Bijen
Ode aan de blinde bij
De blinde bij is niet blind en ook geen bij, maar een zweefvlieg. Het beestje heet zo omdat hij wel wat lijkt op een honingbij. Door die gelijkenis – ook wel mimicry genoemd – schrikt de blinde bij vijanden af en wordt hij minder snel opgegeten.
Als je goed kijkt, zie je zeker verschil tussen de honingbij en de blinde bij. Een honingbij heeft vier vleugels en de blinde bij heeft er twee. Bovendien heeft de blinde bij heel korte voelsprieten, in tegenstelling tot de echte bij. Maar waar komt het woord ‘blind’ dan vandaan? Een van de verklaringen is dat men vroeger dacht dat deze zweefvlieg blind was, omdat hij haren op zijn ogen heeft. Aan de ogen kun je trouwens ook zien wat het geslacht is: bij een mannetje zitten de ogen tegen elkaar aan, bij het vrouwtje zit er wat ruimte tussen.
Volwassen blinde bijen leven van nectar en stuifmeel. Hun eitjes leggen ze in ondiep, stilstaand en liefst een beetje vies water. Ademhalen doen de larven met een soort uitschuifbaar slurfje, dat ze boven het water uitsteken. Daarom worden ze rattenstaartlarven genoemd. De larven leven van bacteriën in dat water, het zijn dus echte opruimers. Niet alle soorten zweefvlieglarven leven in water. Ongeveer 150 soorten leven op planten en eten daar onder andere bladluizen. De gewone snuitvlieg leeft als larve in koeienmest. En de stadsreus brengt zijn tijd als larve door in een wespennest.
Sommige blinde bijen trekken in de winter naar het zuiden, andere blijven in Nederland. De thuisblijvers zie je daarom nog laat in het najaar en al vroeg in het voorjaar.
Bron: Bestuivers.nl
Van 10 t/m 14 april is de Nationale Bijentelling. Zweefvliegen mag je ook meetellen op het formulier. Meer info: nationalebijentelling.nl
Mens & Natuur magazine
