en dier.

Herstel van de basiskwaliteit natuur – herstel van haas tot huismus – is een belangrijke voorwaarde om de natuurdoelen in Nederland te kunnen halen. Niet alleen is de helft van de strikt beschermde soorten en habitats in ons land afhankelijk van gebieden die we niet in Natura 2000 begrensd hebben, de stikstofcrisis en de insectensterfte laten zien dat we de grenzen bereikt hebben van wat je met intensief beheer van geïsoleerde reservaten kunt bereiken. De basiskwaliteit moet ervoor zorgen dat gewone soorten gewoon blijven. Dat we niet achteraf in hoeven te grijpen met strenge beschermingsmaatregelen waardoor er vaak ook een economische strop ontstaat. Wat je vooraf goed met elkaar doet, leidt niet achteraf tot de volgende stikstofcrisis.

30% in 2030: ontwikkel een Nederlandse visie

30% beschermde natuur in 2030: hieraan committeerde Nederland zich onlangs in Europa en hiervoor pleiten we ook over onze landsgrenzen in Marseille en Kunming. Nu dit staand Europees beleid is, is het zaak hier een Nederlandse visie op te ontwikkelen. De realisatie – of het gebrek daaraan – van het NNN die we teug zien in de 7e Voortgangsrapportage Natuur laat zien dat je daar niet vroeg genoeg mee kun beginnen. Naast de basiskwaliteit verbeteren, is het verbinden van natuurgebieden een van de beste dingen die we kunnen doen: zo maken we de natuur robuuster. Een minder kwetsbare natuur creëert vervolgens ook ruimte voor economische ontwikkelingen. En wel in die volgorde.

Regie op het Hollandse natuurlandschap: weinig ‘’onontkoombaar’’ aan de omgevingswet

Van links tot rechts in de Kamer en de maatschappij: oer-Hollandse landschappen van onze prachtige duinen tot onze heidevelden zijn ons allen dierbaar. Nu ruimtelijke opgaves zich opstapelen is een heldere sturing vanuit het Rijk op ons landschap onmisbaar. Terwijl het regeerakkoord rept over de omgevingswet die ‘’het instrumentarium bevat voor een onontkoombare aanpak voor natuurverbetering en een basis voor vergunningverlening’’, vliegt juist dat instrumentarium in rap tempo de landelijke gereedschapskist uit. Zo verdwijnt in werkelijkheid straks met de nieuwe omgevingswet de harde(re) bescherming die de natuur had. In de nieuwe wet wordt de belangrijkste beschermingsregel voor het NNN geschrapt: het ‘nee, tenzij’- principe. Daarmee staat de deur open om golfbanen, woonwijken, bedrijventerreinen en ga zo maar door te ontwikkelen in de natuur. Het is dan geheel aan de provincie om de natuur wel of niet die bescherming te gunnen, net nu het kabinet inziet en belichaamt met een minister voor ruimtelijke ordening dat die sturing vanuit het Rijk zo noodzakelijk is.

Het VN- biodiversiteitsverdrag: een nieuw Parijs in Kunming

In 2022 zal de internationale gemeenschap een nieuw akkoord sluiten op biodiversiteit, het zogenaamde Global Biodiversity Framework (GBF), dat moet gaan gelden tot 2030 en onderdeel is van het Biodiversiteitsverdrag (CBD). Nederland is lid van de High Ambition Coalition en niet voor niets: het biedt kansen en het is zaak dat wat wij hier doen net zo ambitieus in de rest van de wereld wordt gedaan. Het is dus in het Nederlandse belang dat hier een ambitieuze en heldere missie wordt opgenomen: overheden dienen zich te committeren aan een natuur-positieve wereld in 2030. Net als bij het klimaatakkoord van Parijs zien we dat die helderheid handvatten biedt om aan de slag te gaan. De Nederlandse steun aan 30% effectief beschermde natuur in 2030, vraagt ook om sterke aandacht voor ecosysteemherstel en respect voor inheemse volken. De Leaders Pledge for Nature en het Marseille Manifesto waaraan Nederland hard heeft gewerkt, zouden logischerwijs leidend moeten zijn voor de Nederlandse positie tijdens de CBD-bijeenkomsten.

Een klein land, een grote voetafdruk

Waar een klein land groot in kan zijn: de wereldwijde voetafdruk van de Nederlandse consumptie, investeringen en handel is immens. Die omvang biedt tegelijkertijd ook kansen om de Nederlandse financiële, voedsel- en handelssector positieve verandering te doen brengen. Nederland heeft een verantwoordelijkheid naar de rest van de wereld om deze sectoren hier ook voor in te zetten. Zonder verandering van het voedselsysteem behalen we onze biodiversiteitsdoelen niet én ondermijnen we de toekomstbestendigheid van de landbouwsector: boeren verdienen een houdbaar toekomstperspectief. Wij roepen Nederland daarom op om een concrete doelstelling in het Global Biodiversity Framework te steunen om de voetafdruk van voedselproductie en -consumptie te halveren in 2030.
De Nederlandse financiële sector kan een belangrijke hefboom voor verandering zijn. Dat zien we al waar het gaat om niet-houdbare investeringen in fossiele zaken, maar nog onvoldoende waar het om investeringen gaat die niet-houdbaar zijn met onze natuuropgave. Door rekening te houden met de draagkracht van de natuur alvorens te investeren kunnen financiële instellingen hun impact op biodiversiteitsverlies en klimaatverandering verminderen, wat ook financieel loont. Daarom zou de Nederlandse financiële regelgeving in 2025 transparantie van die impact en biodiversiteitsstandaarden voor bedrijven moeten vereisen.

U ziet, en om de kersverse minister te citeren: ‘’de natuur is de basis van ons bestaan’’. De verwevenheid met klimaat, financiën, ruimtelijke ordening en ga zo maar door is dan ook niet gek. Dat vraagt een Kamer die zich verbindt om de natuurcrisis op te lossen. Met het natuurdossier heeft u de allermooiste, maar geen gemakkelijke opgave: nergens staat de natuur zo onder druk als in Nederland. Dat geeft een grote verantwoordelijkheid aan uw Kamer. Tegelijkertijd heeft u de sleutel in handen om Nederlandse natuur te herstellen. Het goede nieuws is: er liggen genoeg kansen – van de Noordzee tot Kunming en van de Wadden tot in Limburg – om die handschoen op te pakken.

Mede namens:

logo's stikstof debatHoogachtend,

Pim van der Feltz
Algemeen Directeur Natuurmonumenten

Deel deze pagina