Rode wouw
Rode wouw (Milvus milvus) 61 cm groot, spanwijdte circa 160 cm
Nog nagenietend van onze lange fietsvakantie Tinte – Portugal tracht ik het leven thuis weer op te pakken. Niet meer hele dagen fietsend buiten zijn en het winterweer hier zijn toch wel twee dingen waar ik het moeilijk mee heb. En dan bedenk ik me ineens dat er ook weer een nieuw stukje geschreven moet worden.
Landbouwgebieden
Een onderwerp heb ik al, want de rode wouw heeft deze vakantie mijn hart gestolen. Wat een pracht vogel! Deze slanke roodbruine roofvogel met grijze kop en lange geknikte vleugels met aan de onderkant een opvallende witte vlek kwamen we in Frankrijk, Spanje en Portugal veelvuldig tegen. Maar het meest opvallende kenmerk van deze sierlijke vogel is toch wel de lange, diep gevorkte staart waar hij mee stuurt tijdens het vliegen en zweven.
De rode wouw leeft in half open, heuvel-/bergachtig bosrijk gebied. Het liefst in extensieve landbouwgebieden met vee. Nou hebben wij tijdens onze fietstocht de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella tot midden Spanje gevolgd en dat was vrijwel uitsluitend door oneindige landbouwgebieden waar rond die tijd het graan al geoogst was. Dus best wel saai eigenlijk! Later realiseerden we ons dat we een pelgrimstocht aan het fietsen waren en dat zo’n soort tocht juist gedaan wordt om tot bezinning te komen, als boetedoening, om het hoofd leeg te maken, alles weer op een rijtje te krijgen etc. En natuurlijk niet voor de mooie, afwisselende omgeving. Al waren er natuurlijk ook wel mooie stukken en heel oude dorpjes bij! Maar ja, we hadden thuis, zonder daar goed bij na te denken, deze keuze gemaakt dus we hebben de route tot Burgos netjes gevolgd. Veel wild of vogels zagen we helaas niet en we beseften weer eens hoe rijk aan vogels Nederland eigenlijk is!
Partner voor het leven
De eerste waarneming in Frankrijk van de rode wouw gaf ons dan ook een echt “wauw-gevoel”. Dan waardeer je zo’n ontmoeting nog eens extra. Vaak zagen we de rode wouw op een paal zitten of tijdens zijn elegante vlucht c.q. zweefvlucht op zoek naar voedsel (aas, konijn, vogels, grote insecten, kikkers, middelgrote zoogdieren). Het geluid dat ze maken lijkt een beetje op het gemiauw van een buizerd. De rode wouw zoekt een partner voor het leven en in maart volgt de balts (zweefvluchten met miauwende kreten om indruk te maken op de partner en ook geven ze nestmateriaal aan elkaar door)
Er wordt gestart met het bouwen van een nieuw nest (horst) hoog in een grote boom. Dit nest wordt gemaakt van takken, die met modder aan elkaar geplakt worden. Daarna wordt het bekleed met mos, papier en allerlei afval. Na de bouwerij legt het vrouwtje hier 2 – 3 eieren in. Ze hebben maar 1 legsel per seizoen, dus dit is een heel belangrijke tijd voor ze. Na het eerste ei begint het vrouwtje gelijk te broeden en zorgt manlief voor de catering. Na 28 – 30 dagen kruipt het eerste jong uit het ei. En na ongeveer 50 dagen vliegen de kleintjes uit, en weer 2 – 3 weken later zijn ze zelfstandig en moeten ze het helemaal alleen zien te rooien. Veel jongen halen helaas het eerste levensjaar niet. Er ligt altijd gevaar op de loer. Vooral vergiftiging, jacht (echt waar!) en de intensieve landbouw zijn de grote boosdoeners.
Doortrekker
In de Middeleeuwen waren de rode en zwarte wouw (minder diep gevorkte staart, kleiner, egalere bruine kleur, leeft meer bij rivieren en eet vaak vis en aas) algemeen in Nederland. Nu zie je ze vaak nog als doortrekker. Maar sinds 2010 zijn er toch jaarlijks een aantal broedparen van de rode wouw bij ons aanwezig en in 2018 zijn er zelfs 14 – 16 broedparen geteld. De rode wouw broedt al wel veel in West Duitsland en Engeland. Er is dus weer hoop dat we straks deze prachtige vogel ook bij ons weer regelmatig kunnen bewonderen. Ons heeft hij zeker op deze lange (ruim 3100 km) en toch wel heel leuke fietstocht de nodige afleiding bezorgd en daar zijn we hem/haar zeer dankbaar voor. Overwinteren doen ze voornamelijk in Zuid-Europa en Noord-Afrika en nu ik tijdens het schrijven van dit stukje naar buiten zit te kijken naar het mistroostige, gure, donkere weer snap ik deze vogels wel en ben ik best wel een beetje jaloers op ze.
Maar ach, nog even en dan hebben we de kortste dag weer gehad en gaan wij uitkijken naar het voorjaar. En misschien zien we dan deze prachtige vogel wel verschijnen in ons mooie woongebied. Dus we houden maar gewoon de moed erin, want overal is het wel wat!
Gerda Hos