De hoatzin: brokkenpiloot, zigeunervogel of vliegende koe?

Twee hoatzins, Rodrigo Mariaca, Wikimedia CC BY-SA 4.0 5 september 2020
Een blauw omrand oog met wimpers, punkkapsel en een bonte slobberjas. Die vogel heb ik eerder gezien. Op tv, want ik ben nooit in Zuid-Amerika geweest. Maar het beestje is zo excentriek, dat het een graag geziene gast is in natuurdocumentaires. De reden daarvoor is fascinerend: de kuikens van de hoatzin hebben klauwtjes aan hun vleugels! Vallen ze uit het nest, dan klimmen ze met die klauwtjes heel behendig omhoog de boom weer in. Veilig onder moeders vleugels. Het schijnt zelfs dat ze zich bij gevaar opzettelijk uit het nest laten vallen, om als het gevaar geweken is weer omhoog te klimmen. Al klinkt mij dat riskant in de oren, want volgens mij zwemmen in het water eronder kaaimannen en piranha’s. 

Archaeopterix, James St. John, Wikimedia CC BY 2.0Die klauwtjes zijn uniek, de hoatzin is de enige moderne vogel die ze heeft. Een vogel die ze ook had is de archaeopteryx, de oervogel die 150 miljoen jaar geleden leefde. Vanwege die verwantschap dacht men dat de hoatzin een levend fossiel moest zijn. Maar, dat blijkt niet te kloppen. Uit bestudering van de overeenkomsten met andere vogels, blijkt dat hij nauwer verwant is aan bijvoorbeeld een torenvalk of halsbandparkiet dan aan kippen en eenden, wat oudere soorten zijn. Die klauwtjes bij de kuikens hebben een andere reden. Wanneer een eigenschap verdwijnt, zoals een staart bij mensen, kan het dat het verantwoordelijke gen niet verdwíjnt, maar enkel ‘uit’ wordt gezet. Zoals klauwtjes bij vogels bijvoorbeeld. En heel soms gebeurt het dat zo’n gen (veel later in de evolutie) opnieuw aan wordt gezet: een vogel met klauwtjes aan zijn vleugels dus.

Hoatzin die probeert te vliegen, H. Warren, Wikimedia CC BY 2.0 Dit is wat ik leer van paleontoloog Jelle Reumer bij Vogelen in de Balie, waar je weer schoorvoetend een debat kunt bijwonen aan een tafeltje voor twee in een dunbevolkte zaal. Uiteraard wordt het ook gestreamd op internet. Maar oké, de hoatzin is dus geen levend fossiel. Hij is niet verwant aan de legendarische archaeopteryx. Gelukkig zijn er meer redenen waarom de hoatzin fascineert. Zo heeft hij prachtige vleugels, maar als hij probeert te vliegen lijkt hij niet op te kunnen stijgen, zo log. Lukt het uiteindelijk toch, dan duikelt hij al snel weer naar beneden om in de eerst volgende boom te landen. Wankelend zit hij daar, alsof hij nauwelijks zijn evenwicht kan bewaren. Wat is er met hem aan de hand?

Tekening van topzware hoatzin met grote krop, Marisa StoffersDat weet Piet van den Hout (bioloog), een van de andere sprekers. Dit beest is tóch eigenaardig en origineel. Het is namelijk een vliegende koe. Hij propt zich vol met bladeren, liefst aronskelk. Veel voedingsstoffen zitten daar niet in en die stugge vezels zijn lastig te verteren. Herkauwen doet hij niet en in plaats van drie koeienmagen heeft hij één piepklein maagje. Die vezels, die verteert hij in zijn krop, een plek achter in de keel waar de meeste vogels voedsel bewaren. Meestal om het kort daarna aan hun kroost te voeren. Maar bij de hoatzin is dit een composthoop vol (deels onbekende) bacteriën die de bladeren verteren. Dat klinkt eigenlijk best efficiënt! En toch is er een nadeel. Zo’n grote zware krop aan de voorkant van zijn lijf maakt hem topzwaar. Het arme beestje kan nauwelijks staan zonder voorover te kukelen. Amper vliegen, amper staan, wat een rare vogel!

Marisa Stoffers

Foto’s
Header: Hoatzin, Aisse Gaertner, Wikimedia CC BY-SA 4.0
Alinea 1: Twee hoatzins, Rodrigo Mariaca, Wikimedia CC BY-SA 4.0 
Alinea 2: Fossiel van een archaeopterix met de klauwtjes duidelijk zichtbaar, James St. John, Wikimedia CC BY 2.0
Alinea 3: Hoatzin die probeert te vliegen, H. Warren, Wikimedia CC BY 2.0
Alinea 4: De krop is zo groot dat het borst been een stuk kleiner is dan bij andere vogels, en zo zwaar dat hij voorover valt. Tekening: Marisa Stoffers, naar een tekening van Alejandro Grajal

Lees de andere blogs van Marisa Stoffers