Waterschorpioen

De waterschorpioen (Nepa cinera, 2 cm) en de staafwants (Ranatra linearis, 3-4 cm)

Met de amfibieënwerkgroep van het IVN doen we onderzoek naar het leven in een poeltje in de duinen. Eind september vorig jaar was voor dat jaar de laatste keer. De poel had in de zomer door de aanhoudende droogte bijna zonder water gestaan, maar nu zat er toch weer behoorlijk wat water in en werden er aardig wat beestjes gevangen. Heel veel verschillende watertorren, diverse stekelbaarsjes, libellenlarven, larven van waterjuffers en op het eind ook nog een paar waterschorpioenen.

Wantsenfamilie
Met de staafwants hoort hij tot de familie Nepidae en is dus ook een wants. Ze komen voor in stilstaand, niet vervuild water. Het opvallends aan de waterschorpioen zijn z’n vangpoten aan de voorkant (lijkt hierdoor op de schorpioen!) en de lange adembuis aan de achterkant. Deze adembuis lijkt op onze snorkel en wordt gebruikt om adem te halen. Daarom leeft dit beestje direct langs de oever en half verscholen in het slib met de adembuis vrijwel constant boven water. Het zijn onhandige zwemmers en om aan eten te komen hangt hij tussen de waterplanten in afwachting van een geschikte kandidaat om op te eten. Die wordt gegrepen met de vangpoten en met z’n steeksnuit wordt er een verteringssap in de prooi gespoten. Daarna kan het echte smullen gaan beginnen en wordt het slachtoffer leeggezogen.

Vangarmen
Ja, waterschorpioenen zijn echte rovers. Met de steeksnuit kan hij ons ook gemeen steken en ik ben dan ook extra voorzichtig als ik dit bruine, brede en platte diertje uit m’n netje moet halen. Hun voedsel bestaat uit insecten en hun larven, kikkervisjes, muggenlarven van met name de steekmug (dus zijn het toch wel mijn vriendjes!) en salamanderlarven. Zijn familielid de staafwants eet precies hetzelfde, maar qua uiterlijk lijken ze niet zoveel op elkaar. Wel hebben ze allebei vangarmen aan de voorkant en een adembuis aan de achterkant, maar de staafwants lijkt nog het meest op een wandelende tak, die onder water leeft. Verder hebben beide dieren vleugels, maar die gebruiken ze bijna niet. Alleen als een poel droog valt zoeken ze vliegend een andere waterrijke plek op. Ook de staafwants heeft een steeksnuit en vangt en eet z’n prooi op dezelfde manier als de waterschorpioen. En ook hij kan gemeen steken, dus wees gewaarschuwd. Giftig zijn ze echter niet!

Onvolledige gedaanteverwisseling
In het voorjaar (mei) zoeken ze een partner en na de paring worden door beide soorten eieren gelegd. De waterschorpioen zet ze af tegen half vergane stengels en bladeren van waterplanten. Elk ei heeft aan één kant een bosje (meestal 7) lange draden, die boven het wateroppervlakte uitsteken en zo het ei van zuurstof voorziet. De eieren van de staafwants worden afgezet in een door het vrouwtje gemaakt gleufje in een blad van een waterplant. Hierin legt ze een snoer eieren (± 23). Deze eieren hebben aan één kant slechts 2 lange draden om voor zuurstof te zorgen. Na ± 14 dagen komen de jonge waterschorpioenen en staafwantsen uit het ei gekropen (onvolledige gedaanteverwisseling – d.w.z. de jongen lijken al op de ouders) en na 5 keer vervellen (september) zijn ze volwassen en verschijnen nu de vleugeltjes.

Eén generatie per jaar
Ze leven solitair en zijn het hele jaar onder water actief. Als het water bevroren is halen ze met de adembuis zuurstof uit de luchtbellen in het ijs. Ondanks hun goede camouflage, ze lijken in stilstand op een blad of takje, worden ze gegeten door grote roofvissen en waterroofdieren. En er komt slechts één generatie per jaar voor. Al met al best leuke dieren om te vangen en na de vangst van de waterschorpioen zijn we net zo lang doorgegaan met vissen tot we ook een staafwants hadden, want we wisten van vorige keren dat die ook in het poeltje leeft en na de vangst was onze dag pas echt weer goed. In die tijd waren mijn dagen toch al top, want we hadden thuis regelmatig een ijsvogeltje bij onze vijver (minder leuk voor de stekelbaarsjes!), een moeder egel met kleintjes, een zwaan die op ons serredak landde en dit gelukkig overleefde en 12 oktober hoorde ik voor het eerst halsbandparkieten roepen in Tinte. Buren vertelde mij dat ze een vos in de tuin hadden en ook een eekhoorntje. Ja, het wordt steeds leuker en natuurlijker in Tinte. En ik hoop dat dit natuurherstel overal doorzet. Daar vaart alles en iedereen wel bij! En ik word er alleen maar gelukkiger van!

Gerda Hos

Deel deze pagina