Bloemen en planten
Streektuinen vormen samen een natuurgebied
Alle tuinen bij elkaar opgeteld vormen een groot gebied. Wat zou het mooi zijn als die tuinen, dakterrassen en balkons allemaal groene oases zouden zijn. En nóg beter voor de biodiversiteit: als ze aansluiten op de omringende natuur.
In de achtertuin van zijn rijtjeshuis in Soest heeft David van der Veen (41) een zogenoemde ‘Heuvelrugtuin’ aangelegd. Toen hij er zes jaar geleden kwam wonen, lag er kunstgras en stonden er hortensia’s. Hij rolde het kunstgras op en zette de grond vol met vooral inheemse planten, struiken en bomen. Vanuit de open keuken hebben we uitzicht op zijn lange, smalle tuin omlijst door een wand van boompjes: els, appel, schietwilg, lijsterbes, gele kornoelje en kastanje. Speelse stapstenen leiden door het hoge gras naar een overkapping met daarop muurpeper, bieslook en steenanjer.
Twee speciekuipen fungeren als vijvertjes en zitten vol met kikkers die wegplonzen als we erlangs lopen. Ook de egel komt geregeld op bezoek in deze weelderige tuin. David knielt in het hoge gras en wijst op lange ereprijs, gewone rolklaver, smalle weegbree en hondsdraf tussen de sprieten. Aan de rand staat dagkoekoeksbloem, herik en bosandoorn. De planten in Davids tuin doen het goed op zandgrond en zijn zoveel mogelijk inheems in Nederland, wat betekent dat ze hier van nature voorkomen. David: ‘Dat zijn soorten die goed zijn voor insecten en bodemleven.’

Concept Heuvelrugtuin
In 2020 lanceerde IVN Natuureducatie samen met Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug en de Natuur- en Milieufederatie Utrecht het concept ‘Heuvelrugtuinen’. Het doel is om bewoners van dorpen en steden op de Heuvelrug te stimuleren hun tuin aan te laten sluiten op de natuurlijke omgeving. ‘Tuinen zijn een verlengstuk van het Nationaal Park’, verklaart Judith Algra, projectleider bij IVN Natuureducatie. ‘Door dit project hopen we dat mensen het verband gaan leggen tussen natuur heel dichtbij en natuur in natuurgebieden.
Het is bedoeld om hen te laten inzien dat hun tuin ook natuur is. Wat mensen met hun tuin doen, maakt uit. De slogan is dan ook: “Maak van jouw tuin een stukje Nationaal Park”. De definitie wat een Heuvelrugtuin precies is, houden de organisaties expres laagdrempelig. Alle vergroening is immers meegenomen. Judith: ‘Misschien krijg je alleen maar hommels in je tuin, maar dat is ook winst.’ In een hoekhuis iets verderop in de wijk heeft buurtgenoot Stefan Thijssen (43) eveneens het concept van de Heuvelrugtuinen omarmd.
Ook zijn tuin staat vol met voornamelijk inheemse planten. Toen hij er kwam wonen zeven jaar geleden stonden er rododendrons. Stefan maakte de tuin veel diverser, met een schaduwtuin met varens, en hij voegde vijftien bomen toe. In de voortuin buigen we ons over een bos fijnstraal waar tientallen wilde bijen op zoemen.
Wild en inheems
Het mooiste voor de biodiversiteit is een tuin waarin wat planten staan die in de buurt in het wild voorkomen. Bovendien hebben tuinplanten die van oorsprong op zandgrond of klei groeien, de meeste kans om aan te slaan in die bodemtypen.


Ook hebben insecten en bodemdiertjes er meer aan. Een deel van de insecten is zelfs afhankelijk van specifieke inheemse planten, zo vliegt de kattenstaartdikpoot uitsluitend op grote kattenstaart en is de gewone slobkousbij afhankelijk van wederik. Om mensen houvast te geven welke planten het goed doen op de Heuvelrug, stelde IVN en Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug een lijst samen en zette deze op de website jouwheuvelrugtuin.nl.
Daarnaast stelden ze een assortiment van vaste planten samen: ‘Wild en inheems’, door kwekerij Griffioen, dat te koop is bij kwekers en tuincentra in de regio. Ten slotte ontwikkelden de organisaties een e-learning over het onderwerp. Mensen met een Heuvelrugtuin (met onder andere minimaal 60 procent groen oppervlakte en een mix van planten en bomen) kunnen zich aanmelden op de website en op een plattegrond hun tuin aangeven. Zij krijgen een bordje voor in de tuin. Inmiddels hebben honderden particulieren zich aangemeld.
Elk jaar wordt er in juni een open tuinen route georganiseerd langs Heuvelrugtuinen. Behalve in particuliere tuinen, werden ook al vijftien openbare Heuvelrugtuinen aangelegd door enthousiaste bewoners. David en Stefan adopteerden maar liefst vijf stukjes gemeentegrond in hun wijk.
Bloemen met helmpjes
Op de hoek van een parkeerplaats vallen de felgele teunisbloemen op – een plant die vanzelf kwam aanwaaien, net als de wilde cichorei. De andere planten zetten David en Stefan samen met het vrijwillige tuindersteam uit de buurt erin. ‘Dit is een van mijn favoriete planten’, zegt Stefan, terwijl hij een onbeduidend plantje vastpakt. Het is knopig helmkruid – de bloemetjes lijken net kleine helmpjes. ‘Het bloemetje stelt niks voor, dat is groen, maar hij trekt zoveel insecten.’ Bij wijze van illustratie komt er direct nadat hij dit heeft gezegd een laag-zoemende hommel aanvliegen.
In de buurttuin staat een bordje ‘Heuvelrugtuin’, waarop kort wordt uitgelegd wat dat betekent. ‘Het bord heeft een prominente plek gekregen, omdat buurtbewoners zo beter begrijpen waarom het er hier wat wilder uitziet dan ze gewend zijn van gemeentegroen’, zegt David. Om goodwill te kweken bij hun buurtgenoten planten David en Stefan doelbewust vaak ook wat opvallende bloeiers, soms ook niet-inheemse.
Inheems betekent dat de planten, struiken of bomen van nature al heel lang in Nederland voorkomen. Maar de inheemse planten die te koop zijn bij kwekers, zijn soms opgekweekt uit Italiaans zaad waardoor sommige vroeger bloeien dan onze insecten actief zijn. Wie de term strikter hanteert, kan zijn zinnen zetten op autochtoon: inheemse planten die zijn opgekweekt uit zaden van lokale, wilde planten. Judith: ‘Het tegenovergestelde van inheemse planten zijn cultivars, door mensen doorgekweekte planten die nergens van nature voorkomen.
Ze zijn meestal gekweekt op uiterlijke kenmerken, zoals meer rozenblaadjes. Maar ze zijn vaak steriel, bevatten niet altijd stuifmeel voor insecten, omdat het doel van de kweker niet de voortplanting van de planten is, maar mooi uitziende planten voor de verkoop.’


Streektuinen
Een landelijk initiatief dat mensen stimuleert streekgebonden planten in hun tuin te zetten is Streektuinen. Rolf Schuttenhelm (45) en Maria Kolossa (39) verhuisden zes jaar geleden naar Ommen en legden een volledig streekgebonden tuin aan. Ze ontdekten dat je zo de lokale natuur kunt versterken. Rolf: ‘Met specifieke soorten planten kan je specifieke soorten insecten in de regio stimuleren. Het leek ons goed om het concept uit te werken. Daarom hebben we een website gemaakt om het uit te leggen.’
Op Streektuinen.nl staan voorbeeldtuinen en plantenlijsten voor 25 ecologische streken in Nederland. Samen met inheemse zaden- en plantenkwekerij Cruydt-Hoeck stelde Streektuinen voor elke regio een zadenmengsel samen. Een plant die in hun eigen tuin staat, is bijvoorbeeld de steenanjer. Rolf: ‘Dat is een icoonsoort voor het Vechtdal in Overijssel waar we wonen.’ Ook muizenoor is een voorbeeld van een streekplant. ‘Dat is een paardenbloemachtig plantje. Een paar dagen geleden zag ik daar de muizenoorvedermot op, een zeer zeldzaam nachtvlindertje dat officieel uit dit gebied was verdwenen.’ Streektuinen houdt weggeefacties voor autochtoon, streekgebonden plantgoed.
Zo vergaven ze honderden sleedoorns voor tuinen, met als doel om stapstenen te creëren voor de sleedoornpage, een zeldzame vlinder die nog voorkomt in de omgeving. Rolf en Maria vinden het bemoedigend om te merken dat via hun website al 1.400 mensen hun tuin hebben aangemerkt als streektuin, van stadstuinen tot balkons en dakterrassen. Rolf: ‘We willen het normaliseren. Als je de groenste van de straat bent, geeft dat soms spanningen. Niet iedereen heeft dezelfde smaak. Soms moeten bewoners zelfs van de verhuurder hun tuin snoeien. Het is goed om te weten dat we niet alleen zijn.’
Tekst: Kirsten Dorrestijn
Fotografie: Mathilde Lawalata
Mens & Natuur magazine


