Ik ontvluchtte de stad op zoek naar ‘echte’ natuur

Door: Lisalotte van Os

Als freelance schrijver maak ik dankbaar gebruik van het feit dat ik op afstand kan werken. Direct na de jaarwisseling ben ik naar Noorwegen getrokken, naar een afgelegen hut in de bergen, verstopt tussen de dennenbomen. Waar stromend water en elektriciteit een luxe zijn en ik mijn belasting op de aarde en haar bewoners tot een minimum beperkte. Waar ik niet dagelijks met mijn neus op de feiten wordt gedrukt over hoe we als mensen steeds maar meer, meer en nog eens meer willen. De stank van auto’s, altijd onderweg. Waar fast fashion de norm is en iedereen altijd haast heeft, alweer op weg naar de volgende activiteit. Ondertussen steeds meer van de aarde en haar bewoners vragende. Ik wilde de stad zo graag verduurzamen en daarmee de natuur uit de weg gaan en haar niet langer belemmeren in het opbloeien, maar ik werd ongeduldig want het ging mij niet snel genoeg en had het op de een of andere manier opgegeven.

Tot een mede-IVN’er mij de wijsheid meegaf: je hoeft de stad niet uit om de natuur op te zoeken. Dat zette mij aan het denken, want dat is eigenlijk wat ik deed. Ik ontvluchtte de stad, want ik wilde leven in de ‘echte’ natuur en tussen ‘echt wilde’ dieren. Ontsnappen aan het controleren van de natuur en dieren, vingers in mijn oren stoppen om de discussie over het wildste dier dat we in Nederland hebben (de wolf), maar niet te hoeven horen. Want die heeft volgens mij net zoveel recht om er te zijn als wij.

Ik wilde veel meer (dan in de stad mogelijk is) van de wonderen van de natuur en dieren genieten, dus vertrok ik. Eerst naar Noorwegen, waar het ‘s winters wél nog sneeuwt. Want niet alleen in Nederland, maar ook in de ‘wintersportgebieden’ is dit een zeldzaam fenomeen geworden. En hoe! We hadden een meter sneeuw, maanden lang. De auto kon de cabin niet bereiken, dus boodschappen van de dichtstbijzijnde supermarkt trokken we eigenhandig op een slee naar boven. Sneeuwschuiven was een dagelijkse bezigheid. Het duurt zeker nog tot eind mei tot alles gesmolten is.

Ik leefde tussen de (half) wilde paarden en zag verse sporen van 3 van the big four die Noorwegen kent: de wolf, de lynx en de veelvraat. Alleen niet van de beer, die is namelijk momenteel in winterslaap. Dat is misschien maar goed ook, dat zou ik dan toch wel weer eng vinden. Ik respecteer wilde dieren namelijk en accepteer dat ik in de rangorde niet tot de machtigste behoor. Ik legde deze leefstijl vast in YouTube video’s, om te laten zien hoe ik daar leefde, als mens in de ongerepte natuur en tussen de wilde dieren en wat dat met mij deed.

Na 4 maanden durfde ik onlangs eindelijk terug naar de drukte van Amsterdam, al is het maar voor een maandje. Dan ga ik toch eens beter kijken naar de natuur waarvoor je inderdaad de stad niet uit hoeft.

Wel is het volgende plan al gesmeed: ik ga weer een tijdje aan de Portugese kust wonen. Waar duurzaam gevist wordt door oude vissersmannen in kleine bootjes. Elke ochtend, bij het eerste licht, trekken ze eropuit om te kijken of ze wat vis kunnen vangen voor de lokale bevolking. En waar we de luxe hebben ‘tropische’ groenten en fruit zelf te telen. Waar ik eindelijk weer elke dag kan surfen en eraan herinnerd wordt hoe machtig de zee en de natuur is. Ik heb zoveel respect voor de zee. Ik ben niet de baas, ik ben er onderdeel van. Ik moet me aan haar bewegingen aanpassen, anders loopt het niet goed af. Hetzelfde geldt voor hoe we omgaan met de rest van de aarde en haar bewoners.

Waar ik ook ben, ik blijf nadenken over hoe we kunnen leren van de bijzondere plekken waar ik dankbaar een tijdje mag wonen. Dit om ook de natuur in onze mooie stad de kans te geven op te bloeien en de dieren de kans te geven hun gang te gaan. Waar wij ons als mensen bescheidener opstellen, want misschien vragen we iets teveel van onze mooie aarde.