

Verzamelde data onderzoekers Schone Rivieren zorgt voor betere erkenning afvalprobleem
Honderden vrijwilligers van Schone Rivieren struinen deze weken de rivieroevers weer af om afval te monitoren en op te ruimen. Hun vrijwillige inzet is hard nodig om duidelijk in kaart te brengen hoe groot de vervuiling van de Nederlandse rivieren is. De resultaten van dit citizen science onderzoek gebruikt Schone Rivieren om overheden en het bedrijfsleven te wijzen op de omvang van het probleem en zo gezamenlijk tot een gerichte aanpak van de riviervervuiling te komen. ‘Er is nog veel werk te verzetten, maar gelukkig maken we stappen. Onze verzamelde data speelt een belangrijke rol om andere partijen te overtuigen van de noodzaak en hen te stimuleren maatregelen te nemen,’ aldus programmaleider Joost Barendrecht.
Bij Schone Rivieren zijn zo’n 800 vrijwilligers aangesloten. Twee keer per jaar gaan zij voor de afvalmonitoring van de rivieroevers op pad. Vrijwel alle Nederlandse rivieren maken inmiddels onderdeel uit van het programma, dat is gestart in 2018. Zo’n zeven jaar later blijkt de monitoring nog altijd hard nodig. Zo is de vervuiling nog altijd onverminderd groot.
332 afvalitems per 100 meter
Tijdens de voorjaarsmeting in 2024 werden per 100 meter rivieroever gemiddeld 332 stuks afval gevonden. Ondefinieerbare stukjes folie, piepschuim en hard plastic vormden ook toen weer de top 3 van meest gevonden afvalsoorten. Maar ook afval van recreanten, zoals chips- en snoepverpakkingen, plastic flesjes en glazen potjes komen nog altijd veelvuldig op de rivieroevers voor, net als sanitair afval zoals wattenstaafjes en vochtige sanitaire doekjes. Voor dit laatstgenoemde afvalitem komt nu hopelijk een oplossing aangezien het kabinet pleit voor een Europees verbod. De sanitaire doekjes zorgen namelijk voor veel verstoppingen in het rioolsysteem én verontreiniging van het oppervlaktewater, wat jaarlijks tot een enorme kostenpost leidt.
Bouwplaatsen
‘Het zou heel mooi zijn wanneer dit verbod er inderdaad komt,’ zegt Barendrecht. ‘Maar gelukkig beginnen we ook op andere terreinen stappen te zetten. Rijkswaterstaat, gemeenten, waterschappen, provincies en bedrijfsleven zien eveneens de noodzaak van maatregelen. Rondzwervend piepschuim afkomstig van bouwplaatsen is een groot probleem. Daar is nu een aanpak ontwikkeld om de bouwplaats schoon te houden. Ook voor recreatiegebieden zijn diverse initiatieven om het recreatieafval terug te dringen. Bijvoorbeeld in de Biesbosch staan nu grote borden waarop bezoekers wordt gewezen op het belang om samen het gebied schoon te houden. En persoonlijk ben ik heel blij dat het na een jarenlange strijd nu eindelijk is gelukt dat met carnaval in Breda herbruikbare bekers worden ingevoerd. Het loont dus om volhardend te zijn.’