14. Vogelbosje
Bij de aanleg van de Heemtuin zijn enkele reeds aanwezige bomen en struiken gespaard. Een walnoot is wel zo’n beetje onze trots. Om de omwonenden de nodige privacy te gunnen, zijn rondom de Heemtuin struiken aangeplant. Hierbij kan een vergelijking worden gemaakt met heggen hagen en houtwallen die vroeger in het landelijk gebioed zijn aangeplant. Ook deze werden vaak als erfscheiding of veescheiding gebruikt. Als veescheiding gebruikte men vaak mei- en sleedoorn vanwege de doorns i.p.v. ‘t prikkeldraad en gaas van tegenwoordig. Ook het ambacht van “Heggenvlechten” werd vaak toegepast. Hagen, heggen, struiken en andere houtachtige elementen hebben een belangrijke ecologische functie. Vogels en zoogdieren vinden er nestgelegenheid, beschutting en voedsel; vleermuizen oriënteren zich op de lijnvormige beplantingen. In diverse bomen hebben we nestkasjes gehangen en er hangt zelfs een vleermuizenkast.
Tegen het hekwerk aan bouwen we ook met onze takken van het grote snoeiwerk constant aan een takkenwal; een ecologisch verantwoorde manier om vrijgekomen snoeihout en dergelijke op eigen gebied te verwerken. De takkenwal vormt een beschutte woon- en voortplantingsgelegenheid voor kleine zoogdieren zoals egels, wezels en muizen. Vogels, waaronder het winterkoninkje, roodborstje en de heggenmus vinden er nest- en schuilgelegenheid. Door de aanwezigheid van vele insecten op en in het dode hout vinden ze er ook voedsel. Bepaalde amfibieën zoals de pad en salamanders overwinteren er graag. Voor mossen en zwammen is een takkenwal vanwege het in ontbinding zijnde hout vaak een gunstige plek. Plaatsing van de takkenwallen kan zorgen voor gunstige microklimaten. De onderste laag takken in de wal staat in contact met de bodem en zal dus langzaam vergaan. De takkenwal zakt daarom gedurende het jaar langzaam wat in elkaar en kan dan worden aangevuld met vers snoeiafval. Het vergane hout voedt en verrijkt de bodem en het bodemleven
De walmuur heeft bij de bouw allerlei gaten en holen gekregen die leiden naar een spouw. Ook daar hebben we zo een plek gecreëerd waar de fauna wat aan heeft. Zie verder het document “Kruidentuin met walmuur”.
Voor insecten hebben we een insectenhotel gebouwd en een stapelmuurtje opgericht. In de Heemtuin trekken we met een grote verscheidenheid aan planten en kruiden, ook een grote verscheidenheid aan insecten aan. Behalve gewasbeschermingsmiddelen is de monocultuur van het agrarisch bodemgebruik één van de oorzaken van een afname in soorten insecten. Insecten hebben behalve voedsel (stuifmeel/nectar in de bloemen) ook schuilplaatsen nodig en plekken (inclusief waardplanten) waar ze hun eieren kunnen afzetten/leggen en hun larven via popstadium kunnen uitkomen. Daarom het insectenhotel, een stapelmuurtje en de “oude” walmuur met allerlei openingen. De honingbij en de bijenkasten die soms in een boomgaard staan, voor heidehoning op de heide, kent u. Er bestaan echter vele soorten bijen, waaronder de metselbij. Daarvoor zitten er in het insectenhotel riet en bamboe. In het buisje legt de bij een eitje bij een klompje stuifmeel en sluit het “kamertje” af, om vervolgens weer een eitje te leggen totdat het buisje vol is en de ingang wordt dichtgemetseld. Bij de meeste soorten is het dan wachten tot het volgende voorjaar! Weer andere bijen die ondergronds nestelen hebben losse grond nodig en graven hun kraamkamer via allerlei gangen. Ook hierbij metselen ze de ingang dicht.
Het beheer van dit onderdeel is verschillend: het vogelbosje kent een jaarlijkse snoeibeurt, walmuur en stapelmuurtje willen we mooi beplant houden en hebben regelmatig water nodig en het materiaal dat in het insectenhotel vergaat, moet af en toe bij geplaatst worden.
Links naar maatregelen om fauna te lokken:
https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/een-fijne-vogeltuin-maken
https://www.buitenlevengevoel.nl/bijenhotel-maken/
https://www.vogelbescherming.nl/in-mijn-tuin/nestkasten/nestkasten-ophangen#
In de pers:
Wandeling bij mooi insectenenhotel:
https://www.odru.nl/nme-aanbod-natuur-en-milieueducatie/de-boswerf/