Tekening met dieren en handen

Wroet in de aarde, snuif de boslucht op

Een biodiverse gemeenschap van bacteriën in en op ons lijf is belangrijk voor onze gezondheid. Frisse boslucht opsnuiven is niet alleen lekker, maar ook gezond.

Natuur is goed voor de gezondheid. En dan niet op een indirecte, afgeleide manier, doordat je in de natuur vaak actief beweegt of juist tot rust komt. Nee, het is zo letterlijk, fysiek en concreet als maar kan: contact met natuur is goed voor je immuunsysteem. Wroeten in de aarde, met blote voeten in het gras, een hap nemen van een biologisch geteelde appel, zelfs een flinke teug boslucht opsnuiven – onze gezondheid profiteert ervan. Voor een groot deel heeft dat te maken met biodiversiteit op de allerkleinste schaal: die van microben.

Microben of micro-organismen zijn levensvormen die we met het blote oog niet kunnen zien. ‘Er is discussie over wat er allemaal wel en niet onder valt, maar meestal hebben we het over bacteriën, schimmels, gisten en virussen’, zegt Marco van Es. ‘Een gemeenschap van die micro-organismen die samenleeft met een ander organisme noemen we een microbioom. Als mens hebben we bijvoorbeeld een microbioom in onze darmen en op onze huid.

Met name bacteriën hebben een grote invloed op onze gezondheid.’ Van Es werkte 23 jaar in de probiotica-sector, en ontwikkelde onder meer voedingssupplementen met levende bacteriën erin. In 2021 richtte hij Bac2Nature op, een organisatie die de gezondheid van mensen wil verbeteren door het contact met een rijke biodiversiteit aan microben te bevorderen. Maar wacht even: microben, dat waren toch ziekmakers? We wassen toch onze handen om van virussen en al die andere ziektekiemen af te komen? ‘Er zijn inderdaad microben waar je liever niet mee in aanraking komt’, zegt Van Es. ‘Maar je kunt eigenlijk niet spreken over “goede” en “slechte” microben. Zo’n microbioom is een soort ecosysteem. Van ecosystemen zeggen we ook niet dat ze goed of slecht zijn. Ze kunnen wel uit balans zijn.’

Moderne levensstijl

Net als bij de meeste ecosystemen is bijvoorbeeld ons darmmicrobioom gezond als het veel biodiversiteit bevat: veel verschillende soorten micro-organismen. ‘Met veel biodiversiteit is een microbioom veerkrachtiger, weerbaarder tegen verstoringen, zoals ziektes. Meer biodiversiteit betekent meer ecologische relaties, meer opties als het ware, en met een biodivers microbioom in je darmen heb je meer functies tot je beschikking. Dat betekent een betere vertering, meer verschillende nutriënten die je opneemt.’ Ook ons immuunsysteem is gebaat bij blootstelling aan een grote diversiteit aan microben. ‘Het immuunsysteem “leert” daardoor wanneer het in actie moet komen en wanneer niet. Krijgt het niet voldoende van deze leermomenten, dan neemt het risico toe op een overreactie of een niet adequate reactie. Een bekende vorm daarvan is een allergie of astma.’ En daar gaat het fout. Want in onze moderne, klinische levensstijl komen we veel minder in aanraking met microben dan vroeger, vooral in onze kindertijd. Van Es: ‘De eerste duizend dagen vanaf de geboorte zijn cruciaal voor een kind voor het verwerven van een gezond, gevarieerd microbioom. Wist je dat kleine kinderen die je in de natuur laat spelen gemiddeld 30 gram grond per dag eten? Maar tegenwoordig zijn we helemaal weggekropen uit de natuur. Kinderen spelen meer binnen dan buiten, baby’s krijgen steeds vaker een flesje in plaats van borstvoeding, we eten houdbaar voedsel. Tel daar het gebruik van desinfectiemiddelen en antibiotica bij op en je snapt waarom het microbioom van mensen met een moderne, westerse levensstijl al veel minder gevarieerd is dan dat van mensen die op het platteland wonen. Uit onderzoek blijkt dat het microbioom van bijvoorbeeld de Yanomami in het Amazonegebied zelfs twee keer gevarieerder is dan dat van ons.’

Weer naar buiten

Wat staat ons te doen? Allemaal een dagelijkse hap grond nemen? ‘Dat raad ik niet aan’, zegt Van Es. ‘Je moet tegenwoordig helaas ook rekening houden met pesticiden en PFAS in de grond. En ik snap ook wel waarom we zo beducht zijn op microben, er zitten ook ziekmakers tussen. En een virusinfectie merk je binnen een paar dagen, terwijl de gevolgen van een verarmd microbioom zich pas over jaren laten voelen. Neemt niet weg dat de balans nu zoek is en dat we die moeten herstellen, en niet meer alleen moeten inzetten op het vermijden van contact met microben.’

Met zijn organisatie Bac2Nature draagt Van Es uit hoe belangrijk de verbinding is tussen microbiële biodiversiteit en menselijke gezondheid. Zo is hij bezig een baanbrekend Fins astma- en allergieprogramma naar Nederland te halen, onder meer met een symposium afgelopen maart, georganiseerd in samenwerking met het Longfonds en het Leids Universitair Medisch Centrum. ‘Finse onderzoekers ontdekten dat er met name onder kinderen de afgelopen decennia een grote stijging was van hooikoorts en astma, terwijl aan de overkant van de grens, in Rusland, die toename niet te zien was. Het verschil? In Finland was meer verstedelijking, in Rusland bleven de mensen op het platteland wonen. Zij bleven dus meer in contact met microben.’

Finland lanceerde daarom in 2008 hun astma- en allergieprogramma, met onder andere een bewustwordingscampagne om buitenspelen en het eten van groente, fruit en gefermenteerd voedsel
te stimuleren. In tien jaar tijd daalde het aantal kinderen die met astma op de eerste hulp kwamen met 62 procent. Van Es: ‘Wij zijn nu in gesprek met Nederlandse kinderopvangverblijven om bosgrond op het speelterrein aan te brengen. Uit onderzoek blijkt dat als je dagelijks 1,5 uur buiten speelt in een biodiverse omgeving het immuunsysteem binnen een maand meetbaar verbetert.’

Naast het aanpakken van buitenspeelplaatsen richt Bac2Nature zich op de inrichting van kantoren en huizen met planten en op natuurinclusieve stadsplanning met veel parken, plantsoenen, moestuinen en voedselbossen. ‘Allemaal om weer meer met een goede biodiversiteit aan microben in aanraking te komen.’

Gezondheidswinst

Het ontluikende inzicht in het belang van microbiële biodiversiteit komt bovenop de al langer bekende gezondheidsvoordelen van natuur. Tijd doorbrengen in het groen zorgt voor stressreductie, verlaagt de bloeddruk, zorgt voor een betere nachtrust en is goed voor ons sociaal-emotionele welzijn. En we vinden het toch zo heerlijk om die boslucht op te snuiven? Ook dat is gezond. Wat je ruikt zijn onder meer fytonciden, afweerstoffen die bomen en planten aanmaken om zich te beschermen tegen insecten, schimmels en bacteriën (want zoals gezegd: niet elke microbe is per se goed voor je). Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat als je die fytonciden inademt, bijvoorbeeld tijdens het ‘bosbaden’ (een oorspronkelijk Japanse techniek om de verbondenheid met de natuur te ervaren), de activiteit van naturalkiller-cellen verhoogt. Deze cellen vernietigen cellen die bijvoorbeeld besmet zijn met een virus. De verhoogde activiteit van het afweersysteem wordt tot wel 30 dagen na het bosbaden gemeten.

Het verband tussen natuur en gezondheid ontgaat ook natuurorganisaties zoals IVN niet, die er vol op inzetten. ‘Door aandacht te vragen voor gezondheid kunnen wij grote groepen mensen bereiken die niet direct veel belangstelling hebben voor natuur zelf’, zegt Renske Visscher, directeur regio Zuid bij IVN. Zij was hiervoor zeventien jaar werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg en is ook domeinleider Gezondheid in het Collectief Natuurinclusief, het samenwerkingsverband van overheden, instellingen en bedrijven om tot een natuurinclusieve samenleving te komen. ‘Gezondheid vindt vrijwel iedereen belangrijk, ook de mensen die zichzelf niet als natuurliefhebber zien.’ Zo kan het mes aan twee kanten snijden: gezondheidswinst voor mensen en meer
ruimte voor en bescherming van natuur.

 

Snijdt aan twee kanten

IVN is daarvoor op tal van gebieden actief. Visscher: ‘We werken met scholen aan het vergroenen van schoolpleinen en stimuleren buitenlessen – wat trouwens ook de leerprestaties ten goede komt. Verder richten we samen met zorginstellingen groene buitenruimten in. Het blijkt dat die zorginstellingen samen zo’n 50.000 hectare terrein in bezit hebben. Sommige zorgterreinen zijn al groen, zoals die van de GGZ-sector. Maar met kleine aanpassingen kunnen ze veel meer betekenen voor biodiversiteit. Ook worden ze nauwelijks benut door cliënten, medewerkers en de buurt. Stel je toch eens voor wat de gezondheidsvoordelen kunnen zijn als we die verder vergroenen én meer gaan gebruiken.’ Met het Groen voor Gezondheid programma – gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport – heeft IVN nu samen met coalitiepartner Nature For Health de kans om de inzet van groen voor de gezondheid op zorgterreinen verder te laten groeien.

IVN realiseert verder met het programma Gezonde Buurten, met onder meer stichting Jantje Beton en JOGG, allerlei groene buurtinitiatieven waardoor stedelingen zelf hun eigen buurt groener en gezonder maken. Hiernaast loopt het programma Werklandschappen van de Toekomst om bedrijventerreinen – ongeveer 100.000 hectare in Nederland – te vergroenen. Visscher: ‘Hier kregen we de handen vooral op elkaar door de gezondheidsvoordelen voor werknemers te benadrukken.’

Symbiotische wezens

Visscher raadt ook lokale IVN-afdelingen aan om te onderzoeken hoe ze gezondheid als thema kunnen meenemen in excursies en activiteiten. ‘Waar natuur in deze tijden nog wel eens te lijden heeft onder polarisatie, kun je je aan gezondheid geen buil vallen. Zeker als het over onze kinderen gaat.’ Volgens Visscher is natuur en gezondheid hét thema van nu. ‘Als je hier vroeger over begon, vonden mensen het vaak een lief maar gek onderwerp, maar nu komt het mede dankzij de inzet van IVN steeds meer terug in officieel overheidsbeleid, zoals het Nationaal Preventieakkoord. Je kunt je zelfs afvragen of de natuurarmoede die je in sommige buurten ziet, nog wel ethisch te verantwoorden is. Groen is geen luxe, maar essentieel om gezond te kunnen leven.’ We leren met nieuwe ogen kijken naar het belang van natuur, naar microben, naar gezondheid… en naar onszelf. Marco van Es: ‘We zien onszelf als individu, maar ieder van ons is eigenlijk een ecosysteem, een gemeenschap waar we deel van uitmaken samen met de microben die in en op ons leven. We hebben net zoveel microben als cellen in ons lichaam en het totale gewicht van al die levensvormen samen kan wel anderhalve kilo beslaan.’

Renske Visscher: ‘Het belangrijkste om in te zien, is dat wij natuur zijn. We ademen natuur in, eten van het land. We hebben altijd geleerd dat voor niets alleen de zon opgaat, maar natuur om ons heen maakt ons ook gezonder zonder dat we er iets voor hoeven te doen. Natuur is het enige recept zonder bijwerkingen. Als natuur voor onze gezondheid zorgt, laten wij dan goed voor natuur zorgen.’

Tekst: Paul Q de Vries
Illustraties: Marike Knaapen

Mens & Natuur magazine

mens_en_natuur_magazinesDit artikel verscheen eerder in de zomer editie van Mens & Natuur magazine 2025. Wil je ook het Mens & Natuur Magazine ontvangen? Voor € 25 per jaar ben je al lid van IVN en ontvang je 4x per jaar ons magazine en kun je gratis of met korting deelnemen aan onze activiteiten, cursussen en workshops.

Ja, ik word lid

Deel deze pagina