Groep mensen onderzoekt planten bij een vijver in een bosrijke omgeving.

Korte Paddenstoelencursus Herfst 2025

In de herfst van 2025 heeft IVN Zutphen werkgroep cursussen, een korte paddenstoelencursus georganiseerd.
D.w.z. 2 keer een theorieavond in Wijkcentrum Waterkracht Zutphen en aansluitend 2 keer een excursie naar een specifieke paddenstoelenbiotoop. We hebben als docenten Klaske ten Grotenhuis en Emilia Peeters bereid gevonden om deze cursus vorm te geven. De theorieavonden werden door Klaske verzorgd en met haar prachtige fotomateriaal en diepe kennis wist zij de deelnemers vanaf het begin te boeien voor het verborgen leven van de paddenstoelenwereld.

Deel 1- Paddenstoelen in wegbermen, lanen en parken. Een toevluchtsoord voor paddenstoelen!

Eerst maar eens bepalen wat nou specifieke eigenschappen van paddenstoelen zijn:
Ze hebben geen bladgroen, en kunnen dus niet in hun eigen energiebehoefte voorzien
Ze planten zich voort door middel van sporen
Ze hebben een verborgen levenswijze, want ondergrondse zit het actieve mycelium, en in een beperkt deel van het jaar zien we het bovengrondse vruchtlichaam, het voortplantingsorgaan

Bodemtypen en humus hebben een bepalende invloed op het voorkomen van deze schimmels. Denk aan de verschillen tussen kalkarme, zure zandgrond en uitgeloogd veen en basenrijke bodems zoals klei en kalkrijk zand.

Paddenstoelen zijn strooiselafbrekers of houtafbrekers en zijn de enige organismen die alles wat aan voedsel geproduceerd is, kan reduceren en omzetten in nieuwe voedingstoffen

Wegbermen en lanen verschillen van bossen. En daarom treffen we er verschillende paddenstoelensoorten aan, ieder in zijn eigen biotoop. Bomen in bossen nemen namelijk voedsel op, het blad komt daarna op de grond en verteert dan weer. In bermen daarentegen, waait het blad vaak weg, waardoor het voedsel verdwijnt. En ook vanwege een andersoortig beheer van bermen (door gemeente, provincie, rijk, waterschap etc) verschilt het van bossen. Het beste voor de ontwikkeling van paddenstoelen is het gebied maaien en (vrij snel) afvoeren, en zonder bemesting uiteraard.

Waar herken je (hele) waardevolle bermen aan? Dat kan je zien door de soorten paddenstoelen die waargenomen kunnen worden, zoals Boleten, Amanieten, Cantharellen, Gordijnzwammen, Russula’s, Stekelzwammen. ‘Niet-waardevolle’ bermen verkrijg je door niet te maaien of te maaien met de klepelmaaier waarbij het materiaal (en de zaden/sporen) opgezogen wordt. Uiteindelijk verdwijnen hierdoor alle zaden/sporen, en komen niet meer terug.

De excursie startte op de hoek Almenseweg/Stolpdijk bij hectometerpaal 4,5. De cursisten waren in 2 groepen verdeeld. Een onder leiding van Emilia en de ander ging met Klaske mee. Halverwege werd er omgewisseld. Er waren ongelooflijk veel paddenstoelen te zien, en iedereen raakte hoe langer hoe meer enthousiast vanwege de diversiteit en de hoeveelheid. Na twee en half uur is iedereen zeer voldaan en geïnspireerd weer huiswaarts gegaan.

Deel 2 – Paddenstoelen op begraafplaatsen, schrale graslanden, dijken en heide. Schrale graslanden zijn rijk aan soorten!

Waarom zijn juist hier veel paddenstoelen te zien? Op begraafplaatsen wordt vaak gemaaid en het maaisel wordt meteen afgevoerd. Een schraal grasland wordt nooit bemest. In Nederland kunnen schrale graslanden op diverse plekken voorkomen. In de duinen bijvoorbeeld is veel reliëf en is er steeds aanvoer van kalkhoudend zand plus dat het gebied diverse (schaduw)hoeken t.o.v. de zon kent. Dit zijn allemaal goede omstandigheden voor paddenstoelen.

In onze lokale omgeving kunnen paddenstoelen voorkomen op oude, niet bewerkte en niet bemeste graslanden. Dat kunnen ook grazige dijktaluds zijn. Schrale graslanden kunnen we herkennen aan specifieke planten zoals Fijn schapengras, Gewone rolklaver, Knolboterbloem, Muizenoor, Tijmereprijs en Brunel.

Paddenstoelen op de heide vragen om schrale hei en graslanden en een kale bodem van leemhoudend zand of schraal zand. Het moet altijd een niet-bemeste bodem zijn. De bodem is wat zuur. We kunnen deze gebieden herkennen aan de planten die er groeien zoals diverse Heidesoorten, Borstelgras, Tormentil, Stekelbrem, Pijpenstrootje. Goed beheer is ook hier belangrijk zoals maaien en/of begrazen door grote grazers en soms branden. Menselijk beheer bijvoorbeeld door een natuurwerkgroep, blijft ook nodig omdat boompjes en grassen de heide verdringen en schrale heide gevoelig is voor vermesting (stikstof).

De paddenstoelenexcursie ging deze keer naar de Gorsselse Heide en we boften niet heel erg met het weer. Maar het groepje werd ruimschoots beloond met prachtige exemplaren en met het stoere gevoel dat ook dit bij een herfst-natuurexcursie hoort.

Tekst
Anke Eshuis en Martha van Nederpelt
(13 november 2025)

Deel deze pagina