Spin in het midden van een web tegen een groene, wazige achtergrond.

Gespinsel

kruisspin - web plat en hoekig
kruisspin – web plat en hoekig

Herfst – spinnentijd. Waar komt toch die associatie vandaan? Spinnen zijn er altijd. Maar juist nu overkomt het me regelmatig dat ik bij de eerste stap naar buiten met mijn hoofd in een kleverig spinnenweb beland. Arme spin, zo hard voor zijn kostje gewerkt, kan-ie weer opnieuw beginnen.
In de herfst zijn er niet méér spinnen, maar zie je ze wel beter, doordat ze dan volwassen en dus op hun grootst worden en doordat dan de paring plaatsvindt. Wie wil paren, kruipt niet stilletjes in een hoekje weg, maar wil gezien worden en gaat op vrijersvoeten. Je ziet spinnen in de herfst ook beter doordat hun webben dan vaak versierd zijn met duizenden bijna lichtgevende dauwdruppeltjes.

Geleedpotig

eiercocon van wespspin
eiercocon van wespspin

Spinnen, insecten, duizend- en miljoenpoten, krabben, kreeften, watervlooien en pissebedden zijn ‘geleedpotig’: hun poten bestaan uit meerdere stukjes – leden. Geleedpotigen hebben hun harde beschermende skelet aan de buitenkant van hun lijf. Spinnen die nog groeien, vervellen regelmatig. Dan zijn ze toe aan een nieuwe jas en werpen ze dat ‘exoskelet’ af. Wij gewervelden hebben een ‘endoskelet’, met onze botjes aan de binnenkant.

Spin of insect?

huisspin
huisspin

Spinnen en insecten kun je van elkaar onderscheiden door hun poten te tellen. Spinnen hebben er acht, insecten zes. En spinnen hebben geen vleugels, voelsprieten en antennes. Hun lijf is niet als dat van de meeste insecten driedelig maar tweedelig. In tegenstelling tot insecten, die het met twee ogen moeten doen, zijn spinnen gezegend met zes tot acht ogen. Wel wat verwarrend: de aan spinnen verwante soorten mijten en teken hebben ook acht poten. Maar die zijn van spinnen te onderscheiden doordat hun voor- en achterlijf zijn samengesmolten tot één deel. Kijk maar eens naar een volgezogen teek, net een boon.

Spintepels

Strekpoot - platte spin met lange poten
strekpoot – hele platte spin

Hoe een spinnenweb eruit ziet, hangt af van de bouwer. De ene spinnensoort bouwt plat en hoekig, de ander rond of trechtervormig. Maar allemaal gebruiken zij voor het trekken van de draden de ‘spintepels’ aan hun achterlijf. En hoe dat bouwen gaat, vraag het Google en je krijgt de mooiste filmpjes! Vooral die van Klokhuis vind ik heel leuk en duidelijk.

Tekst en foto’s: Edith Kuiper

Deel deze pagina